-
21 femelle
femelle [fəmel]〈bijvoeglijk naamwoord; ook v.〉♦voorbeelden:fwijfje, vrouwtje [dier] -
22 féminin
féminin [feemienẽ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉1 vrouwelijk ⇒ de vrouw eigen, van, voor de vrouw♦voorbeelden:adj -
23 beschermheer
beschermheer, beschermvrouwe1 〈 ook eretitel〉 patron 〈 mannelijk〉, patroness 〈 vrouwelijk〉 ⇒ protector 〈 mannelijk〉, protectress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden: -
24 president
1 [voorzitter] president ⇒ chairman 〈 mannelijk, vrouwelijk〉, chairwoman 〈 vrouwelijk〉, 〈 van jury〉 foreman, 〈 van rechtbank ook〉 presiding judge2 [staatshoofd] President♦voorbeelden:1 mijnheer/mevrouw de president! • Mr/Madam Chairman! -
25 bediende
1 [iemand in ondergeschikte betrekking] employee ⇒ 〈 kantoor ook〉 clerk, 〈 winkel ook〉 assistant, 〈lift e.d.〉 attendant2 [iemand die persoonlijke/huiselijke diensten verricht] servant3 [beambte] official♦voorbeelden:eerste bediende • chief/senior clerk -
26 drager
draagster 〈 de (vrouwelijk)〉2 [iemand die het genoemde bezit] bearer♦voorbeelden:2 drager dezes • bearer of this note/letter————————drager21 [voorwerp dat iets draagt, steunt] support -
27 elle
elle [el]♦voorbeelden:elles viennent, elle et sa soeur • zij en haar zuster komenje la vois, elle • ik zie háárje ne vois qu'elle • ik zie alleen háár maarelle non plus • zij ook nietil est fier d'elles • hij is trots op hen, hij is er trots opces livres sont à elle • deze boeken zijn van haarpron1) zij, ze2) haar, d'r -
28 femme
femme [faam]〈v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉1 vrouw♦voorbeelden:femme de chambre • kamermeisjefemme de charge • werksterfemme enfant • kindvrouwtjefemme au foyer • huisvrouwfemme de lettres • schrijfstermaîtresse femme • energieke vrouwfemme médecin • vrouwelijke artsfemme de ménage • werksterprofesseur femme • lerares, vrouwelijke hoogleraarraisonnement de femme soûle • absurde redeneringfemme de mauvaise vie • slechte vrouwpetite bonne femme • klein meisjesale bonne femme • rotwijfvieille bonne femme • oud vrouwtje〈 informeel〉 bonne femme • vrouw, wijffemme vénale • veile vrouwcourir les femmes • achter de vrouwen aan zittenêtre très femme • op-en-top een vrouw zijnêtre femme à • het soort vrouw zijn datchercher femme • een vrouw zoekenprendre femme • trouwendemander pour femme • ten huwelijk vragenprendre pour femme • trouwen met→ remède1. f1) vrouw2) echtgenote2. femme(-)adj -
29 koe
♦voorbeelden:iemand koeien met gouden hoorns beloven • promettre monts et merveilles à qn.zo dom als (het achtereind van) een koe • bête comme un âne〈 spreekwoord〉 men noemt geen koe bont, of er zit wel een vlekje aan • il n'y a pas de fumée sans feukoeien van fouten • fautes énormes→ link=waarheid waarheid -
30 mens
I 〈de〉♦voorbeelden:ik voel me maar een half mens • je ne me sens pas dans mon assiettede inwendige mens versterken • se restaurerik ben ook maar een mens • je ne suis qu'un hommegeen mens • pas un chateen mens van vlees en bloed • un être de chair et de sangdat doet een mens goed • cela fait du bien〈 spreekwoord〉 de mens wikt, God beschikt • l'homme propose, Dieu disposeonder de mensen komen • sortir dans le monde¶ de groetjes mensen! • salut la compagnie!beste mensen • chers amisalle mensen! • juste ciel!ik ben geen mens om … • ce n'est pas mon genre de …II 〈 het〉♦voorbeelden:ik kan dat mens niet uitstaan • je ne supporte pas cette créature -
31 agent
agent, agente2 [vertegenwoordiger] agent♦voorbeelden:een bereden agent • a mounted policemaneen stille agent, een agent in burger • a plain-clothes policeman -
32 energiebesparend
♦voorbeelden:Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > energiebesparend
-
33 hoofd
1 [lichaamsdeel] head3 [persoon] head6 [(van personen) leider, meerdere] head ⇒ chief, leader, 〈 school〉 principal (teacher), 〈 school〉 headmaster 〈 mannelijk〉, headmistress 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden:een hoofd groter/kleiner zijn (dan) • be a head taller/shorter (than)met een kaal/rood hoofd • bald-headed/red-faced〈 figuurlijk〉 iets het hoofd bieden • stand/face up to something 〈 moeilijkheden〉; meet, defy 〈 concurrentie, aanvallen〉het hoofd buigen • 〈 figuurlijk〉 bow one's head, give in/submit (to)het hoofd in de nek gooien • 〈 letterlijk〉 fling/throw/toss back one's head; 〈 figuurlijk〉 bristle/bridle up〈 figuurlijk〉 het hoofd laten hangen • hang one's head, be downcasthet hoofd schudden bij/over • shake one's head at/overwat hangt ons nu weer boven het hoofd? • 〈 figuurlijk〉 what's hanging over our heads now?, what's in store for us now?〈 figuurlijk〉 hij groeit mij boven het hoofd • he's leaving me behind/standingheb je geen ogen in je hoofd! • can't you look where you're going?licht/zwaar in het hoofd zijn • be light-headed, have a heavy head〈 figuurlijk〉 met zijn hoofd in de wolken lopen • have one's head in the clouds; 〈 gelukkig zijn〉 walk on airiemand een verwijt naar het hoofd slingeren • hurl a reproach at someone('s head)het succes is hem naar het hoofd gestegen • success has gone to his head〈 figuurlijk〉 hij kreeg van alles naar zijn hoofd • 〈 figuurlijk〉 he had all kinds of abuse thrown at himeen beloning op iemands hoofd zetten • put a price on someone's headmen kon er wel over de hoofden lopen • it was choc-a-bloc with peopleiemand voor het hoofd stoten • offend someoneeen hoofd hebben als een boei • have a face as red as a beetroot2 uit het blote hoofd spreken • speak ad lib/off the cuff〈 figuurlijk〉 het hoofd verliezen/niet verliezen • lose/keep one's headhij heeft veel aan zijn hoofd • he has a lot of things on his mindje bent niet goed bij je hoofd! • you're out of your (tiny) minddat is mij door het hoofd gegaan/geschoten • it slipped my mindzich iets in het hoofd zetten • get something in(to) one's headhoe haalt hij het in zijn hoofd? • where does he get such an idea?zij kreeg het in haar hoofd om • she took it into her head tozoiets komt niet in mijn hoofd op • it would never enter my head/mind to do such a thingfeiten in zijn hoofd stampen • cramde drank stijgt hem naar het hoofd • the drink is going to his headiets uit het hoofd kennen • learn something by heart/roteik zal die gekheid wel uit mijn hoofd laten • I know better than to do something crazy like thatiemand iets uit zijn hoofd praten • talk someone out of somethingdat zou ik maar uit mijn hoofd zetten • I'd forget it if I were youuit het hoofd spelen/zingen • play/sing from memoryhet hoofd koel houden • keep one's head, stay level-headedper hoofd • per head/capitaper hoofd van de bevolking • per head of (the) population〈 spreekwoord〉 zoveel hoofden, zoveel zinnen • so many men, so many opinions〈 figuurlijk〉 hij stelde zich aan het hoofd van de beweging • he assumed the leadership of the movementaan het hoofd staan van • be at the head of; 〈 leger〉 be in command of; 〈 bedrijf, departement〉 be in charge of7 hoofdbureau • head/main officehoofdingang • main entranceuit hoofde van zijn functie van/als • in his capacity as -
34 inning
I 〈 de (vrouwelijk)〉II 〈 de (mannelijk)〉 -
35 kennis
I 〈 de (vrouwelijk)〉2 [besef, bewustzijn] consciousness3 [wat men geleerd heeft] knowledge ⇒ 〈 informatie〉 information, 〈 geleerdheid, wetenschappelijke kennis〉 learning 〈 in het bijzonder met betrekking tot de alfawetenschappen〉, 〈 technische kennis ook〉 know-how4 [verstand] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:1 kennis geven van iets • give notice of/announce somethingzonder (vooraf) kennis te geven • without (prior) noticekennis nemen van iets • take note of somethingiemand van iets in kennis stellen • inform/notify someone of somethingmensen met elkaar in kennis brengen • introduce people to each othermet kennis van zaken • expertly2 zij is weer bij kennis gekomen • she has regained consciousness, she has come roundbuiten kennis zijn/raken • be unconscious, lose consciousnessparate kennis • ready knowledgeII 〈 de (mannelijk)〉1 [bekende] acquaintance♦voorbeelden:een oppervlakkige kennis • a casual acquaintance -
36 koe
1 [vrouwelijk rund] cow2 [dom mens] dumbbell3 [iets dat zeer groot is] giant♦voorbeelden:roodbonte koeien • brown spotted cowsiemand koeien met gouden hoorns beloven • promise someone the earth/the moon3 koeien van letters/fouten • huge letters/mistakes -
37 mens
I 〈de〉2 [meervoud] [personen] people3 [meervoud] [medewerkers] people4 [type] person♦voorbeelden:de grote mensen • grown-upsde inwendige mens versterken • fortify the inner manik ben ook maar een mens • I'm only humandat doet een mens goed • that does you gooddoor mensen gemaakt • man-madegeen mens • not a soulsommige mensen leren het nooit! • some people never learn!we verwachten vanavond mensen • we're expecting people tonightzeg dat niet als er mensen bij zijn! • don't say that when there are people around!onder de mensen komen • get out and about, see peoplehij is een van de mensen die … • he is one of those (people) who …(eenvoudige) mensen als wij • (simple) people/folk like usik ben geen mens om … • I'm not one/a person to …¶ 〈tegen vrienden e.d.〉 de groetjes mensen! • bye, folks!, see you, everybody!alle mensen! • goodness (gracious/me)!II 〈 het〉♦voorbeelden:1 het arme mens is doodziek • the poor thing/creature is awfully illhet is een braaf/best mens • she's a good (old) souleen enig/leuk mens • a marvellous/nice personik kan dat mens niet uitstaan • I can't stand that creature〈 informeel〉 mens, pas toch op • do watch out, won't you! -
38 nesteling
I 〈 de (mannelijk)〉II 〈 de (vrouwelijk)〉1 [het nestelen] nesting ⇒ 〈 dierkunde ook〉 nidification, 〈 figuurlijk〉 nestling, 〈 figuurlijk〉 settling, 〈 figuurlijk〉 lodging♦voorbeelden: -
39 nieuweling
1 [onervaren mens] novice, beginner2 [pas aangekomene] newcomer ⇒ 〈 op school ook〉 new boy/girl/pupil, 〈 rekruut〉 (raw/new) recruit, 〈 op universiteit〉 freshman 〈 mannelijk〉, freshwoman 〈 vrouwelijk〉♦voorbeelden: -
40 onderwijzer
onderwijzer, onderwijzeres1 [met betrekking tot een school] (school)teacher ⇒ 〈 Brits-Engels ook〉 schoolmaster 〈 mannelijk〉, schoolmistress 〈 vrouwelijk〉
Страницы