-
1 beard the lion in his den
-
2 beard
n. baard--------v. trotseren, tartenbeard1[ biəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 baard2 weerhaak————————beard2〈 werkwoord〉 -
3 a ragged beard
een ruige/onverzorgde baard -
4 goat's-beard
→ goatsbeard goatsbeard/ -
5 grow a beard
-
6 he wears a beard
-
7 shave off one's beard
shave off one's beard -
8 sprout a beard
-
9 laugh in one's beard
grinniken, giechelen, in zijn baard lachen -
10 small beard
kleine baard,korte baard -
11 goatsbeard
goatsbeard, goat's-beard〈 plantkunde〉 -
12 grow
v. groeien; opvoeden; laten groeien; worden; zijn1 groeien ⇒ opgroeien, ontstaan2 aangroeien ⇒ zich ontwikkelen, gedijen♦voorbeelden:grow up • opgroeien, volwassen worden; ontstaangrow up into • opgroeien/zich ontwikkelen tot, wordengrow out of one's clothes • uit zijn kleren groeiengrow into something big • tot iets groots uitgroeienclassical music starts to grow on me • ik begin van klassieke muziek te houden¶ grow up! • doe niet zo kinderachtig!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 kweken ⇒ verbouwen, telen2 laten staan/groeien 〈 baard〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:grow cold/dark/old/rich • koud/donker/oud/rijk wordenyou will grow to like him • je gaat hem wel aardig vinden -
13 lion
n. leeuw; dapper iemand; persoonlijkheid, bekend en geëerd iemand[ lajjən]♦voorbeelden: -
14 ragged
adj. versleten, gescheurd; ruwragged[ rægid] 〈 raggedness〉1 haveloos ⇒ gescheurd, gerafeld4 ongelijk ⇒ getand, knoestig♦voorbeelden:3 a ragged beard • een ruige/onverzorgde baard5 ragged rhymes • gebrekkige/onregelmatige verzen -
15 shave
n. scheren; dunne snee; slijp--------v. scheren; zich scheren; langsscherenshave1[ sjeev] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————shave2〈voornamelijk als bijvoeglijk naamwoord shaven [sjeevn]〉I 〈onovergankelijk en overgankelijk werkwoord; ook wederkerend werkwoord〉♦voorbeelden:shave off one's beard • zijn baard er afscherenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
16 sprout
n. spruitje, scheut; jongen (slang)--------v. (uit)spruiten, uitlopen, opschieten; doen uitspruiten of opschietensprout1[ spraut] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 spruit ⇒ loot, scheut————————sprout2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
17 wear
n. dracht; het gedragen worden; kledingstuk; kleding; lompen; slijtage; sterkte--------v. aanhebben, dragen; uitgaan; volhouden; uitdragenwear1[ weər] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 slijtage♦voorbeelden:→ worse worse/————————wear2♦voorbeelden:the week wears to its end • de week loopt (langzaam) ten einde1 verslijten ⇒ (af)slijten, uitslijten♦voorbeelden:you've worn holes in your elbows • je ellebogen zijn versleten/door♦voorbeelden:wear a smile • glimlachen4 they won't wear it • zij nemen/pikken het niet (langer)
См. также в других словарях:
Beard — ist der Familienname folgender Personen: Al Beard (* 1942), US amerikanischer Basketballspieler Alana Beard (* 1982), US amerikanische Basketballspielerin Amanda Beard (* 1981), US amerikanische Schwimmerin Butch Beard (* 1947), US amerikanischer … Deutsch Wikipedia
Beard — Beard † Catholic Encyclopedia ► Beard Among the Jews, as among most Oriental peoples, the beard was especially cherished as a symbol of virility; to cut off another man s beard was an outrage (II Kings, x, 4); to shave or to pluck one … Catholic encyclopedia
Beard (companion) — Beard is a slang term describing a person who is used, knowingly or unknowingly, as a date, romantic partner (Boyfriend or Girlfriend), or spouse either to conceal infidelity or to conceal one s sexual orientation. The term can be used in… … Wikipedia
Béard-Géovreissiat — Béard Géovreissiat … Deutsch Wikipedia
beard´like´ — beard «bihrd», noun, verb. –n. 1. the hair growing on a man s face, especially on his chin and cheeks. 2. something resembling or suggesting this. The chin tuft of a goat is a beard; so are the stiff hairs around the beak of a bird. 3. Informal.… … Useful english dictionary
beard — beard·er; beard; beard·ie; beard·less; beard·tongue; fil·beard; beard·less·ness; … English syllables
Beard — (b[=e]rd), n. [OE. berd, AS. beard; akin to Fries. berd, D. baard, G. bart, Lith. barzda, OSlav. brada, Pol. broda, Russ. boroda, L. barba, W. barf. Cf. 1st {Barb}.] [1913 Webster] 1. The hair that grows on the chin, lips, and adjacent parts of… … The Collaborative International Dictionary of English
Beard grass — Beard Beard (b[=e]rd), n. [OE. berd, AS. beard; akin to Fries. berd, D. baard, G. bart, Lith. barzda, OSlav. brada, Pol. broda, Russ. boroda, L. barba, W. barf. Cf. 1st {Barb}.] [1913 Webster] 1. The hair that grows on the chin, lips, and… … The Collaborative International Dictionary of English
Beard Lake — ist der Name mehrerer Seen in den Vereinigten Staaten: Beard Lake (Hempstead County, Arkansas) Beard Lake (Woodruff County, Arkansas) Beard Lake (Louisiana) Beard Lake (New Mexico) Beard Lake (Washington) Diese Seite ist eine Begriffsklärung … Deutsch Wikipedia
Beard — (b[=e]rd), v. t. [imp. & p. p. {Bearded}; p. pr. & vb. n. {Bearding}.] 1. To take by the beard; to seize, pluck, or pull the beard of (a man), in anger or contempt. [1913 Webster] 2. To oppose to the face; to set at defiance. [1913 Webster] No… … The Collaborative International Dictionary of English
Beard Cabin — is a structure listed on the National Register of Historic Places and located in Shawnee, Oklahoma. It is considered to be the first home built in Shawnee. A plaque near the cabin dates it to 1895.The cabin was built by Etta Ray and her father, P … Wikipedia