-
1 satisfaire
satisfaire [saatiesfer]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:on ne peut satisfaire tout le monde • men kan het niet iedereen naar de zin makensatisfaire la curiosité • de nieuwsgierigheid bevredigensatisfaire sa faim • zijn honger stillenv3) bevredigen -
2 content
adj. tevreden--------n. inhoud; inhoud (vat)--------n. tevredenheid; voldoening--------v. tevreden zijn; genoegen nemen (met)content1[ kontent]1 capaciteit ⇒ volume, omvang, inhoud(smaat)3 gehalte♦voorbeelden:II 〈 meervoud〉♦voorbeelden:————————content2[ kəntent] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 tevreden ⇒ blij, content————————content3♦voorbeelden:1 content oneself with • zich tevredenstellen met, genoegen nemen met -
3 contenter
contenter [kõtãtee]1 tevredenstellen ⇒ voldoen, bevredigen♦voorbeelden:vouloir contenter tout le monde • het iedereen naar de zin willen maken1 zich tevredenstellen (met) ⇒ tevreden zijn (met), genoegen nemen (met)♦voorbeelden:se contenter de feuilleter un livre • een boek alleen maar doorbladerenje me contenterai de vous dire ceci • ik zeg u maar één ding -
4 удовлетворение
bevrediging, tevredenstellen ; tevredenheid, voldoening ; genoegdoening -
5 удовлетворить
bevredigen, tevredenstellen, inwilligen ; voldoen ; voorzien ; genoegdoening verschaffen -
6 удовлетвориться
zich tevredenstellen, genoegen nemen, tevreden zijn -
7 удовлетворять
bevredigen, tevredenstellen, inwilligen ; voldoen ; voorzien ; genoegdoening verschaffen -
8 удовлетворяться
zich tevredenstellen, genoegen nemen, tevreden zijn -
9 довольствоваться
vgener. (iets) voor lief nemen (чем-либо), behelpen met, volstaan, zich bij (iets) neerleggen (чем-л.), zich tevredenstellen (met-чем-либо), zich vergenoegen (met-÷åì-ô) -
10 удовлетворять
v1) gener. voldoen, aan een verzoek voldoen, beantwoorden, bevredigen, inwilligen (просьбу и т.п.), schikken, tevreden stellen, tevredenstellen, vergenoegen2) poet. boeten -
11 удовлетворяться
vgener. volstaan, zich tevredenstellen -
12 content oneself with
genoeg hebben aan-, tevreden zijn met-zich tevredenstellen met, genoegen nemen met -
13 please
adv. alstublieft--------v. uitdrukken van tevredenheid, tevreden zijn met; behagenplease1[ plie:z] 〈 werkwoord〉♦voorbeelden:she's hard to please • het is haar moeilijk naar de zin te maken2 do as you please! • doe zoals je wilt!please yourself! • ga je gang!————————please2♦voorbeelden:1 may I come in, please? • mag ik alstublieft binnenkomen?2 do come in, please! • komt u toch binnen, alstublieft!3 ‘A beer?’ ‘Yes, please’ • ‘Een biertje?’ ‘Ja, graag’ -
14 satisfy
v. voldoen aan; bevredigen, tevreden stellen; belonen; nakomen[ sætisfaj] 〈 satisfied〉1 voldoen ⇒ toereikend zijn, (goed) genoeg zijn2 voldoen ⇒ genoegen schenken, tevreden stemmenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tevredenstellen ⇒ genoegen/voldoening schenken, bevredigen2 vervullen ⇒ voldoen aan, beantwoorden aan4 stillen ⇒ bevredigen, verzadigen6 (terug/af)betalen ⇒ voldoen, vereffenen 〈 schuld〉♦voorbeelden:1 be satisfied with • tevreden/voldaan zijn overbe satisfied that • ervan overtuigd zijn dat, de zekerheid (verkregen) hebben dat -
15 arranger
arranger [aarãzĵee]♦voorbeelden:arranger une entrevue • een onderhoud regelenarranger commodément sa vie • zijn leven gemakkelijk inrichten♦voorbeelden:1 s'arranger pour • het zo aanleggen dat, er voor zorgen dat1. v1) rangschikken, in orde brengen2) arrangeren, bewerken3) organiseren4) mishandelen5) repareren2. s'arrangerv1) zich redden, een oplossing vinden -
16 rejeter
rejeter [rəzĵtee]1 terugwerpen ⇒ (terug)gooien, terugdrijven2 uitstoten ⇒ uitbraken, uitspugen, uitwerpen4 verleggen ⇒ werpen, verplaatsen5 verwerpen ⇒ afslaan, afwijzen6 verwijderen ⇒ verstoten, terzijde schuiven♦voorbeelden:rejeter la faute sur qn. • de schuld op een ander gooien1 zijn toevlucht nemen (tot) ⇒ zich tevredenstellen (met), voor lief nemen♦voorbeelden:v1) terugwerpen2) uitbraken3) afstoten [medisch]4) verleggen, verplaatsen5) verwerpen, afwijzen6) verwijderen -
17 accommoder
-
18 à-peu-près, à peu près
-
19 se contenter d'à-peu-près
se contenter d'à-peu-prèsDictionnaire français-néerlandais > se contenter d'à-peu-près
-
20 Rachen
Rachen〈m.; Rachens, Rachen〉♦voorbeelden:〈informeel; figuurlijk〉 jemandem etwas in den Rachen werfen • iemand die veeleisend is toch weer z'n zin geven
Страницы
- 1
- 2