-
1 yes
adv. ja--------n. ja; positief antwoordyes1[ jes] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 ja ⇒ bevestigend antwoord2 ja-stem♦voorbeelden:1 say yes • ja zeggen, het jawoord geven————————yes2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 You didn't pay, did you? Yes, I did • Je hebt niet betaald, hè? Jawel hoor -
2 yes-man
-
3 yes and no
ja en nee (misschien, uitdrukking van twijfel) -
4 yes and no man
ja- en nee-man, iemand die weifelt -
5 yes man
jabroer,jaknikker -
6 yes siree
ja inderdaad -
7 but yes!
but yes!maar ja toch! -
8 oh yes!
oh yes!o ja!, ja zeker! -
9 oh yes?
oh yes?zo?, o ja? -
10 say yes
-
11 his yes man
zijn dienstknecht -
12 said yes
stemde toe, zei ja, beantwoordde positief -
13 saying yes
ja-zeggen, het zeggen van "ja" -
14 oh
interj. o! o!--------n. o!, och!, ach!oh, O,o[ oo]1 o! ⇒ och! ach!♦voorbeelden:oh no! • dat niet!, o nee!oh yes! • o ja!, ja zeker!oh yes? • zo?, o ja?oh-oh! • o, wat jammer!oh well • och, och kom¶ oh boy! • sjonge!, jeetje! -
15 siree
interj. (Informeel) meneer, mijnheer (term gebruikt om het woord "yes" of "no" te benadrukken zoals in "Yes, Siree") -
16 but
adv. alleen als; met moeite--------conj. maar; doch--------n. voorwaarde; weerstand; beperking--------prep. behalve--------v. "maar"but1[ but] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 maar ⇒ tegenwerping, bedenking♦voorbeelden:but me no buts • geen gemaar, niks te maren〈 informeel〉 no buts about it • zeker weten, reken maar————————but21 die/dat niet♦voorbeelden:————————but31 slechts ⇒ enkel, alleen, maar, pas2 (en) toch ⇒ echter, anderzijds♦voorbeelden:I could but feel sorry for her • ik kon enkel medelijden hebben met haarI know but one • ik ken er maar één————————but41 behalve ⇒ buiten, uitgezonderd, anders dan♦voorbeelden:all but John • allen behalve Johnwho but John? • wie anders dan John?he wanted nothing but peace • hij wilde slechts rustthe last but one • op één na de laatstethe next summer but one • de zomer na de volgende————————but5♦voorbeelden:what could I do but surrender? • wat kon ik doen behalve me overgeven?¶ 〈 informeel〉 no sooner had she spoken but it appeared again • ze was nog niet uitgesproken of het verscheen opnieuwII 〈 nevenschikkend voegwoord〉♦voorbeelden:young but clever • jong maar sluwbut then (again) • (maar) anderzijds/jabut yet • niettemin2 he ran but ran! • hij liep, en hoe!he ran but fast! • hij liep, en snel ook!but no! • nee maar!, nee toch!but yes! • maar ja toch! -
17 fashion
n. mode; gewoonte, gebruik; vorm, manier van, manier waarop; soort--------v. vormen, maken; aanpassenfashion1[ fæsjn] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 gebruik ⇒ mode, gewoonte2 manier ⇒ stijl, trant♦voorbeelden:1 it's the fashion to do that • het is de gewoonte/gebruikelijk (om) dat te doenset a fashion • de toon aangevenbe in fashion • in de mode/in zwang zijncome into fashion • in de mode rakengo out of fashion • uit de mode rakenbe all the fashion • erg in zijndid he change the nappies? yes, after a fashion • heeft hij de baby verschoond? ja, op zijn manier 〈 dat wil zeggen niet perfect〉————————fashion2〈 werkwoord〉1 vormen ⇒ modelleren, maken♦voorbeelden:fashion a sheet into a dress • van een laken een jurk fabrieken -
18 it
informatie technologie (algemene naam voor gecomputeriseerde informatieverwerking en communicatie van gegevens)IT (Information Technology)it1————————it2[ it] 〈 voornaamwoord〉1 het4 〈als ‘leeg’ voorwerp; vaak idiomatisch; bij onovergankelijk werkwoord voornamelijk emfatisch〉5 〈 benaming voor〉 het 〈 in de context bekende referent〉 ⇒ hét, het neusje van de zalm; het probleem; 〈 bij kinderspelen〉 tikkertje 〈enz.〉♦voorbeelden:I dreamt it • ik heb het gedroomdstudy hard and it will help you • studeer hard en het zal je helpenif it hadn't been for him I would have drowned • als hij er niet was geweest was ik verdronkenit says in this book that … • er staat in dit boek dat …it is me • ik ben hetwho is it? • wie is het/daar?it was the Russians who started the cold war • het waren de Russen die de koude oorlog begonnencut it out • hou ermee opI've got it • ik heb een ideeI've really had it today • ik heb het vandaag zwaar gehadshe let him have it • ze gaf hem ervan langsstop it • hou ophe's in for it • hij zal ervan lustenget away from it all • er eens helemaal uit zijnthey made a day of it • ze gingen een dagje uitthat's it, I've finished • dat was het dan, klaar is Keesthat's it • dat is 't hem nu juistyes, that's it • ja, zo is hetthis is it • nu komt het erop aan; ja, inderdaad -
19 please
adv. alstublieft--------v. uitdrukken van tevredenheid, tevreden zijn met; behagenplease1[ plie:z] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden:she's hard to please • het is haar moeilijk naar de zin te maken2 do as you please! • doe zoals je wilt!please yourself! • ga je gang!————————please2♦voorbeelden:1 may I come in, please? • mag ik alstublieft binnenkomen?2 do come in, please! • komt u toch binnen, alstublieft!3 ‘A beer?’ ‘Yes, please’ • ‘Een biertje?’ ‘Ja, graag’ -
20 quick
adj. snel; vlug; sneldenkend; snel begrijpend; vloeibaar; levendig--------adv. snel; met grote snelheid, vlug--------n. levende mensen; levend; snel; gevoelige plekkenquick1[ kwik] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 hart ⇒ kern, essentie♦voorbeelden:2 cut someone to the quick • iemand in zijn hart raken, iemands gevoelens diep kwetsen————————quick2〈bijvoeglijk naamwoord; quickness〉1 snel ⇒ gauw, vlug2 gevoelig ⇒ vlug (van begrip), scherp♦voorbeelden:quick march! • voorwaarts/ingerukt mars!in quick succession • snel achter elkaarhe is quick to take offence • hij is gauw beledigd‘Have a drink?’ ‘Yes, I'll take a quick one’ • ‘Wat drinken?’ ‘Ja, een snelle dan’〈 slang〉 quick on the draw/uptake • sneldenkend/doorziend, flitsend————————quick31 vlug ⇒ gauw, snel♦voorbeelden:we all want to get rich quick • we willen allemaal snel rijk worden
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Yes — en concierto en 1977. Datos generales Origen Londres, Inglaterra … Wikipedia Español
Yes — may refer to: One of a pair of English words, yes and no The affirmative grammatical particle in the English language An indication of acceptance Yale Entrepreneurial Society, an American non profit organization Yasuj Airport, IATA code for… … Wikipedia
Yes — (englisch für Ja) bezeichnet: eine Rockgruppe, siehe Yes (Band) einen Film (2004) von Sally Potter, siehe Yes (Film) einen „Kuchenriegel“ von Nestlé, siehe Yes Torty einen israelischen Satellitenfernsehanbieter, siehe Yes (Israel) YES ist die… … Deutsch Wikipedia
Yes-r — (Yesser Roshdi) Yes R (* 2. November 1986 als Yesser Roshdy in Amsterdam) ist ein niederländischer Rapper. Inhaltsverzeichnis 1 Leben 2 Diskogra … Deutsch Wikipedia
Yes fm — Création 21 juin 1986 Propriétaire Groupe Unicast Slogan « Et vous ? » Langue Français Pays … Wikipédia en Français
YES — (englisch für Ja) bezeichnet: eine Rockgruppe, siehe Yes (Band) das Debütalbum der gleichnamigen Band, siehe Yes (Album) einen Film (2004) von Sally Potter, siehe Yes (Film) einen „Kuchenriegel“ von Nestlé, siehe Yes Torty einen israelischen… … Deutsch Wikipedia
Yes It Is — «Yes It Is» Сингл The Beatles из альбома Help! … Википедия
Yes It Is — Single par The Beatles Face A Ticket to Ride Sortie 9 avri … Wikipédia en Français
yes — /yes/, adv., n., pl. yeses, v., yessed, yessing, interj. adv. 1. (used to express affirmation or assent or to mark the addition of something emphasizing and amplifying a previous statement): Do you want that? Yes, I do. 2. (used to express an… … Universalium
Yes-R — (Yesser Roshdi) Yes R (* 2. November 1986 als Yesser Roshdy in Amsterdam) ist ein niederländischer Rapper. Inhaltsverzeichnis 1 Leben … Deutsch Wikipedia
yes — yes·ter·day·ness; yes·tern; yes; yes·ter; yes·ter·day; yes·ter·eve; yes·ter·morn; yes·ter·night; yes·ter·year; yes·treen; … English syllables