-
1 plod
n. slepende gang; gezwoeg--------v. ploeteren, zwoegen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
2 slave
n. slaaf; onderdrukt; verkocht; verpand, tot slaaf gemaakt; (in computers) slaaf, een systeem dat een dienst verleent aan een andere computer waarmee deze op een afstand is verbonden--------v. slaven, sloven, zwoegenslave1[ sleev] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 slaaf/slavin————————slave2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
3 drudge
v. zwoegen; eentonig werk doendrudge1[ drudzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 sloof ⇒ zwoeger, werkezel————————drudge2〈 werkwoord〉1 zwoegen ⇒ zich afbeulen, eentonig werk doen -
4 hammer
n. hamer--------v. hameren, smeden; verjagenhammer1[ hæmə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hamer♦voorbeelden:go/come under the hammer • geveild worden————————hammer21 hameren♦voorbeelden:1 hammer (away) at • er op loshameren/losbeukenhammer at the keys • op de piano rammelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 beaver away
-
6 buffet
n. buffet; slag, klap--------v. slaan, beuken, worstelen metbuffet1[ boefee] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————buffet2[ buffit] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————buffet3〈 werkwoord〉1 meppen ⇒ slaan, ranselen; beuken2 teisteren ⇒ kwellen, treffen♦voorbeelden: -
7 dig
n. graving, opgraving; plaats van een opgraving; duw, zet, mep, pook--------v. graven; delven; aardig vinden; begrijpen; beginnen; indringendig11 por♦voorbeelden:————————dig2♦voorbeelden:→ dig into dig into/1 graven ⇒ delven, opgraven♦voorbeelden:1 dig for information • naar gegevens spitten/zoeken3 porren→ dig out dig out/ -
8 grub
-
9 hammer (away) at something
hammer (away) at something -
10 have/hold/keep one's nose to the grindstone
have/hold/keep one's nose to the grindstonezwoegen, voortdurend hard werkenEnglish-Dutch dictionary > have/hold/keep one's nose to the grindstone
-
11 labour at/over something
labour at/over somethingop iets zweten/zwoegen -
12 labour
n. arbeiderspartijlabour1I 〈eigennaam; Labour〉1 werk(stuk) ⇒ taak, opdracht♦voorbeelden:1 labour of love • (met/uit) liefde (verricht) werk♦voorbeelden:→ hard hard/————————labour2♦voorbeelden:2 labour at/over something • op iets zweten/zwoegenlabour for a cause • zich voor een zaak inzetten→ labour under labour under/II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
13 nose
n. neus; bek; snuit--------v. zich (voorzichtig) een weg banen (v. schip, auto); zich banen/voortbewegennose1[ nooz] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:cut off one's nose to spite one's face • (in een woedebui) zijn eigen glazen/ruiten ingooienfollow one's nose • rechtuit gaan, zijn instinct volgenhave a nose for something • ergens een fijne neus voor hebbenhave/hold/keep one's nose to the grindstone • zwoegen, voortdurend hard werkenkeep one's nose out of someone's affairs • zich met zijn eigen zaken bemoeienlook down one's nose at someone • de neus voor iemand ophalen, neerkijken op iemandpoke/stick one's nose into someone's affairs • zijn neus in andermans zaken steken〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 put someone's nose out of joint • iemand voor het hoofd stoten; iemand jaloers maken〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 rub someone's nose in it/the dirt • iemand iets onder de neus wrijventurn up one's nose at something/someone • zijn neus ophalen voor iets/iemand(win) by a nose • een neuslengte vóór zijn————————nose2II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 met de neus/snoet openduwen♦voorbeelden:¶ nose into something • zijn neus steken in iets, zich bemoeien met andermans zaken -
14 peg away
peg away1 〈+at〉doorwerken/zwoegen (aan) -
15 plod away/along at one's work all night
plod away/along at one's work all nightEnglish-Dutch dictionary > plod away/along at one's work all night
-
16 plough
n. ploeg--------v. ploegen; vooruitgaan op moment van inspanning; niet slagen; balancerenplough11 ploeg♦voorbeelden:————————plough2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ploegen ⇒ beploegen, omploegen♦voorbeelden: -
17 slave away (at something)
slave away (at something)zwoegen (op iets), ploeteren 〈 bijvoorbeeld voor examen〉 -
18 slog
n. slag, harde klap--------v. slaan; doorworstelen; ploeterenslog1————————slog2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 〈 voornamelijk cricket, boksen〉hard stoten/treffen ⇒ uithalen naar, een ontzettende mep geven♦voorbeelden: -
19 strain
n. spanning; (het) drukken; moeite; verstuiken; melodie; toon; tendens, richting; karakter; afkomst--------v. spannen; inspannen; krom buigen; zevenstrain1[ streen] 〈 zelfstandig naamwoord〉8 stam ⇒ ras, soort♦voorbeelden:————————strain21 zich inspannen ⇒ moeite doen, zwoegen♦voorbeelden:2 strain at the leash • aan de teugels trekken, zich los willen rukken 〈 in het bijzonder figuurlijk〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉7 afgieten♦voorbeelden:2 strain one's eyes • turen, ingespannen kijkenstrain one's voice • zijn stem forceren -
20 toil and moil
- 1
- 2
См. также в других словарях:
u̯ā̆gh-, suā̆ gh- — u̯ā̆gh , suā̆ gh English meaning: to cry, sound Deutsche Übersetzung: ‘schreien, schallen” Material: Gk. ἠχή, Dor. ἀ̄χά: f. “ clangor, noise”, ἠχώ, οῦς f. “ clangor, sound, tone, Widerhall”, ἦχος (ark. Fᾶχος) m. ds., ἠχέω ‘schalle … Proto-Indo-European etymological dictionary