-
1 being crushed
verpletteren (gerimpeld worden,overreden worden,verkreukeld,gedrongen) -
2 crush after takeoff
verpletteren na opsteiging -
3 smash
adj. met een klap; geweldig (succes)--------n. slag; gerinkel; klap, slag, dreun; groot succes; smash (tennis)--------v. breken, inslaan; verpletteren, vergruizen, vermorzelen, verpletteren; verpletterd worden, vermorzeld worden; failliet gaan; laten neerkomen; botsensmash1[ smæsj] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 klap ⇒ slag, dreun♦voorbeelden:————————smash21 razen ⇒ beuken, botsen♦voorbeelden:♦voorbeelden:2 smash in • in elkaar slaan, inslaan————————smash3〈 bijwoord〉 -
4 dash
n. ietsje; scheutje (drank); slag, dreun; spurt, uitval; (100 m.) sprint--------v. (vooruit)stormen, denderen; (met grote kracht) slaan, smijten, beukendash1[ dæsj]1 ietsje, tik(kelt)je ⇒ scheutje; snu(i)fje2 (snelle, krachtige) slag ⇒ dreun3 spurt ⇒ sprint, uitval5 penne/penseelstreek♦voorbeelden:dash of pepper • snufje peperthe prisoners made a dash for freedom • de gevangenen deden een snelle uitbreekpoging1 elan ⇒ zwier, durf————————dash21 (vooruit)stormen ⇒ (zich) storten, denderen♦voorbeelden:dash along/past • voorbijstuivendash away • wegstormen, zich uit de voeten makendash off • er (als de gesmeerde bliksem) vandoor gaandash up • komen aansnellen1 (met grote kracht) slaan ⇒ smijten, beuken♦voorbeelden:dash down • neersmijtenthe waves dashed against the rocks • de golven beukten tegen de rotsen2 (be)spatten ⇒ besmeuren, (be)sprenkelen3 snel/gehaast doen♦voorbeelden:dash one's/someone's brains out • zijn hersenpan kraken, iemand de hersens inslaan2 dash mud over something, dash something with mud • iets met modder bespatten/besmeuren3 dash something down/off • iets nog even gauw eruit stampen/opschrijven4 dash it (all)! • verdraaid!, nondeju! -
5 drub
v. afrossen, slaan; stampen♦voorbeelden: -
6 grind
n. zwaar werk; erosie; het vermalen--------v. ploeteren; knarsen, schuren; verbrijzelen, vermalengrind1[ grajnd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 geknars ⇒ schurend/knarsend geluid♦voorbeelden:be on the grind • ingespannen bezig zijn————————grind2♦voorbeelden:1 knarsen ⇒ schuren, krassen♦voorbeelden:3 slijpen♦voorbeelden:grinding poverty • schrijnende armoedepeople ground down by taxes/tyranny • mensen verpletterd onder de belastingdruk/onderdrukt door tirannie -
7 overwhelm
v. overweldigen; overgeven; onderdrukken; schokken; ontzetten; overlopen, overstromen[ oovəwelm]♦voorbeelden:overwhelmed with grief • door leed overmand -
8 plaster
n. pleister; cement; pleister--------v. besmeren; aanplakken; gips leggen, gipsen; groot verlies lijden (slang)plaster1[ pla:stə] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 gips♦voorbeelden:————————plaster2〈 werkwoord〉1 pleisteren ⇒ bepleisteren, bedekken♦voorbeelden:plaster over/up • dichtpleisteren -
9 rout
n. zware nederlaag, algemene vlucht; troep, wanordelijke bende; lawaai--------v. een zware nederlaag toebrengen, op de vlucht drijven; tevoorschijn halen, opscharrelenrout1[ raut] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 totale nederlaag ⇒ aftocht, vlucht♦voorbeelden:————————rout2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
10 spread-eagle
-
11 squash
n. kneuzing, vermorzeling; kwast (limonade); pompoen; (in sport:) squash--------v. geplet worden; dringen, zich persen; pletten, platdrukkensquash1[ skwosj] 〈zelfstandig naamwoord; meervoud: in betekenis 0.3 ook squash〉4 pulp————————squash2♦voorbeelden:2 can I squash in next to you? • kan ik me nog naast u wringen?squash up • zich opeendringenII 〈 overgankelijk werkwoord〉4 wringen♦voorbeelden:4 squash in • erin/erbij persensquash up • samenduwen -
12 squelch
v. verpletteren, smorensquelch12 plassend/zompend geluid————————squelch2〈 werkwoord〉1 een zuigend geluid maken ⇒ zompen, ploeteren -
13 steamroller
n. stoomwals--------v. stoomwalssteamroller1————————steamroller2♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
verpletteren — masi … Woordenlijst Sranan