-
1 décliner
décliner [deeklienee]2 achteruitgaan ⇒ verzwakken, afnemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) ondergaan [zon]2) achteruitgaan, afnemen3) afwijken [magneet]4) afslaan, afwijzen5) verbuigen [woord] -
2 tordre
tordre [tordr]1 draaien ⇒ wringen, twijnen2 buigen ⇒ ombuigen, verbuigen♦voorbeelden:tordre du linge • wasgoed uitwringen1 zich wringen ⇒ zich kronkelen, zich buigen♦voorbeelden:se tordre (de rire) • zich een ongeluk lachenil y a de quoi se tordre • dat is om je rot te lachen1. v1) draaien2) (om)buigen, verbuigen3) verwringen2. se tordrevzich kronkelen, zich buigen -
3 contourner
contourner [kõtoernee]〈 werkwoord〉3 verwringen ⇒ verdraaien, verbuigenv1) om [iets] heen gaan2) omgeven, omringen3) ontwijken4) omzeilen, ontduiken5) verdraaien -
4 fausser
-
5 recourber
-
6 voiler
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский