-
1 mensdom
-
2 mensdom
-
3 mensdom
сущ.общ. люди, человеческий род, человечество -
4 mensdom
hetMenschheit f -
5 mensdom
humanidatDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > mensdom
-
6 mensdom
n. mankind, humankind, fellow creatures -
7 mensdom
1) människosläkte2) mänsklighet -
8 mensdom
humanidat -
9 het mensdom
-
10 humanidat
mensdom, mensheid [F]; menselijkheid [F]Dicionário Português-Holandês e Holandês-Português > humanidat
-
11 humanidat
mensdom, mensheid [F]; menselijkheid [F] -
12 humanity
-
13 mensheid
-
14 человечество
mensheid, mensdom -
15 люди
-
16 человеческий род
adjgener. mensdom, mensengeslacht -
17 человечество
ngener. mensengeslacht, mensheid, mensdom -
18 man
interj. "man", uitdrukking of gevoel dat geen werkelijke betekenis heeft (als in "Man, that was a hard task to do", "Man, I am so tired")--------n. man; mens; kerel; echtgenoot; voorwerp (bij een spel)--------v. bemannen, bezettenman1♦voorbeelden:man of figure/mark • man van formaatman of God • priester/domineeman of honour • man van eerman of means/substance/property • bemiddeld/vermogend manman of men • voortreffelijk mensthe man in/on the street • de gewone/doorsnee manman about town • man van de wereld, playboyman and wife • man en vrouwman of his word • een man van zijn woordman of the world • iemand met mensenkennis/ervaringmy (good) man! • m'n beste kerel!the very man • de persoon die men nodig heeft, net wie men zochtdrowning man • drenkelingit is not in a man • dat kan een mens niet(as) man to man/ (as) one man to another • van man tot manthe rights of Man • de mensenrechtento the last man • tot op de laatste manevery man for himself • ieder voor zichman for man • stuk voor stukas a/one man • als één manso many men, so many minds • zoveel hoofden, zoveel zinnen〈 spreekwoord〉 man proposes, God disposes • de mens wikt, God beschikt3 officers and men • officiers en soldaten/manschappenI'm your man • op mij mag/kan je rekenen4 make a man of • volwassen/een man maken vanmake men out of • mannen maken vanplay the/try to be a man • zich stoer houdenbe man enough to • mans genoeg zijn omhalf a man • slappelingmade man • geslaagd manbe enough of a man to • wel zo f zijn om te(all) to a man • eensgezind→ bread bread/, dead dead/, grand grand/, heart heart/, meat meat/, odd odd/, old old/, price price/, young young/————————man2〈werkwoord; manned〉♦voorbeelden:man a post • een post bezetten————————man3〈 tussenwerpsel〉 〈Amerikaans-Engels; informeel〉1 sjonge! -
19 mankind
-
20 species
Страницы
- 1
- 2
См. также в других словарях:
mensdom — libisma … Woordenlijst Sranan