-
1 to enlarge
uitbreidenvergrotenverhogenverruimenverwijden -
2 expand
v. uitbreiden, groeien; groter worden[ ikspænd]1 opengaan ⇒ zich ontplooien/ontvouwen4 zich uitbreiden ⇒ zich ontwikkelen, uitgroeien♦voorbeelden:2 the girl did not expand soon in her new surroundings • het meisje kwam niet gauw los in haar nieuwe omgevingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 spreiden ⇒ ontplooien, ontvouwen♦voorbeelden: -
3 aggrandize
v. vergroten, groter maken; verbreden; uitbreiden; in kracht versterken; in rijkdom vermeerderen; iemands reputatie op kunstmatige wijze overdrijven; groter doen lijken; details toevoegen aan (ook "aggrandise")aggrandize, aggrandise[ əgrændajz] 〈zelfstandig naamwoord: aggrandizement〉2 meer aanzien/macht geven aan (iemand/zichzelf) -
4 enlarge
v. vergroten, uitbreiden[ inla:dzj]1 groeien ⇒ groter worden, zich uitbreiden♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 extend
v. bereiken, uitspreiden; verlengen, uitbreiden, vergroten; protesteren, uitreiken[ ikstend]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (uitt)rekken ⇒ langer/groter maken, uitbreiden2 uitstrekken ⇒ uitsteken, aanreiken3 (aan)bieden ⇒ verlenen, betuigen, bewijzen♦voorbeelden:extend his leave of absence • zijn verlof verlengenextend an invitation to someone • een uitnodiging aan iemand richtenextend a warm welcome to someone • iemand hartelijk welkom heten -
6 aggrandise
v. vergroten, groter maken; verbreden; uitbreiden; in kracht versterken; in rijkdom vermeerderen; iemands reputatie op kunstmatige wijze overdrijven; groter doen lijken; details toevoegen aan (ook "aggrandise")→ aggrandize aggrandize/ -
7 amplify
v. versterken; verhogen; toevoegen[ æmpliffaj] 〈amplified; zelfstandig naamwoord: amplification〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 uitbreiden ⇒ aanvullen, toelichten -
8 branch out
filialen openen,versplitsingenbranch out1 zijn zaken/zich uitbreiden ⇒ zich ontwikkelen♦voorbeelden: -
9 build on
bouwen op, ontwikkelen, uitbreidenbuild on→ build upon build upon/————————build onaanbouwen, bijbouwen -
10 develop
v. ontwikkelen; zich ontwikkelen[ divvelləp]1 (zich) ontwikkelen ⇒ (doen) ontstaan; (doen) evolueren/rijpen; (doen) uitbreiden♦voorbeelden:develop from a bud into a flower • van knop tot bloem wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ontwikkelen ⇒ uitwerken; ontginnen♦voorbeelden:1 developing country/nation • ontwikkelingsland/gebieddevelop a film • een film(pje) ontwikkelen -
11 enrich
-
12 open out
open out1 verbreden ⇒ breder worden, zich uitbreiden/uitstrekken♦voorbeelden:2 both sides open out • beide zijden gaan naar buiten open/kunnen worden opengeslagenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
13 range
n. ruimte; veld; kring; draagwijdte; keten; baan; fornuis--------v. bereiken; uitbreidenrange1[ reendzj]1 rij ⇒ reeks, keten5 gebied ⇒ kring, terrein♦voorbeelden:psycholinguistics is outside our range • van psycholinguïstiek hebben wij geen verstand1 bereik ⇒ draagkracht/wijdte2 termijn ⇒ strekking, periode♦voorbeelden:the range of his voice • het bereik van zijn stemhe gave free range to his thoughts • hij liet zijn gedachten de vrije loopat a range of 200 miles • op 200 mijlthe man had been shot at close range • de man was van dichtbij neergeschotenbeyond range • buiten bereik, te ver wegI could not hear him, he was out of range • ik kon hem niet horen, hij was te ver weg 〈 buiten stembereik〉(with)in range • binnen schootsafstand, binnen bereik————————range25 zwerven ⇒ zich bewegen, gaan6 dragen ⇒ een bereik hebben, reiken♦voorbeelden:3 ticket prices range from three to eight pound • de prijzen van de kaartjes liggen tussen de drie en acht pondII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 rangschikken ⇒ ordenen, (op)stellen♦voorbeelden:range a subject under two heads • een onderwerp in twee rubrieken onderbrengen -
14 reflate
1 reflatie veroorzaken van ⇒ uitbreiden 〈 in het bijzonder geldcirculatie〉, gezond maken, stimuleren♦voorbeelden: -
15 snowball
n. sneeuwbal--------v. in steeds sneller tempo aangroeien, toenemen of zich uitbreiden; sneeuwballensnowball1♦voorbeelden:————————snowball2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
16 widen
-
17 elaborate a remark
een opmerking uitbreiden,een opmerking detailleren -
18 spread quickly
zich snel verspreiden, zich snel uitbreiden -
19 to augment
toenemenuitbreidenvergrotenverhogenvermeerderen -
20 to expand
expanderenontspannenoprekkentoenemenuitbreidenuitwalsenuitzettenverbredenvergrotenverwijdenzwellen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Afrikaans — Gesprochen in Sudafrika Südafrika Namibia … Deutsch Wikipedia
Kapholländisch — Die Artikel Grammatik des Afrikaans und Afrikaans überschneiden sich thematisch. Hilf mit, die Artikel besser voneinander abzugrenzen oder zu vereinigen. Beteilige dich dazu an der Diskussion über diese Überschneidungen. Bitte entferne diesen… … Deutsch Wikipedia
Kolonial-Niederländisch — Die Artikel Grammatik des Afrikaans und Afrikaans überschneiden sich thematisch. Hilf mit, die Artikel besser voneinander abzugrenzen oder zu vereinigen. Beteilige dich dazu an der Diskussion über diese Überschneidungen. Bitte entferne diesen… … Deutsch Wikipedia
Flügel — 1. Die Flügel der Henne sind gross genug, alle ihre Küchlein zu bedecken. Ich kann für die Meinen selbst sorgen und bedarf keiner fremden Hülfe. 2. Es hat mancher flügel, kan sich aber nicht aufschwingen, wenn man ihm nicht vnder die Arm greifft … Deutsches Sprichwörter-Lexikon