-
1 appetite
n. trek; eetlust[ æpittajt]1 eetlust ⇒ honger, trek♦voorbeelden:immense appetite for fish • enorme trek in viswhet someone's appetite • iemand lekker maken -
2 a sharp appetite
-
3 a wolfish appetite
-
4 eat with brutish appetite
eten als een beest, schrokken -
5 get up a(n)/one's appetite/thirst
get up a(n)/one's appetite/thirsthonger/dorst krijgenEnglish-Dutch dictionary > get up a(n)/one's appetite/thirst
-
6 immense appetite for fish
immense appetite for fish -
7 lack of appetite
-
8 stay one's appetite/stomach
stay one's appetite/stomachzijn honger/maag stillen -
9 whet someone's appetite
-
10 work up an appetite
-
11 glut one's appetite
zich oververzadigen -
12 has no appetite
heeft geen trek,heeft geen eetlust -
13 lose one's appetite
geen eetlust/zin hebben -
14 satisfy the appetite
de honger stillen -
15 spoil the appetite
eetlust bederven -
16 tempt the appetite
eetlust opwekken -
17 brutish
-
18 get up
opstaan, ontwakenget up♦voorbeelden:get up to • bereiken; gaan naar, benaderenwhat is he getting up to now? • wat voert hij nu weer in zijn schild?II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen opstaan ⇒ doen rijzen/stijgen3 opmaken ⇒ op/aankleden, opsmukken4 maken ⇒ ontwikkelen, produceren♦voorbeelden:get oneself/someone up as • zich/iemand verkleden alsget up a(n)/one's appetite/thirst • honger/dorst krijgenget up to • doen bereiken -
19 sharp
n. Sharp Corporation, Japans bedrijf (opgericht in Japan door Tokuji Hayakawa in 1912) met kantoren en bedrijven over de gehele wereld, fabrikant van elektronische elementen voor persoonlijk en bedrijfsgebruiksharp12 → sharper sharper/————————sharp2I 〈bijvoeglijk naamwoord; sharpness〉1 scherp ⇒ spits, puntig2 schril ⇒ duidelijk/scherp uitkomend/afstekend3 abrupt ⇒ plotseling, steil, sterk4 bijtend ⇒ doordringend, snijdend5 scherp ⇒ pikant, sterk7 streng ⇒ vinnig, bijtend8 scherpzinnig ⇒ bijdehand, pienter, vlug9 geslepen ⇒ sluw, gewiekst, gehaaid♦voorbeelden:a sharp knife • een scherp mesa sharp image • een scherp/duidelijk beeld3 a sharp fall/rise in prices • een plotselinge/scherpe daling/stijging van de prijzena sharp turn to the right • een scherpe bocht naar rechtsa sharp voice • een scherpe/schelle stema sharp wind • een snijdende windsharp sauce • pikante sausa sharp reproof • een scherp/hard verwijthave a sharp tongue • een scherpe tong hebbenbe sharp with someone • iemand hard aanpakkensharp ears • scherpe/waakzame orenkeep a sharp look-out • scherp uitkijkensharp at maths • goed in wiskundebe too sharp for someone • iemand te slim af zijnhe's got a sharp eye for detail • hij heeft een goed oog voor detailsa sharp appetite • een stevige eetlustsharp practice • oneerlijke praktijken, een vuil zaakjeas sharp as a razor • buitengewoon intelligent1 (-)kruis♦voorbeelden:1 C sharp • C-kruis, do kruis, cisF sharp • F-kruis, fa kruis, fis————————sharp3〈bijwoord; sharper〉1 → sharpsharp/2 stipt ⇒ precies, klokslag4 scherp♦voorbeelden:¶ look sharp! • schiet op, haast je! -
20 stay
n. verblijf; stut; stag; hulp--------v. blijven; verblijven; logeren; een achterstand oplopen; steunenstay1[ stee] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 balein♦voorbeelden:————————stay2♦voorbeelden:1 〈 informeel〉 come to stay, be here to stay • blijven; 〈 figuurlijk〉 zich een blijvende plaats verwervenstay for/to dinner • blijven etenstay at a hotel • in een hotel logerenstay with friends • bij vrienden logeren♦voorbeelden:4 stay one's appetite/stomach • zijn honger/maag stillenIV 〈 koppelwerkwoord〉1 blijven♦voorbeelden:stay abreast (of) • op de hoogte blijven vanstay ahead • aan de leiding blijvenstay ahead of the others • de anderen voor blijvenstay away • wegblijvenstay away from someone/something • zich niet bemoeien met iemand/ietsstay behind • (achter)blijvenstay down • beneden/erin blijven (staan)stay in • binnen blijvenstay in (after school) • nablijvenstay indoors • binnen blijvenstay up • recht blijven (staan); boven blijven 〈 in het water〉; blijven staan/hangen; in de lucht blijvenstay up late • laat opblijvenstay up (at the University) • niet met vakantie gaanstay off the bottle • niet meer drinkenstay out of trouble • moeilijkheden vermijden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Appetite — • A tendency, an inclination, or direction Catholic Encyclopedia. Kevin Knight. 2006. Appetite Appetite † … Catholic encyclopedia
Appetite — Ap pe*tite, n. [OE. appetit, F. app[ e]tit, fr. L. appetitus, fr. appetere to strive after, long for; ad + petere to seek. See {Petition}, and cf. {Appetence}.] 1. The desire for some personal gratification, either of the body or of the mind.… … The Collaborative International Dictionary of English
appetite — (n.) c.1300, craving for food, from Anglo Fr. appetit, O.Fr. apetit (13c.) appetite, desire, eagerness, from L. appetitus appetite, lit. desire toward, from appetitus, pp. of appetere to long for, desire; strive for, grasp at, from ad to (see AD… … Etymology dictionary
appetite — ► NOUN 1) a natural desire to satisfy a bodily need, especially for food. 2) a liking or inclination: my appetite for study had gone. DERIVATIVES appetitive adjective. ORIGIN Latin appetitus desire for , from appetere seek after … English terms dictionary
appetite — [ap′ə tīt΄] n. [OFr apetit < L appetitus, eager desire for < appetere, to strive after < ad , to + petere, desire: see FEATHER] 1. a desire to satisfy some craving of the body; specif., a desire for food, or, sometimes, a desire for some … English World dictionary
appetite — index desire, penchant, predilection, predisposition Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
appetite — *desire, lust, passion, urge Analogous words: hungering or hunger, thirsting or thirst, yearning, longing (see LONG vb): craving, wishing, coveting (see DESIRE vb): impulse, spring, *motive: *cupidity, greed Contrasted words: abnegation, self… … New Dictionary of Synonyms
appetite — [n] desire for food, worldly goods appetence, appetency, appetition, big eyes*, craving, demand, fondness, gluttony, greed, hankering, hunger, inclination, itch*, liking, longing, lust, passion, penchant, proclivity, propensity, ravenousness,… … New thesaurus
appetite — noun 1 desire for food ADJECTIVE ▪ big, enormous, gargantuan, good, healthy, hearty, huge, insatiable, large, ravenous … Collocations dictionary
Appetite — The appetite is the desire to eat food, felt as hunger. Appetite exists in all higher lifeforms, and serves to regulate adequate energy intake to maintain metabolic needs. It is regulated by a close interplay between the digestive tract, adipose… … Wikipedia
appetite — /ap i tuyt /, n. 1. a desire for food or drink: I have no appetite for lunch today. 2. a desire to satisfy any bodily need or craving. 3. a desire or liking for something; fondness; taste: an appetite for power; an appetite for pleasure. [1275… … Universalium