-
1 to square off the corners
opstekenEnglish-Dutch technical dictionary > to square off the corners
-
2 put up
zich kandidaat stellen; voorstellenput up♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 opsteken ⇒ hijsen, ophangen3 bekendmaken ⇒ afkondigen, ophangen♦voorbeelden:put up a show • iets voor de show doen4 put up a case • een zaak naar voren brengen/verdedigenput up a proposal • een voorstel voorleggen7 who will put up money for new research? • wie stelt geld beschikbaar voor nieuw onderzoek?the rebels put up strong resistance • de rebellen boden hevig weerstand¶ put someone up to something • iemand opstoken/aanzetten tot iets; iemand op de hoogte brengen van iets -
3 thumb
n. duim, grote teen--------v. liften, de duim opsteken; doorbladeren; beduimelenthumb1[ θum] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 duim♦voorbeelden:¶ give the thumbs up/down • goedkeuren/afkeurentwiddle one's thumbs • duimendraaienthumbs down • afgewezenthumbs up! • prima!; kop op!, hou je taaibe under someone's thumb • bij iemand onder de plak zitten————————thumb2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 beduimelen ⇒ vuile vingerafdrukken achterlaten in/op♦voorbeelden: -
4 lever
lever1 [ləvee]〈m.〉♦voorbeelden:au lever du rideau • bij het opgaan van het doek————————lever2 [ləvee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (op)heffen ⇒ oprichten, optillen2 opheffen ⇒ een einde maken aan, wegnemen♦voorbeelden:lever un fardeau • een last optillenlever les glaces • de raampjes omhoogdraaienlever les lettres • de brievenbus lichtenlever le poing • zijn vuist opheffenlever les yeux, la tête, le visage, le nez • opkijkenlever des impôts • belastingen heffenlever un lièvre • een haas opjagen♦voorbeelden:→ pied1. m2) (het) opkomen [zon]3) opslag, opmaat [muziek]4) opmeting2. v1) rijzen [deeg]2) ont-kiemen3) opheffen5) opmeten6) oproepen3. se leverv1) opstaan, gaan staan2) omhooggaan3) opkomen [zon, maan]5) opsteken [wind] -
5 aufheben
aufheben♦voorbeelden:2 den Arm, die Hand aufheben • de arm, de hand opsteken3 bei jemandem gut, schlecht aufgehoben sein • bij iemand in goede, slechte handen zijnjemandem etwas zum Aufheben geben • iemand iets geven om het te bewarendie Sitzung, die Versammlung aufheben • de zitting, de vergadering opheffen, schorseneins hebt das andere nicht auf • het een sluit het andere niet uit¶ 〈 spreekwoord〉 aufgeschoben ist nicht aufgehoben • uitstel is geen afstel; wat in het vat is, verzuurt niet♦voorbeelden: -
6 erheben
erheben1 (op)heffen, verheffen2 stichten, verheffen3 verheffen (in, tot)4 heffen, invorderen♦voorbeelden:mit erhobener Stimme • met stemverheffingAnspruch auf etwas erheben • aanspraak op iets makenein Geschrei erheben • een geschreeuw aanheffenProtest gegen etwas erheben • protest tegen iets aantekenen2 zich verheffen, uitreiken (boven)♦voorbeelden:der Sturm erhebt sich • de storm steekt op -
7 heben
heben1 (op)tillen ⇒ heffen, opsteken3 bevorderen ⇒ verbeteren, verhogen♦voorbeelden:einen neuen Rekord heben • in gewichtheffen een nieuw record vestigendie Schultern heben • de schouders ophalen♦voorbeelden: -
8 strecken
strecken♦voorbeelden:die Arme in die Höhe strecken • zijn armen omhoogstekendie Füße von sich strecken • zijn benen strekken1 zich strekken ⇒ zich (uit)rekken, langer worden2 (languit) gaan liggen, zich uitstrekken ⇒ zich neervlijen♦voorbeelden: -
9 поднимать
opheffen, optillen, opsteken, omhoog brengen -
10 поднять
opheffen, optillen, opsteken, omhoog brengen -
11 делать причёску
vgener. opsteken -
12 зажигать
v -
13 закалывать косу
vgener. een vlecht opsteken -
14 закурить
vgener. een sigaret opsteken (Hij stak een sigaret op. - Îí çàêóðèô (ïàïèðîñó).) -
15 научиться
vgener. opsteken, leren, aanleren -
16 начать восстание
vgener. de banier opsteken -
17 подкалывать косу
vgener. een vlecht opsteken -
18 поднимать
vgener. (вопрос и т.п.) aankaarten, beuren (ãðóç), heffen, hijsen, opbeuren, opbrengen, opdragen, opdrijven, ophalen, ophebben, opheffen, opjagen, opjagen (зверя, дичь), oplaten (занавес), opnemen, oprichten, opschuiven, opslaan (глаза), opsteken, optrekken, opvatten, opvoeren, opzetten, verheffen, lichten, oplichten, aansnijden (вопрос и т.п.), ophijsen (ôôàã), ophogen, oppakken, oprapen, optillen, opwaaien (ïûôü), overal maken, rapen, schorten, spannen (паруса), tillen, verhogen -
19 поднять
vgener. (сено на вилы) opsteken, porren -
20 показать
vgener. (пальцем) opsteken, zich doen kennen als
См. также в других словарях:
Trunken — 1. Der ist noch nicht trunken, der ein Bein heben kann, wenn er im Graben liegt. Holl.: Hij is nog niet dronken, die iggende in het wagen spoor een been kan opsteken. (Harrebomée, I, 156b.) 2. Der trunken ist, ist nicht sein eigener Herr. Frz.:… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon