-
1 antérieur
antérieur [ãteerjur]♦voorbeelden:1 antérieurement à • vroeger, eerder danadj1) eerder, vorig, voorafgaand2) voor-, voorste -
2 dernier
dernier [dernjee],dernière [dernjer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉2 hoogst ⇒ grootst, uiterst3 laagst ⇒ ergst, minst4 vorig ⇒ verleden, laatst, jongstleden♦voorbeelden:en dernier • als laatstela petite dernière • het nakomertje, de jongstele dernier • de laatste〈 spreekwoord〉 rira bien qui rira le dernier • wie het laatst lacht, lacht het bestêtre de la dernière importance • uiterst belangrijk zijnle dernier des imbéciles • de grootste stomkopde dernière qualité • van de laagste kwaliteitêtre le dernier de la classe • de slechtste van de klas zijntraiter qn. comme le dernier des derniers • iemand als oud vuil behandelenle dernier des hommes • de allerslechtste persoonces derniers temps • de laatste tijd1. m1) de laatste2. dernier/-ièreadj1) laatst2) hoogst, grootst3) laagst, minst4) vorig, verleden -
3 précédent
précédent [preeseedã]1 vroeger ⇒ (al) eerder ⇒ 〈 bijvoeglijk naamwoord ook〉 vorig, voorafgaand ⇒ 〈 bijwoord ook〉 tevoren, zojuist♦voorbeelden:1 l'année précédente • het jaar tevoren, daarvoorun précédent • precedent, vroeger geval1. m 2. adjvorig, voorafgaand -
4 année
année [aanee]〈v.〉1 jaar2 jaargang♦voorbeelden:année bissextile • schrikkeljaarsouhaiter la bonne année • een gelukkig nieuwjaar wensenannée civile • kalenderjaarl'année dernière, passée • vorig jaarl'année prochaine • volgend jaarannée scolaire • schooljaard' année en année • van jaar tot jaar, jaar in jaar uitêtre dans sa vingtième année • in zijn twintigste jaar zijnf -
5 exister
exister [egziestee]〈 werkwoord〉1 bestaan ⇒ er zijn, voorkomen2 leven♦voorbeelden:marchandises existant en magasin • in het magazijn aanwezige goederen〈 onpersoonlijk〉 il existe un commissariat de police dans chaque ville • er is een politiebureau in iedere stadv1) bestaan, er zijn2) leven3) [niet] tellen -
6 passé
-
7 l'année dernière, cette maison n'existait pas
l'année dernière, cette maison n'existait pasDictionnaire français-néerlandais > l'année dernière, cette maison n'existait pas
-
8 l'année dernière, passée
l'année dernière, passéeDictionnaire français-néerlandais > l'année dernière, passée
См. также в других словарях:
Vorig — Vorig, ein Beywort von dem Nebenworte vor, so fern es eine Zeit bedeutet. 1. Was vor dem gegenwärtigen war, ohne zu bestimmen, ob es lange oder kurze Zeit vor demselben war. Das Nebenwort davon ist vorher. Sein voriger Wohlstand, sein ehemahliger … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
vorig — vorig:1.〈unmittelbarvorangehend〉letzt·vergangen–2.⇨übrig(1) vorigvergangen,letzt;ugs.:verflossen … Das Wörterbuch der Synonyme
vorig — [Network (Rating 5600 9600)] Auch: • ehemalig Bsp.: • Sie ist eine ehemalige Schönheitskönigin … Deutsch Wörterbuch
vorig — Adj. (Grundstufe) einem Zeitpunkt vorausgehend Synonym: letzt Beispiele: Im vorigen Jahr waren wir in den USA. Der vorige Besitzer der Wohnung ist gestorben … Extremes Deutsch
vorig- — Mirko durfte erst vorige Woche aus dem Krankenhaus … Deutsch-Test für Zuwanderer
vorig — vorherig; vorangegangen * * * vo|rig 〈Adj.〉 1. vorhergehend, früher, vergangen 2. 〈schweiz.; umg.〉 übrig ● die Vorigen 〈in Regieanweisungen〉 die Personen des vorhergehenden Auftritts; ich bin vorig 〈schweiz.〉 das fünfte Rad am Wagen; er hat es… … Universal-Lexikon
vorig... — vo|ri|g… [ fo:rɪg…] <Adj.>: dem Genannten unmittelbar vorausgegangen: in der vorigen Woche; ich habe ihn vorigen Mittwoch gesehen; das vorige Jahr. Syn.: ↑ letzt … Universal-Lexikon
vorig… — vo|rig… <Adj.> [spätmhd. voric]: dem Genannten unmittelbar vorausgegangen: vorige Woche; vorigen Dienstag; vorige Weihnachten; im vorigen Jahrhundert; am letzten Tag vorigen Monats, Jahres (Abk.: v. M., v. J.)/des vorigen Monats, Jahres;… … Universal-Lexikon
vorig- — vo̲·ri·g Adj; nur attr, nicht adv; direkt vor dem jetzigen Zeitpunkt o.Ä. ≈ letzt ↔ nächst : vorige Woche, vorigen Januar, Februar usw; voriges Mal; die vorige Ausgabe der Zeitung; der vorige Präsident; im Dezember vorigen Jahres … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
vorig... — alt, ehemalig, früher, letzt..., vergangen, zurückliegend … Das Wörterbuch der Synonyme
vorig — нем. [фо/рих] прежний ◊ voriges Zeitmaß [фо/ригес ца/йтмас] прежний темп … Словарь иностранных музыкальных терминов