-
1 zoetheid
♦voorbeelden: -
2 zoetheid
сущ.общ. послушание, приятность, сладость, прелесть -
3 zoetheid
n. sweetness, sweetie, sweety -
4 de zoetheid van toon
de zoetheid van toon -
5 sweetness
-
6 douceur
douceur [doesur]〈v.〉4 genot ⇒ (het) aangename, heerlijkheid5 zachtheid ⇒ vriendelijkheid, zachtmoedigheid♦voorbeelden:3 en douceur • in alle rust, zachtjesatterrissage en douceur • zachte landings'éclipser en douceur • zonder opzien te baren ervandoor gaanelle est d'une douceur angélique • zij is engelachtigc'est la douceur même • hij, zij is de zachtmoedigheid zelveemployer la douceur • iets met zachte hand proberen te doenprendre qn. par la douceur • iemand zachtjes aanpakken1. f1) zoetheid2) zachtheid, mildheid3) rust, kalmte4) genot, heerlijkheid2. douceursf pl -
7 послушание
n1) gener. volgzaamheid, zoetheid, gehoorzaamheid, gevolg, gewilligheld, gezeglijkheid, makheid, tamheid2) liter. buigzaamheid -
8 прелесть
ngener. fijnheid, fijnte, bekoorlijkheid, bekoring, bevalligheid, fraaiheid, knapheid, liefelijkheid, netheid, zoetheid -
9 приятность
ngener. aangenaamheid, genoeglijkheid, zoetheid, gezelligheid, netheid -
10 сладость
ngener. zoetheid, zoetigheid -
11 honey
adj. honing-; zoet--------n. honing--------v. likken, vleien[ hunnie] -
12 sugariness
n. snoepjes, zoetheid -
13 miel
-
14 sagesse
sagesse [saazĵes]〈v.〉2 wijsheid3 oppassendheid ⇒ kuisheid, braafheid♦voorbeelden:→ dentf1) wijsheid4) braafheid -
15 послушание
n1) gener. volgzaamheid, zoetheid, gehoorzaamheid, gevolg, gewilligheld, gezeglijkheid, makheid, tamheid2) liter. buigzaamheid -
16 прелесть
ngener. fijnheid, fijnte, bekoorlijkheid, bekoring, bevalligheid, fraaiheid, knapheid, liefelijkheid, netheid, zoetheid -
17 приятность
ngener. aangenaamheid, genoeglijkheid, zoetheid, gezelligheid, netheid -
18 сладость
ngener. zoetheid, zoetigheid -
19 Süße
-
20 Süßigkeit
Süßigkeit〈v.; Süßigkeit, Süßigkeiten〉
См. также в других словарях:
Süss — 1. Einer mag s süss, der ander sawr, so werden alle gemüse passen. – Petri, II, 181; Henisch, 1489, 14. 2. Es ist nichts so süss, es ist etwas Bitteres dabei. Holl.: Binnen schijn van zoetheid vindt men dikwijls gal. (Harrebomée, II, 247b.) Lat … Deutsches Sprichwörter-Lexikon