-
1 многие
vele ; velen -
2 many times
vele keren -
3 scores of times
vele keren, op bepaalde tijden -
4 many
adj. veel--------n. hoeveelheidmany1♦voorbeelden:many's the time • dikwijlsa good/great many • vele(n), menigeenand as many again/more • en nog eens zoveelhave had one too many • een glaasje te veel op hebbenmany of the pages were torn • veel bladzijden waren gescheurdthe many • het (gewone) volkas many as that • zoveelas many as thirty • wel dertig————————many2♦voorbeelden:a good many raisins • een fe hoeveelheid rozijnenten mistakes in as many lines • tien fouten in tien regelsas many … as • zoveel … alsII 〈predeterminator; alleen met het onbepaald lidwoord〉1 menig(e)♦voorbeelden:many a time • menigmaalhe travelled for many a year • hij reisde vele jaren -
5 многотомный
uit vele banden bestaande, in vele afleveringen -
6 multiply
v. vermenigvuldigen; meer wordenmultiply1[ multiplaj] 〈 multiplied〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:————————multiply2[ multiplie] 〈 bijwoord〉1 → multiple multiple/♦voorbeelden: -
7 numerous
-
8 multiculturalism
n. het aanwezig zijn van vele culturen in een plaats (bv in een land of een gemeenschap, enz.) sociaal en onderwijs idee dat de interesse in en studie van vele culturele tradities en achtergronden bevordert -
9 bien
bien1 [bjẽ]〈m.〉1 weldaad ⇒ (het) goede, welzijn, welvaart2 bezit(ting) ⇒ vermogen, goed♦voorbeelden:1 un homme de bien • een fatsoenlijk, integer manle bien commun, général, public • het algemeen welzijngrand bien vous fasse! • wel bekome het u!le souverain bien, le bien suprême • het opperste goed, gelukdire du bien de qn., parler en bien de qn. • gunstig over iemand sprekenc'est un bien • dat is een gelukfaire le bien • goed doen, charitatief zijnce voyage lui fait beaucoup de bien • die reis doet hem heel goedcela fait du bien • dat doet een mens goedprendre son bien où on le trouve • je toe-eigenen wat van je gading isvouloir le bien de qn. • het beste met iemand voorhebbenmener qc. à bien • iets tot een goed einde brengenchanger qc. en bien • iets ten goede veranderenen tout bien tout honneur • in alle eer en deugdpour son bien • voor zijn eigen bestwil2 biens de consommation • verbruiksgoederen, consumptiegoederenbiens de famille • familiebezitbiens vacants • onbeheerde goederenavoir du bien • vermogend zijnavoir des biens au soleil • onroerende goederen, land bezitten————————bien2 [bjẽ]〈bijwoord; ook bijvoeglijk naamwoord, tussenwerpsel〉1 goed ⇒ wel, mooi, fatsoenlijk2 zeer ⇒ veel, erg4 werkelijk ⇒ echt, zeer zeker5 〈 als uitroep〉wel! ⇒ welnu!♦voorbeelden:1 avoir l'air bien • er goed, mooi uitzienun homme bien • een betrouwbaar manun type bien • een aardige ventse conduire bien • zich netjes gedragenêtre bien avec qn. • goed met iemand kunnen opschietenfaire bien • juist handelen, goed passen, goed staanfaire bien (de) • er goed aan doen (om)ça fait bien de parler anglais • het staat goed als je Engels spreektc'est bien fait! • net goed!c'est bien fait pour lui! • dat is z'n verdiende loon!on mange bien ici • je kunt hier lekker etennous sommes bien ici • we voelen ons hier lekkerça va bien? • gaat het goed?〈 schertsend〉 nous voilà bien! • nou zitten we mooi in de puree!tant bien que mal • zo goed en zo kwaad als het gaatni bien ni mal • tamelijk goed2 bien blanc • helemaal wit, spierwitelle est bien jeune pour voyager seule • ze is wel heel jong om alleen te reizenbien sûr • natuurlijkbien souvent • heel vaakbien d' autres • vele anderenil en a vu bien d' autres • hij heeft heel wat meegemaakt〈 België〉 assez bien de • heel wat, veelbien de, bien des • heel wat, (heel) veeldepuis bien des années • sinds vele jarenil part bien demain? • hij vertrekt toch morgen?5 il le fait bien, pourquoi pas moi? • hij doet het toch ook, waarom ik dan niet?j'irais bien avec vous • ik zou wel met u mee willennous verrons bien • we zullen wel zienvouloir bien • wel willenou bien • ofweleh bien! • welnu!si bien que • zodat1. m1) (het) goede, welzijn2) bezit(ting), vermogen2. adj, advgoed, mooi, fatsoenlijk3. adv1) zeer, veel, erg2) heel veel, ruimschoots3) werkelijk, echt4. bien queconj5. interj -
10 дом со всеми удобствами
ngener. een huis met vele gemakkenRussisch-Nederlands Universal Dictionary > дом со всеми удобствами
-
11 желаю долгих лет счастья!
vgener. nog vele jaren na dezen!Russisch-Nederlands Universal Dictionary > желаю долгих лет счастья!
-
12 многие другие
ngener. vele anderen -
13 многие люди
ngener. vele mensen -
14 много лет
advgener. vele jaren -
15 он обременён заботами
prongener. vele zorgen beknellen hemRussisch-Nederlands Universal Dictionary > он обременён заботами
-
16 статус города
ngener. stadsrecht (Hij gaf vele dorpen stadsrechten.) -
17 у него есть ещё много возможностей
Russisch-Nederlands Universal Dictionary > у него есть ещё много возможностей
-
18 Joe was faced with many difficulties
English-Dutch dictionary > Joe was faced with many difficulties
-
19 Venice
-
20 a good/great many
a good/great manyvele(n), menigeen
См. также в других словарях:
Vele — Vele, n. A veil. [Obs.] Spenser. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
vele — ×velè prt.žr. velei: Kab pavakarin, tai velè nebūt, kab sunku Arm … Dictionary of the Lithuanian Language
vele- — DEFINICIJA 1. kao prvi dio riječi pokazuje visok stupanj ili veličinu onoga što se kazuje drugim dijelom [veleposjed; velesajam; veleposlanik] 2. (uz pridjev) iron. velevažan = tobože važan, umišljeno važan ETIMOLOGIJA v. velik … Hrvatski jezični portal
vėlė — vėlė̃ dkt. Vėlių̃ kálnas … Bendrinės lietuvių kalbos žodyno antraštynas
vele — /vēl/ (Spenser) noun same as ↑veil … Useful english dictionary
vėlė — 1 vėlė̃ sf. (4) DŽ 1. Š, FT, LEXXXIII299 mirusio žmogaus siela: Darome atminimus už mirusio žmogaus vėlę K.Būg. Vėlių̃ mišios NdŽ, KŽ. Malda už vė̃lę KŽ. Ji pasakė norinti užpirkti mišias už motinos vėlę V.Myk Put. Kas jūsų krikščionis, melskitės … Dictionary of the Lithuanian Language
velė — 1 velė̃ sf. (4) J, NdŽ; M žr. 1 vėlė: 1. BzBkXXI223, OGLII204 Reiks maldyti šventikus, kad laikytų maldeles už Marelės velẽlę JD1228. 2. Dvasios mirusių o rojun patekusių žmonių buvo vadinamos velėmis A1884,132. Tau vẽlės pripuolė nuo numirusio … Dictionary of the Lithuanian Language
vele... — 1 ali vèle... prvi del zloženk (ȅ) nanašajoč se na veliki: velejadro, velemolekula 2 ali vèle... prvi del zloženk (ȅ) nanašajoč se na velik: veleblagovnica, veletovarnar; velelisten, velemesten 3 ali vèle... prvi del zloženk (ȅ) nanašajoč se… … Slovar slovenskega knjižnega jezika
vėle — vė̃le adv. Rmš, Dg, Mrc, Žl, vėlè žr. 1 vėl 1: Paleidai [paukštį], vė̃le gaudyk DrskŽ. Apgydė, neskaudėjo, ir vė̃le skauda Žmt. Vė̃le mus raštavo (suėmė) Kbr. Apsigręžė ir vėlè nuvažiavo GrvT86 … Dictionary of the Lithuanian Language
VELE- — {{upper}}VELE {{/upper}} 1. {{001f}}kao prvi dio riječi pokazuje visok stupanj ili veličinu onoga što se kazuje drugim dijelom [veleposjed; velesajam; veleposlanik] 2. {{001f}}(uz pridjev) iron. velevažan = tobože važan, umišljeno važan … Veliki rječnik hrvatskoga jezika
vėlė — 2 vėlė̃ sf. (4) NdŽ, KŽ; R392, N, KII336, K veltuvas: Vėlių malūnas (vėlykla) MŽ527 … Dictionary of the Lithuanian Language