-
41 erkranken
-
42 upset
adj. van streek--------n. omverwerpen; ruzie; verstoring--------v. omverwerpen; in de war sturen; van streek makenupset1[ upset] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 omverwerping ⇒ verstoring, totale ommekeer2 ontsteltenis ⇒ (bron van) ellende, (emotionele) schok4 〈 sport〉verrassende nederlaag/wending♦voorbeelden:————————upset2[ upset]♦voorbeelden:II 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉1 van streek ⇒ overstuur, geërgerd————————upset3[ upset]1 omkantelen ⇒ omslaan, omvallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 omstoten ⇒ omverwerpen, omgooien3 in de war sturen ⇒ verstoren, van zijn stuk brengen♦voorbeelden:3 a very upsetting experience • een heel nare/onplezierige ervaringit upset me greatly • ik ben er erg van geschrokken -
43 beter
beter1〈 het〉1 something/anything better♦voorbeelden:bij gebrek aan beter • for want of anything better————————beter21 [vergrotende trap van ‘goed’] better2 [genezen; minder ziek] better♦voorbeelden:het is beter dat je nu vertrekt • you'd better leave nowze is beter in wiskunde dan haar broer • she's better at maths than her brotheralles is beter dan een bezoek aan haar • anything is preferable to visiting herdat is al beter • that's more like ithuilen maakt het er helemaal niet beter op voor je • crying won't do you any goodbeter maken • improvehij was beter af zonder hun hulp • he'd be better off without their helpergens beter van worden • benefit from somethingbeter worden • improvedaar wordt het niet beter van • that will not make things any betterbij gebrek aan iets beters • for want of anything betterwel wat beters te doen hebben • have better things to dohij is weer helemaal beter • he has completely recoveredbeter maken, weer beter maken • curebeter worden, weer beter worden • recover, get well againbetere kwaliteit (van) koffie • better-quality coffeeII 〈 bijwoord〉1 [vergrotende trap van ‘goed’] better2 [anders] better♦voorbeelden:hij kan zijn geld wel beter gebruiken • he knows better than to spend his money on thatbeter gezegd • (or) ratherje had beter kunnen helpen, je had er beter aan gedaan te helpen • you would have done better to helphet beter hebben (dan vroeger/dan een ander) • be better off (than before/than someone else)de leerling kon beter • the student could do betterom (des te) beter te kunnen zien • (all) the better to seejij kunt beter je mond houden • you'd better keep your mouth shutJohn tennist beter dan ik • John is a better tennis-player than meiets tegen beter weten in doen • do something against one's better judgementze weten niet beter of … • for all they know …des te beter (voor ons) • so much the better (for us)hoe eerder hoe beter • the sooner the betterde volgende keer beter • better luck next timehij weet nu wel beter • he knows better now -
44 sollen
sollen♦voorbeelden:1 was soll das geben? • wat moet dat worden?was soll das heißen? • wat wil dat zeggen?das soll nicht geleugnet werden • dat valt niet te ontkennenda soll noch einer sagen, dass … • er moet er nog maar eens eentje (komen) vertellen dat …er sollte sich schämen • hij moest zich, zou zich moeten schamenwas soll denn das sein? • wat moet dat (nou) voorstellen?wozu soll denn das gut sein? • waar is dat nou (weer) goed voor?er soll es aber nicht wissen! • hij mag het echter niet weten!was soll das? • wat moet dat?was solls! • wat doet het ertoe!du sollst, solltest lieber gleich gehen • je kunt maar beter meteen gaan2 sollen wir gehen? • zullen we gaan?das soll hier genügen • dat moge hier volstaanda sollte man doch meinen, dass … • je zou (op den duur) nog gaan denken dat …es soll nie wieder vorkommen! • het zal nooit meer gebeuren!warum sollte ich nicht? • waarom zou ik niet?es sollte aber ganz anders kommen • het zou echter heel anders uitpakkensollte er doch noch kommen, dann sage ihm … • mocht hij toch nog komen, zeg hem dan …es hat nicht sein sollen, nicht sollen sein • het heeft niet (zo) mogen zijn〈 formeel〉 und sollte ich auch verlieren! • en al moet ik verliezen!4 er soll krank sein • hij zou ziek zijn (wordt er gezegd), naar het schijnt is hij ziek¶ soll er doch! • laat hem toch, maar! -
45 finden
findenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:zur Musik finden • door de muziek aangetrokken wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:ihre Blicke finden sich • hun blikken ontmoeten elkaarjemanden krank finden • iemand ziek aantreffennichts dabei finden, dass … • er niets op tegen hebben dat …etwas findet Beachtung, Berücksichtigung • op iets wordt geletin bestimmte Kreise Eingang finden • tot bepaalde kringen toegang krijgenGefallen an etwas, jemandem finden • behagen in iets, iemand scheppenden Mut zu etwas finden • de moed voor iets kunnen opbrengen♦voorbeelden:es fand sich keiner, der … • er was niemand te vinden die … -
46 porter
porter [portee]♦voorbeelden:porter sur le public • aanslaan bij het publiekII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 dragen ⇒ meevoeren, bij zich hebben, aan, op hebben, drachtig zijn2 brengen (naar) ⇒ (ver)voeren (naar), leggen (op), wenden (naar), drijven (tot)5 bevatten ⇒ hebben, vertonen, bezitten7 vermelden ⇒ doorgeven, inschrijven, noteren♦voorbeelden:porter le deuil • in de rouw zijnmes jambes ne me portent plus • ik kan niet meer op mijn benen staanporter le poids de • de last torsen vanelle porte bien cette toilette • dit toiletje staat haar heel goedporter qn. en triomphe • iemand in triomf op de schouders dragenporter à la poste • postenporter qc. à sa perfection • iets tot in de puntjes verzorgenporter devant le tribunal • voor het gerecht brengenporter en terre • ten grave dragenporter son regard sur • zijn blik laten gaan overporter la conversation sur • het gesprek brengen opporter ses efforts sur • zich helemaal inzetten voorporter son regard vers • zijn blik richten oplivre portant le titre • boek met als titelporter les traces, les marques de • sporen vertonen vanêtre porté à croire que • alle reden hebben om te geloven dattout porte à croire que • alles wijst erop datporter au compte profits et pertes • op de winst-en-verliesrekening boekenporter sur un registre • inschrijven, boeken2 het … maken 〈 gezondheid〉5 zich laten verleiden (tot) ⇒ gaan (tot), komen (tot), zover komen dat♦voorbeelden:3 se porter candidat à • zich kandidaat stellen voor, solliciteren naarse porter garant de • borg staan voorse porter en tête (de) • vooropgaan, vooraan gaan rijdenles regards se portent sur • de blikken richten zich oples soupçons se portent sur lui • de verdenking valt op hem5 se porter aux dernières extrémités • ontzettend kwaad, handtastelijk worden————————v1) steunen (op)6) dragen8) veroorzaken9) tonen10) vertonen, bezitten11) aanzetten (tot)12) vermelden, inschrijven -
47 pakken
1 [te voorschijn halen] get, take, fetch3 [betrappen] catch5 [gebruik maken van] take6 [met betrekking tot drank] have7 [bevangen zijn door] catch, get8 [benadelen] get9 [proppen] compress10 [mishandelen] do (someone) over♦voorbeelden:een extra kopje pakken • fetch an extra cupschone lakens uit de kast pakken • get clean sheets from the cupboardeen pen pakken • get a pendan moet je mij pakken • (try and) catch me if you darepak ze! • give it to them!; 〈 tegen hond〉 get them!hij pakte haar bij de arm • he grabbed her by the armiets te pakken krijgen • lay one's hands on somethingde verkeerde te pakken hebben • get hold of the wrong personals ik hem te pakken krijg • if I catch him/lay hands on himpak me dan, als je kan! • catch me if you can!pak ze van je eigen leeftijd • tackle your own agehet lelijk te pakken hebben • 〈erg verkouden/ziek zijn〉 be in a bad way; 〈 erg verliefd zijn〉 be lovesick8 de zwaksten/minima worden altijd gepakt • the weakest/minimum wage earners always get itmij pakken ze niet meer • they won't catch me againiemand op iets pakken • get someone on somethingaan alle kanten gepakt worden • get it on all sides9 op elkaar gepakt in de bus staan • be squashed/packed together in the busze hebben me flink/goed te pakken gehad • 〈onder handen/bij de neus nemen〉 they really had me (there); 〈 bij de neus nemen ook〉 they really made me look silly1 [boeien] grip, hold, fetch♦voorbeelden:het betoog pakte de toehoorders • the speech held the audience2 [zich laten samenvoegen] bind3 [koffers inpakken] pack (up)♦voorbeelden:3 we moeten nog pakken • we still have to pack/do the packing -
48 come over
-
49 green
adj. groen; onrijp; ziekelijk; beginnend--------n. groen (kleur); golfterrein; grasveld; brink; baangreen1[ grie:n]1 grasveld ⇒ brink, dorpsplein1 groen♦voorbeelden:————————green2〈 greenness〉1 groen2 groen ⇒ met gras/loof begroeid♦voorbeelden:green vegetables • bladgroenten4 green apples • groene/zure appelsgreen herring • groene/ongezouten haring¶ green beans • sperziebonen, prinsessenbonengreen card • groene kaart 〈 internationaal motorrijtuigenverzekeringsdocument〉; 〈 Amerikaans-Engels〉 permanente verblijfsvergunninghave green fingers/a green thumb • groene vingers hebben, talent hebben voor plantenverzorgingbe green about the gills • er ziek uitzien, wit om de neus zijngive someone the green light • iemand het groene licht gevengreen peas • doperwtengreen plover • kievietgreen power • macht van het geldII 〈 bijvoeglijk naamwoord, predicatief〉♦voorbeelden: -
50 laugh
n. lach; glimlach; vermaak; uitlachen--------v. lachen; met lachen uitdrukken; glimlachen; grappenmaken; uitlachen; toelachenlaugh1[ la:f] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 lach ⇒ manier van lachen, lachje♦voorbeelden:3 for laughs • voor de gein/lolget/have the laugh of/on someone • iemand op zijn nummer zetten————————laugh21 lachen2 in de lach schieten ⇒ moeten/beginnen te lachen♦voorbeelden:→ laugh at laugh at/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 lachend uiten/zeggen2 belachelijk maken ⇒ uitlachen, weglachen♦voorbeelden:laugh off • met een lach/grapje afdoen¶ laugh oneself sick • zich ziek/dood/een ongeluk lachen〈 spreekwoord〉 laugh and the world laughs with you; cry and you cry alone • vrolijke mensen hebben altijd veel vrienden om zich heen; treurige mensen worden gemeden→ laugh away laugh away/ -
51 lie
n. leugen--------n. ligging, plaats; leugen--------v. liegen, een leugen vertellen; oplichten; voor de gek houden--------v. liggen; rusten; zich thuisvoelen; zijnlie1[ laj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 leugen♦voorbeelden:tell a lie • liegen2 〈 Brits-Engels〉 the lie of the land • de natuurlijke ligging van het gebied/stuk grond; 〈 figuurlijk〉 de stand van zakengive the lie to • weerleggen→ white white/————————lie2I 〈onovergankelijk werkwoord; lied, lying〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:lie oneself out of something • zich ergens uit liegen————————lie31 (plat/uitgestrekt/vlak) liggen ⇒ rusten♦voorbeelden:1 lie ill • ziek in/te bed liggenlie asleep • liggen te slapen〈voornamelijk Brits-Engels; slang〉 lie doggo • zich schuil/koest/gedeisd houden2 here lies … • hier ligt/rust …lie at the mercy of • overgeleverd zijn aanlie in ruins/in the dust • in puin liggenlie dormant • sluimerenlie fallow • braak liggenlie heavy • zwaar op de maag liggen; (zwaar) op het geweten drukken, dwars zittenlie at anchor/its moorings • voor anker liggen, vastliggenmy sympathy lies with … • mijn medeleven/sympathie gaat uit naar … -
52 savoir
savoir1 [saavwaar]〈m.〉1 kennis ⇒ wetenschap, eruditie————————savoir2 [saavwaar]1 weten2 kennen♦voorbeelden:peut-on savoir? • vertel eens?reste à savoir si • blijft nog over de vraag of〈 informeel〉 va savoir, allez savoir! • zie daar maar eens achter te komen!qu'est-ce que j'en sais!, est-ce que je sais? • weet ik veel!cet argent vient de qui vous savez • dat geld komt van u-weet-welil avait un je ne sais quoi de charmant • hij had, hoe zal ik het zeggen, iets charmantsen savoir long • goed op de hoogte zijnne savoir que, quoi faire • zich geen raad wetenà savoir • te weten, namelijkvous n'êtes pas sans savoir que • u weet heel goed daton sait que • het is bekend datsachez que • u moet weten datque je sache • voor zover ik weetla question est de savoir si • het is de vraag ofon ne saurait tout prévoir • men kan ook niet alles voorziensavoir vivre • weten hoe men zich moet gedragen♦voorbeelden:ça se saurait • als dat waar was zou het wel bekend zijn1. m1) kennis2) wetenschap2. v1) weten2) kennen3) kunnen -
53 gezond
♦voorbeelden:een gezonde kleur hebben • avoir de belles couleurseen paar gezonde wangen • une paire de belles joues fermesgezond en wel • sain et saufiemand gezond maken • guérir qn.er gezond uitzien • avoir bonne mineweer gezond worden • se rétablirzij is door en door gezond • elle a une santé de ferde gezonde berglucht • l'air salutaire de la montagneeen gezond klimaat • un climat saineen gezond oordeel • un jugement saineen gezonde slaap • un sommeil réparateurdat is geen gezonde toestand • c'est une situation malsainegezond leven • vivre sainementiets gezond maken • assainir qc.gezond oordelen • juger sainementgezond redeneren • raisonner justegezond wonen • vivre dans un environnement salubre -
54 hond
♦voorbeelden:zo dartel als een jonge hond • qui fait le jeune chienslapende honden wakker maken • éveiller le chat qui dorteen staande hond • un chien d'arrêtcommandeer je hond en blaf zelf! • je ne suis pas ton chien!de gebeten hond zijn • être la brebis galeuseeruitzien als een geslagen hond • avoir l'air d'un chien battudaar zouden de honden geen brood van lusten • c'est un vrai scandalede hond uitlaten • promener son chiende hond in de pot vinden • danser devant le buffetJan loopt mij achterna als een hond(je) • Jean me suit comme un canichezo moe zijn als een hond • être mort de fatiguehij is zo ziek als een hond • il est malade comme un chienbehandeld worden als een hond • être traité comme un chien〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand ontvangen gelijk een hond in een kegelspel • recevoir qn. comme un chien dans un jeu de quilles〈 spreekwoord〉 als twee honden vechten om een been, loopt de derde ermee heen • c'est le troisième larron〈 spreekwoord〉 het maakt niet uit of je van de hond of de kat gebeten wordt • il vaut autant être mordu d'un chien que d'une chienne〈 spreekwoord〉 men moet geen slapende honden wakker maken • il ne faut pas réveiller le chat qui dort〈 spreekwoord〉 met onwillige honden is het kwaad hazen vangen • on ne saurait faire boire un âne qui n'a pas soif〈 spreekwoord〉 wie een hond wil slaan, vindt licht een stok • qui veut noyer son chien l'accuse de la rage2 ondankbare hond! • espèce d'ingrat!stomme hond! • imbécile!een hond van een kerel • une canaille -
55 zullen
1 [moeten] shall♦voorbeelden:II 〈 hulpwerkwoord〉1 [ter vorming van de toekomende tijd] 〈 1e persoon〉 shall; 〈 2e en 3e persoon〉 will; 〈 voorwaardelijk〉 should, would♦voorbeelden:maar het zou nog erger worden • but worse was yet to comedat zul je nu altijd zien! • isn't that (just) typical!wat zou dat? • so what?, what's that to you?zou je ze niet? • don't you just love 'em?2 zou je denken? • do you think (so)?als ik het kon, zou ik het doen • I would (do it) if I couldzou je niet eens naar bed gaan? • isn't it (about) time you went to bed?het zal je gebeuren! • imagine it was you!hij zou fraude gepleegd hebben • he is said to have committed frauddat zal vorig jaar geweest zijn • that would be last yearmen zou menen (dat) • one would think (that)het zal je eigen kind maar wezen! • imagine it was your own kid!wie zal het zeggen? • who's to say?, who can say?zou hij ziek zijn? • can he be ill/sick?het zou wat • big deal, so what -
56 zwaar
1 [veel wegend] heavy♦voorbeelden:zwaar wegen • weigh/count heavily, lie heavy, be importantzwaarder worden • put on/gain weighttwee pond te zwaar • two pounds overweight/too heavy3 zwaar linnen/papier • heavy quality linen/paperzwaar geschut • big/heavy gunszwaar vergif • strong poisonzware wijn • full-bodied wine5 zware ademhaling • hard breathing, wheezingeen zware bevalling • a difficult deliveryeen zware dag • a hard dayeen zwaar examen • a stiff/difficult exam〈 figuurlijk〉 hij heeft het zwaar • he's having a hard time of it, he really has it roughde tocht viel hem zwaar • the trip took it out of him6 zware tijden • hard/difficult timesiemand zwaar straffen • punish someone severely7 een zwaar ongeval • a bad/serious accidentzwaar verlies • a heavy losszwaar zondigen • sin grievously, offend deeplyII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:het is tweemaal zo zwaar • it is twice as heavy, it weighs twice as much♦voorbeelden:1 zwaar gewond • badly/seriously/severely woundedzwaar verkouden zijn • have a bad coldiemand zwaar belasten • put stress on someone, burden someonezwaar drukken op • weigh heavily (up)onzwaar getroffen zijn • be badly/hard hitiets zwaar opnemen • take something hard
См. также в других словарях:
Kopf — 1. Abgehauener Kopf braucht keine Sturmhaube mehr. 2. Am Kopf des Narren lernt der Junge scheren. Die Araber in Algerien: Am Kopfe der Waise macht der Chirurg Versuche. Die ägyptischen Araber: Er lernt das Schröpfen an den Köpfen der Waisen.… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Teufel — (s. ⇨ Teixel). 1. A mol muess ma m Teuffel uff de Wedel treta. – Birlinger, 1036. 2. All, wat de Düwel nich lesen kann (will), dat sleit he vörbi (oder: sleit he äwer). – Frommann, II, 389, 123; Eichwald, 346; Goldschmidt, 57; Kern, 1430. 3. Als… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Katze — 1. A Kât luckat efter a Könnang. (Nordfries.) – Johansen, 57. Eine Katze lugt, sieht nach einem Könige. 2. Ain katz vnd ain muz, zwen han in aim huz, ain alt man vnd ain iung wib belibent selten an kib. – Reinmar d.A., 1200. 3. Alle (alte) Katten … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Holländische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländisch-Flämische Sprache — Niederländisch Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur mundartlich in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische Klassifikation … Deutsch Wikipedia
Niederländische Sprache — Niederländisch (Nederlands) Gesprochen in Siehe unter „Offizieller Status“, des Weiteren in Indonesien und nur dialektal in Frankreich (Nord Pas de Calais) und Deutschland (Nördlicher Niederrhein). Sprecher ca. 26 Millionen Linguistische… … Deutsch Wikipedia
Liste von Blasmusik-Komponisten — In diese Liste sollen Komponisten eingetragen werden, die für Blasorchester im weitesten Sinne (Symphonisches Blasorchester, Bläserbesetzung von Symphonieorchester, Brass Band, Banda, Harmonie Orchester, Fanfare oder Fanfare Orchester, Band,… … Deutsch Wikipedia
Sucht — ist der umgangssprachliche Begriff für verschiedene medizinisch psychologische Krankheitsbilder. In der Fachwelt ist er ersetzt worden durch die Begriffe Abhängigkeitssyndrom für substanzgebundene Abhängigkeiten und Impulskontrollstörung,… … Deutsch Wikipedia
Velberter Platt — Das Velberter Platt (Eigenbezeichnung: Velbedersch) in der Ortschaft Velbert im Bergischen Land ist ein Dialekt, der ursprünglich zur südlichen Untergruppe des Niederfränkischen gehörte. Heute wird er in der Germanistik mehrheitlich unter der… … Deutsch Wikipedia
Salat — 1. Auf den Salat einen Trunk schad t dem Doctor genung. 2. Das ist ein rechter Salat für das Maul, sagte der Philosoph, der sonst nie gelacht, da er einen Esel Disteln fressen sah. (S. ⇨ Maul 216.) – Körte, 5168; Hoefer, 844. 3. Dat s Salat,… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon