-
1 to elaborate
uitwerken -
2 write up
overwaarderen; opschrijven; recenseren; bijwerken; uitwerkenwrite up -
3 develop
v. ontwikkelen; zich ontwikkelen[ divvelləp]1 (zich) ontwikkelen ⇒ (doen) ontstaan; (doen) evolueren/rijpen; (doen) uitbreiden♦voorbeelden:develop from a bud into a flower • van knop tot bloem wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontwikkelen ⇒ uitwerken; ontginnen♦voorbeelden:1 developing country/nation • ontwikkelingsland/gebieddevelop a film • een film(pje) ontwikkelen -
4 elaborate
adj. volmaakt; goed ontworpen--------v. bewerken, verbeteren, perfektionerenelaborate1[ ilæbrət] 〈bijvoeglijk naamwoord; elaborateness〉1 gedetailleerd ⇒ uitgebreid, uitvoerig————————elaborate2[ ilæbəreet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 in detail uitwerken ⇒ uitvoerig behandelen, uitweiden over -
5 expand
v. uitbreiden, groeien; groter worden[ ikspænd]1 opengaan ⇒ zich ontplooien/ontvouwen4 zich uitbreiden ⇒ zich ontwikkelen, uitgroeien♦voorbeelden:2 the girl did not expand soon in her new surroundings • het meisje kwam niet gauw los in haar nieuwe omgevingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spreiden ⇒ ontplooien, ontvouwen♦voorbeelden: -
6 extend shorthand notes
-
7 extend
v. bereiken, uitspreiden; verlengen, uitbreiden, vergroten; protesteren, uitreiken[ ikstend]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uitt)rekken ⇒ langer/groter maken, uitbreiden2 uitstrekken ⇒ uitsteken, aanreiken3 (aan)bieden ⇒ verlenen, betuigen, bewijzen♦voorbeelden:extend his leave of absence • zijn verlof verlengenextend an invitation to someone • een uitnodiging aan iemand richtenextend a warm welcome to someone • iemand hartelijk welkom heten -
8 figure out
nadenken; begrijpenfigure out1 berekenen ⇒ becijferen, uitwerken♦voorbeelden:figure out a problem • een probleem oplossen -
9 flesh out
-
10 flesh
n. vlees, vruchtvlees--------v. verrijken, verlevendigen, meer gestalte geven, aankleden, uitwerken, (op)vullen[ flesj]♦voorbeelden:1 flesh and blood • het lichaam, een mens(elijk wezen)one's own flesh and blood • je eigen vlees en bloed, je naaste verwantenthe pleasures of the flesh • de vleselijke lustensins of the flesh • onkuisheidput on flesh • aankomen, dik(ker) wordenin the flesh • in levenden lijve -
11 follow something home
-
12 follow
v. volgen, opvolgen; begrijpen; achter iemand aangaan; achtervolgen; zich gedragen volgens; eruit voorkomen[ folloo]1 〈 benaming voor〉 volgen ⇒ er achteraan/erna komen; achternalopen/gaan; aanhouden, gaan langs 〈 weg, richting, rivier〉; achternazitten, achtervolgen; vergezellen; bijwonen; komen na, volgen op; opvolgen; aandacht schenken aan, in de gaten houden; begrijpen; bijhouden 〈 nieuws〉; zich laten leiden door, handelen naar, uitvoeren 〈 bevel, advies〉; nadoen 〈 voorbeeld〉; voortvloeien uit♦voorbeelden:follow the plough/sea • boer/zeeman zijnfollow the rules • zich aan de regels houdenfollow someone about/(a)round • iemand overal volgenfollow someone close • iemand op de voet volgenfollow someone home • met iemand mee naar huis lopen/gaanfollow something home • iets helemaal uitwerkenfollow on • verder gaan, volgen 〈 na onderbreking〉follow out • (nauwkeurig) opvolgen/uitvoeren; afmaken, afwerkenfollow up • (op korte afstand) volgen, in de buurt blijven van; vervolgen, een vervolg maken op; gebruik maken van; nagaanfollow (up)on • volgen opthe outcome is as follows • het resultaat is als volgtit follows that I am in favour of the scheme • ik ben derhalve voor het planto follow • als volgend(e) gang/gerechtwould you like anything to follow? • wilt u nog iets toe?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitoefenen ⇒ beoefenen, bedrijven♦voorbeelden:follow the navy • bij de marine zijnfollow the trade of butcher • het slagersvak uitoefenen -
13 hammer out a compromise solution
hammer out a compromise solution -
14 hammer
n. hamer--------v. hameren, smeden; verjagenhammer1[ hæmə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hamer♦voorbeelden:go/come under the hammer • geveild worden————————hammer21 hameren♦voorbeelden:1 hammer (away) at • er op loshameren/losbeukenhammer at the keys • op de piano rammelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
15 work out
werken; afmaken; berekenen; ontwikkelenwork out1 zich ontwikkelen ⇒ verlopen, (gunstig) uitvallen♦voorbeelden:¶ work out at/to • uitkomen op, bedragenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 uitrekenen/werken ⇒ berekenen, uitzoeken♦voorbeelden: -
16 hammer out
verzinnen; uitwerken -
17 work out a plan
een plan uitwerken -
18 to work out
uitrekenenuitwerken
См. также в других словарях:
Guru — For other uses, see Guru (disambiguation). A guru (Sanskrit: गुरु) is one who is regarded as having great knowledge, wisdom, and authority in a certain area, and who uses it to guide others (teacher). Other forms of manifestation of this… … Wikipedia