-
1 tuck away
wegstoppen, verbergen; verorberen -
2 away
adj. buiten (buitenspel), er buiten--------adv. weg, ver weg; ergens andersaway1[ əwee] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 uit-♦voorbeelden:an away win • een gewonnen uitwedstrijd————————away2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 I'm only three miles away • ik ben maar vijf kilometer hier/daarvandaangive away • weggevengo away • weggaanput away • wegstoppenaway with it! • weg ermee! -
3 cache
n. schat (ook in computers); (in computers) tussengeheugen (niet adresseerbaar) voor het opvangen van snelheidsverschillen tussen geheugen en verwerkingseenheid; schuilplaats--------v. verstoppen; verbergencache1[ kæsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (geheime) berg/opslagplaats2 (geheime/verborgen) voorraad————————cache2〈 werkwoord〉1 verbergen ⇒ ver/wegstoppen -
4 lock up
insluitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 could you lock up the office when you leave? • sluit je het kantoor af wanneer je weg gaat? -
5 put away
-
6 secrete
-
7 stow
-
8 tuck
v. omslaan, opschorten; opschorten; innemen; instoppentuck1[ tuk] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————tuck2♦voorbeelden:¶ 〈Brits-Engels; informeel〉 tuck in! • val aan, tast toe!II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
9 burke
v. wurgen; van af maken; wegstoppen, uit de weg gaan; doodzwijgen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский