-
1 examine
-
2 trace
n. spoor; tikje; indruk; paardentuig--------v. volgen; vinden; achtervolgen; (in computers) het volgen van de werking van een programma regel voor regeltrace1[ trees] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:lose trace of • uit het oog verliezengone without trace • spoorloos verdwenen————————trace2〈 werkwoord〉5 〈+back〉nagaan/speuren ⇒ opsporen, terugvoeren♦voorbeelden:5 the rumour was traced back to his aunt • men kwam erachter dat het gerucht afkomstig was van zijn tante -
3 burrow
n. hol--------v. een hol graven; rustig wachten; nagaanburrow1[ burroo] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————burrow22 schuilen/wonen in een leger/holletje3 boren ⇒ wroeten, graven, zich (een weg) banen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 nestelen ⇒ begraven, wegdrukken♦voorbeelden:3 the cat burrowed its head into her shoulder • de poes nestelde zich met haar kop tegen haar schouder -
4 check
n. onderzoek; rem; ruit; cheque; verificatie, bevestiging; cheque, uitgeschreven bestelling van een partij die de bank gelast een specifiek bedrag aan een andere partij over te maken, betalingsopdracht; geldopdracht; rekening van restaurant--------v. onderzoeken, nagaan, verifiëren, controleren; remmen, stoppencheck1[ tsjek]2 proef ⇒ test, controle4 kaartje ⇒ reçu, bonnetje♦voorbeelden:1 keep a check on someone, 〈 Amerikaans-Engels〉have one's checks upon someone • iemand in de gaten/het oog houdenput a check on someone • iemand intomen1 ruit(je) ⇒ ruitpatroon, geruite stof2 schaak♦voorbeelden:1 keep in check • onder controle/in bedwang houdenwithout check • ongehinderd2 check! • schaak!————————check2♦voorbeelden:1 controleren ⇒ testen, toetsen♦voorbeelden:check over/through the proofs • de drukproeven na/doorkijken♦voorbeelden:check one's hunger • zijn honger stillen -
5 compare
n. vergelijking--------v. vergelijken; lijken opcompare1♦voorbeelden:¶ beyond/past/without compare • onvergelijkbaar, weergaloos————————compare2♦voorbeelden:our results compare poorly with theirs • onze resultaten steken mager/pover bij de hunne afII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vergelijken ⇒ de gelijkenis vaststellen/nagaan tussen♦voorbeelden:compare a translation with the original • een vertaling naast het origineel leggen -
6 contrast
n. contrast, tegenstelling; (in computers) scherpheid, de verhouding tussen de lichtste en donkerste pixels op het computerscherm--------v. nagaan; vergelijkencontrast1[ kontra:st] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:by contrast with • (vooral) naast, vergeleken bijin contrast to/with • in tegenstelling tot————————contrast2[ kəntra:st]1 contrasteren ⇒ (tegen elkaar) afsteken, (een) verschil(len) vertonen♦voorbeelden:1 contrast with • afsteken bij/tegenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
7 delve
v. er diep op ingaan, goed nagaan; informatie zoeken[ delv]1 speuren ⇒ vorsen, neuzen♦voorbeelden:delve into someone's past • in iemands verleden graven -
8 follow up
volgenfollow up(op korte afstand) volgen, in de buurt blijven van; vervolgen, een vervolg maken op; gebruik maken van; nagaan -
9 follow
v. volgen, opvolgen; begrijpen; achter iemand aangaan; achtervolgen; zich gedragen volgens; eruit voorkomen[ folloo]1 〈 benaming voor〉 volgen ⇒ er achteraan/erna komen; achternalopen/gaan; aanhouden, gaan langs 〈 weg, richting, rivier〉; achternazitten, achtervolgen; vergezellen; bijwonen; komen na, volgen op; opvolgen; aandacht schenken aan, in de gaten houden; begrijpen; bijhouden 〈 nieuws〉; zich laten leiden door, handelen naar, uitvoeren 〈 bevel, advies〉; nadoen 〈 voorbeeld〉; voortvloeien uit♦voorbeelden:follow the plough/sea • boer/zeeman zijnfollow the rules • zich aan de regels houdenfollow someone about/(a)round • iemand overal volgenfollow someone close • iemand op de voet volgenfollow someone home • met iemand mee naar huis lopen/gaanfollow something home • iets helemaal uitwerkenfollow on • verder gaan, volgen 〈 na onderbreking〉follow out • (nauwkeurig) opvolgen/uitvoeren; afmaken, afwerkenfollow up • (op korte afstand) volgen, in de buurt blijven van; vervolgen, een vervolg maken op; gebruik maken van; nagaanfollow (up)on • volgen opthe outcome is as follows • het resultaat is als volgtit follows that I am in favour of the scheme • ik ben derhalve voor het planto follow • als volgend(e) gang/gerechtwould you like anything to follow? • wilt u nog iets toe?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 uitoefenen ⇒ beoefenen, bedrijven♦voorbeelden:follow the navy • bij de marine zijnfollow the trade of butcher • het slagersvak uitoefenen -
10 go through
overgaan, ervaring opdoengo through♦voorbeelden:II 〈werkwoord + voorzetsel〉1 opmaken ⇒ uitgeven, ergens doorheen zijn/gaan2 nauwkeurig onderzoeken ⇒ doorzoeken 〈 bagage〉; nagaan, checken 〈bewering e.d.〉; doornemen 〈 tekst〉3 doormaken ⇒ ondergaan, meemaken4 passeren ⇒ gaan door/via♦voorbeelden: -
11 inquire
v. informeren; vragen; nagaan; onderzoeken; vragen (naar); verhoreninquire, enquire[ inkwajjə]♦voorbeelden:inquire concerning/about/upon something • informeren naar ietsinquire for something/someone • om iets/naar iemand vrageninquire of someone • bij iemand informeren -
12 investigate
-
13 look through
onderzoeken; nagaanlook throughII 〈werkwoord + voorzetsel〉♦voorbeelden: -
14 look up
onderzoeken; nagaan (in boeken)look up♦voorbeelden:¶ look up to • opkijken naar/tegen, bewonderenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
15 monitor
n. monitor; scherm; controle apparaat; (in computers) beeldscherm, scherm, monitor; radiokontakt; dienstdoende leerling (op school); iemand die aanmaant, iemand die waarschuwt--------v. opletten, oppassen; nagaan, volgen; afluisteren, luisterenmonitor1[ monnittə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 mentor ⇒ monitor; leraarshulpje3 mee/afluisteraar 〈 bij radio en telefonie〉 ⇒ interceptor, rapporteur————————monitor2〈 werkwoord〉1 controleren ⇒ meekijken/meeluisteren met, afluisteren; toezicht houden op -
16 observe
v. observeren; opletten; oppassen; uitvoeren; nauwkeurig nagaan; aanmerken[ əbzə:v]♦voorbeelden:4 he was observed to break in/observed breaking in • hij werd gezien terwijl hij aan het inbreken was -
17 price
n. prijs; waarde--------v. prijs vaststellen, prijzenprice1[ prajs] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 notering3 waarde♦voorbeelden:quote a price • een prijs noemenset a price on • een prijs vaststellen voorabove/beyond/without price • onbetaalbaarat a low price • voor weinig geldat any price • tot elke prijsof a price • ongeveer even duur————————price2〈 werkwoord〉2 de prijs nagaan/vragen van3 schatten♦voorbeelden:price oneself out of the market • zich uit de markt prijzen -
18 quest
n. (het) zoeken, huiszoeking; zoeken naar; opsporing ; verhoor, onderzoek--------v. zoeken; verzoeken; nagaanquest1♦voorbeelden:in quest of • op zoek naar————————quest2 -
19 refer to
verwijzen naar; spreken over; raadplegen, nagaanrefer to1 verwijzen naar ⇒ betrekking hebben op, van toepassing zijn op2 zinspelen op ⇒ refereren aan, vermelden♦voorbeelden: -
20 retrace
См. также в других словарях:
Malwa (Punjab) — Malwa is a region of Punjab and parts of Haryana between the Sutlej and Yamuna rivers. This Malwa should not be confused with the Malwa Plateau region of Madhya Pradesh, Central India. The Malwa area makes up the majority of the Punjab region… … Wikipedia
Nachgehen — Nachgehen, verb. irreg. neutr. (S. Gehen,) welches das Hülfswort seyn und die dritte Endung des Nennwortes erfordert, hinter einem Dinge her gehen, demselben folgen. 1. Dem Orte nach. 1) Eigentlich. Die Fürsten der Philister gingen ihnen nach,… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart