-
1 unkempt appearance
onverzorgd voorkomen -
2 blowsy
-
3 blowzy
-
4 disheveled
-
5 dishevelled
adj. slordig, ongeordend, onordelijk; wanorde1 slonzig ⇒ slordig, onverzorgd -
6 he died young and left his family unprovided-for
English-Dutch dictionary > he died young and left his family unprovided-for
-
7 loose
adj. vrij; vrijgelaten; ontspannen; los; onverzorgd; onnauwkeurig--------adv. los, vrij--------v. losmaken, loslaten; afschieten; losgooienloose1[ loe:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————loose2〈bijvoeglijk naamwoord; looser; looseness〉1 los ⇒ slap, open2 vrij ⇒ bevrijd, ongehinderd3 wijd ⇒ ruim, soepel♦voorbeelden:2 break/get loose • uitbreken, ontsnappencut loose • (met moeite) weggaan, zich losmaken; los/op gang komenlet loose • vrij laten, de vrije hand laten; ontketenena loose woman • een lichtzinnige vrouwhave a screw loose • ze zien vliegen〈Amerikaans-Engels; informeel〉 hang/stay loose • kalm blijven, relaxen————————loose3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:————————loose4〈 bijwoord〉1 losjes -
8 manky
-
9 ragged
adj. versleten, gescheurd; ruwragged[ rægid] 〈 raggedness〉1 haveloos ⇒ gescheurd, gerafeld4 ongelijk ⇒ getand, knoestig♦voorbeelden:3 a ragged beard • een ruige/onverzorgde baard5 ragged rhymes • gebrekkige/onregelmatige verzen -
10 scraggly
adj. mager, schriel; niet netjes -
11 shaggy
-
12 slattern
-
13 slatternly
-
14 uncared-for
-
15 unprovided-for
[ unprəvajdidfo:]♦voorbeelden:1 he died young and left his family unprovided-for • hij stierf jong en liet zijn gezin onverzorgd achter -
16 blowsed
adj. blozend; onverzorgd voorkomen -
17 blowzed
adj. blozend; onverzorgd uiterlijk -
18 dishevel
v. slonzig, slordig, onverzorgd -
19 dishevelment
n. verwarde (haren), slonzig, onverzorgd (haren) -
20 scratchiness
n. Onverzorgd
- 1
- 2