-
21 priver
priver [prievee]1 beroven (van) ⇒ ontnemen, ontzeggen♦voorbeelden:priver un enfant de dessert • een kind voor straf geen toetje geven♦voorbeelden:elle ne se prive pas de vous dénigrer • zij laat geen gelegenheid voorbijgaan om u te kleinerenv(de) ontnemen, ontzeggen -
22 retirer
retirer [rətieree]1 opnieuw trekken, schieten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afnemen ⇒ ontnemen, intrekken3 halen (uit, van)♦voorbeelden:♦voorbeelden:se retirer des affaires • zijn zaken aan kant doen, stil gaan leven1. v1) opnieuw trekken/schieten2) terugtrekken3) intrekken4) afnemen, ontnemen5) uitdoen [kleding]6) halen (uit)7) hebben, maken, behalen2. se retirerv1) weggaan3) teruglopen [zee]4) krimpen -
23 expatriate
adj. iemand die in het buitenland woont, verbanneling in het buitenland--------n. verbanneling (is verbannen uit zijn land)--------v. uit zijn vaderland verdrijven/verbannenexpatriate1[ ekspætriət] 〈zelfstandig naamwoord; bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————expatriate2 -
24 kiesrecht
1 suffrage, right to vote, (the) vote♦voorbeelden:1 actief/passief kiesrecht bezitten • be entitled to vote, be eligible for electionalgemeen kiesrecht • universal suffragehet kiesrecht bezitten/krijgen • have/be given the vote, be enfranchisedhet kiesrecht ontnemen • disenfranchisehet kiesrecht verlenen • grant the right to votegebruik maken van het kiesrecht • exercise one's right to vote -
25 bringen
bringen♦voorbeelden:etwas an sich bringen • zich meester maken van ietsjemanden auf eine Lösung bringen • iemand een oplossing doen vinden, aan de hand doenich habe die Arbeit hinter mich gebracht • ik heb het werk af gekregendu musst es hinter dich bringen! • je moet erdoorheen!jemanden ins Bett bringen • iemand naar bed brengendas brachte viel Arbeit mit sich • dat bracht veel werk met zich meejemanden nach Hause bringen • iemand thuisbrengen, naar huis brengenetwas nicht über sich bringen • iets niet over zijn hart kunnen (ver)krijgenjemanden wieder zu sich, zu(m) Bewusstsein bringen • iemand weer tot bewustzijn brengenes zu etwas bringen • iets bereiken (in het leven), er iets van makener hat es zu nichts gebracht • hij heeft niets bereikt (in het leven)jemanden zum Lachen, Schweigen bringen • iemand doen lachen, zwijgendas Auto zum Stehen bringen • de auto tot stilstand, staan brengendas bringt nichts • dat haalt niets uitwas bringt das? • wat levert dat op?für mich bringt das wenig • daar heb ik niet veel aandas bringe ich nicht • dat krijg ik niet voor elkaardie beiden haben es auf 5 Kinder gebracht • die twee hebben 5 kinderen gekregenes auf 70 Jahre bringen • 70 jaar worden, de zeventig halender Wagen hat es auf 100.000 Kilometer gebracht • die wagen heeft er 100.000 kilometer op zittenjemanden um sein Vermögen bringen • iemand van zijn vermogen beroven -
26 closure
n. sluiting; afsluiten van een vergadering door te kiezen--------v. een discussie sluiten door stemmingclosure1[ kloozjə], 〈Amerikaans-Engels in betekenis 3 voornamelijk〉 cloture [ klootsjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 slot ⇒ einde, besluit♦voorbeelden:————————closure21 afsluiten ⇒ stopzetten, het debat sluiten over♦voorbeelden:closure a speaker • een spreker het woord ontnemen -
27 discouragement
n. moedeloosheid, ontmoediging[ diskurridzjmənt]1 ontmoediging ⇒ obstakel, tegenslag1 moedeloosheid ⇒ ontmoediging, het ontmoedigd zijn -
28 Rede
Rede〈v.; Rede, Reden〉1 rede(voering), toespraak♦voorbeelden:2 große Reden schwingen • grootspreken, opscheppenschmutzige Reden führen • vuile taal uitslaanjemandes ständige Rede • iemands stokpaardjenicht der Rede wert sein • niets te betekenen hebbenjemandem die Rede abschneiden • iemand het woord ontnemendie Rede wieder aufnehmen • de draad weer opnemenvergiss deine Rede nicht! • vergeet niet wat je wou zeggen!〈 informeel〉 das verschlug mir die Rede! • ik was sprakeloos!darauf wollte er die Rede bringen • daarover wilde hij pratender in Rede stehende Brief • de brief in kwestie〈 informeel〉 davon kann nicht die Rede sein! • geen sprake van!jemanden zur Rede stellen • iemand ter verantwoording roepenjemandem Rede und Antwort stehen • iemand rekenschap gevenRede und Gegenrede • woord en wederwoord3 es geht die Rede, dass … • het gerucht gaat, dat …gebundene Rede • gebonden stijl -
29 take away
meenemen; afnemen, ontnemen; mee naar huis nementake awayII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 weghalen♦voorbeelden: -
30 discréditer
discréditer [dieskreedietee]1 in diskrediet brengen ⇒ het vertrouwen ontnemen, verdacht maken1 in diskrediet raken ⇒ achting, vertrouwen verliezen1. v1) in diskrediet brengen, verdacht maken2. se discréditerv -
31 beroven
1 [door roof ontnemen] dévaliser2 [beschikking over iets doen missen] priver (qn. de qc.)♦voorbeelden:iemand beroven van iets • voler qc. à qn.iemand van zijn vrijheid beroven • priver qn. de sa liberté -
32 moed
♦voorbeelden:de euvele moed hebben om … • avoir la témérité de …met frisse moed beginnen • commencer avec un courage neufiemand de moed benemen, ontnemen • décourager qn.iemand moed geven • donner du courage à qn.moed houden • ne pas perdre couragezich moed indrinken • boire pour se donner du courageiemand moed inspreken • encourager qn.het ontneemt mij de moed om • cela m'enlève tout courage dede moed opgeven, verliezen • perdre couragemoed tonen • faire preuve de couragemoed vatten • prendre courageal zijn moed verzamelen • prendre son courage à deux mainsde moed zonk hem in de schoenen • il a perdu couragehet werd hem bang te moede • il prit peuru kunt zich voorstellen hoe ik te moede ben • vous pouvez imaginer dans quel état je suis -
33 stemrecht
♦voorbeelden:meervoudig stemrecht • right of plural votingstemrecht geven/verlenen aan • give the vote tostemrecht hebben • have the votehet stemrecht ontnemen • disenfranchisezijn stemrecht uitoefenen • exercise one's voting rightiemand zonder stemrecht • someone having no vote -
34 abschneiden
abschneiden1 het er goed, slecht afbrengen ⇒ een goed, slecht figuur slaan♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉5 beroven van, ontnemen♦voorbeelden:3 jemandem den Weg abschneiden • iemand de pas afsnijden, iemand voor zijnjemandem das Wort abschneiden • iemand in de rede vallen -
35 лишать гражданских прав
vgener. (кого-л.) (iem.) het burgerrecht ontnemenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > лишать гражданских прав
-
36 лишать жизни
vgener. (кого-л.) (iem.) het leven ontnemen, (iem.) om hals brengen, (iem.) van 't leven beroven, (iemands) levenslicht uitblazen (кого-л.), ombrengen, ontzielen -
37 убивать
v -
38 closure a speaker
-
39 disendow
v. van bezittingen ontdoen[ dissindau] 〈zelfstandig naamwoord: disendowment〉 -
40 disorient
См. также в других словарях:
Gott — 1. Ach du grosser Gott, was lässt du für kleine Kartoffeln wachsen! – Frischbier2, 1334. 2. Ach Gott, ach Gott, seggt Leidig s Lott, all Jahr e Kind on kein Mann! (Insterburg.) – Frischbier2, 1335. 3. Ach, du lieber Gott, gib unserm Herrn ein n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kuh — 1. A Kü moalkat trog a Hols. (Nordfries.) – Johansen, 72. Die Kuh milcht durch den Hals. 2. A Kuh söüft â méa, ässe vertroa kô. (Henneberg.) Auch eine Kuh säuft wol mehr als sie vertragen kann. Mit Anwendung auf Säufer. 3. A Küh wal t egh wed,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon