-
21 a man of catholic tastes
een man met vele interesses/een brede belangstelling -
22 balkanise
v. balkaniseren, verdelen van een gebied of territorium in vele kleine staten die dikwijls met elkaar in vijandelijkheden zijn betrokken geraakt (ook "balkanize")→ balkanize balkanize/ -
23 balkanize
v. balkaniseren, verdelen van een gebied of territorium in vele kleine staten die dikwijls met elkaar in vijandelijkheden zijn betrokken geraakt (ook "balkanise")balkanize, balkanise -
24 catholic
adj. katholiek (iemand die bij de roomse kerk hoort)--------n. katholiek (iemand die bij de roomse kerk hoort)〈 catholically〉2 universeel ⇒ algemeen, (al)omvattend3 ruimdenkend ⇒ tolerant, verdraagzaam♦voorbeelden:catholic Church • (de) katholieke Kerk2 a man of catholic tastes • een man met vele interesses/een brede belangstelling -
25 comfortable
adj. gemakkelijk, komfortabel; welgesteld[ kumf(ə)təbl] 〈 comfortably〉1 aangenaam ⇒ gemakkelijk, behaaglijk2 comfortabel ⇒ gerieflijk; royaal, vorstelijk3 eenvoudig ⇒ gemakkelijk, niet veeleisend♦voorbeelden:feel comfortable • zich goed voelenmake yourself comfortable • maak het je gemakkelijk -
26 dollar
n. dollar, naam van valuta; valutaeenheid in verscheidene landen (V.S., Canada, Australië, Antigua en Barbuda, Bahama, Brunei, Guyana, Jamaica, Marshall Islands en vele andere landen)[ dollə]♦voorbeelden: -
27 endue
-
28 endued with many talents
endued with many talents -
29 face
n. gezicht--------v. tegenover iemand staan, tot iemand wenden, voor iemand staan, tegenoverstellen, afwachten; dekken; verwijzen; houwenface1[ fees] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 aanzien ⇒ reputatie, goede naam4 〈 benaming voor〉 (belangrijkste) zijde ⇒ oppervlak, bodem 〈 aarde〉; gevel, voorzijde; 〈 techniek, technologie〉 loopvlak, draagvlak; wijzerplaat 〈 klok〉; 〈 mijnwezen〉 pijler, front; kant, wand 〈 berg〉♦voorbeelden:meet someone face to face • iemand onder ogen komenshow one's face • zijn gezicht laten zienbefore one's face • voor iemands ogenshe shut the door in my face • ze gooide de deur (vlak) voor mijn neus dichtin (the) face of • ondanks, tegenoverin the face of, to someone's face • in aanwezigheid vanlaugh in someone's face • iemand in zijn gezicht uitlachenmake/pull faces/a face at someone • een gezicht tegen iemand trekken3 lose (one's) face • zijn gezicht verliezen, afgaansave (one's) face • zijn figuur reddenhave the face to • de brutaliteit hebben omset one's face against something • ergens tegen gekant zijnthrow something in someone's face • iemand iets voor de voeten gooien/verwijtenwipe something off the face of the earth • iets volkomen doen verdwijnenon the face of it • op het eerste gezicht————————face21 uitzien ⇒ het gezicht/de voorkant toekeren, uitzicht hebben♦voorbeelden:face up to the truth • de waarheid onder ogen zien/accepterenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 let's face it, … • laten we wel wezen, …face something out • zich ergens met lef doorheen slaanthe picture facing the title page • de illustratie tegenover het titelblad -
30 gradation
n. geleidelijke overgang; verloop; stap; trede; geleidelijke menging[ grədeesjn]1 (geleidelijke) overgang ⇒ verloop, gradatie2 nuance(ring) ⇒ stap, trede♦voorbeelden: -
31 happy
adj. blij, gelukkig[ hæpie] 〈 happiness〉♦voorbeelden:1 as happy as the day is long/a king/a lark • dolgelukkig, zo gelukkig als een kindII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉♦voorbeelden:1 Happy Birthday • proficiat/hartelijk gefeliciteerd met je verjaardagHappy New Year • Gelukkig nieuwjaar〈 eufemistisch〉 happy event • blijde gebeurtenis, geboortehappy hour • borreluur(tje)the happy hunting-ground(s) • de eeuwige jachtveldenmany happy returns (of the day)! • nog vele jaren!♦voorbeelden: -
32 he travelled for many a year
-
33 her many whys and hows vexed him
-
34 how
adv. hoe; wathow1[ hau] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hoe♦voorbeelden:————————how2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:how about John? • wat doe je (dan) met John?how kind of you! • wat vriendelijk van u!how do you like my hat? • wat vind je van mijn hoed?〈 informeel〉 and how! • en hoe!, (nou) en of!, en niet zo'n beetje3 how are things? • hoe gaat het ermee?how do you do? • aangenaam, hoe maakt u het?〈 informeel〉 how's that for stupid • wat vind je van zoiets stoms?how are you? • hoe gaat/is het?how is she (off) for clothes? • heeft ze genoeg kleren?how about John? • wat voor nieuws is er van John?, hoe stelt John het?4 how come she is late? • hoe komt het dat ze te laat is?¶ how about going home? • zouden we niet naar huis gaan?how about an ice-cream? • wat vind je van een ijsje?————————how3〈 voegwoord〉1 zoals♦voorbeelden: -
35 in all/many/some/several respects
in all/many/some/several respectsin alle/vele/sommige/verschillende opzichtenEnglish-Dutch dictionary > in all/many/some/several respects
-
36 lots of people are comfortable in their ignorance
English-Dutch dictionary > lots of people are comfortable in their ignorance
-
37 manifold
adj. veelvuldig, verscheiden--------adv. vele malen--------n. gehectografeerde afdruk; veelvoud (kopie); spruitstuk, verdeelstuk, leiding (techn); verzamelleiding (v. uitlaat e.d.)--------v. vermenigvuldigen, kopiëren (document e.d.)manifold1[ mæniffoold] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————manifold2 -
38 many a one
-
39 many gradations of red
-
40 many happy returns (of the day)!
many happy returns (of the day)!nog vele jaren!
См. также в других словарях:
Vele — Vele, n. A veil. [Obs.] Spenser. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
vele — ×velè prt.žr. velei: Kab pavakarin, tai velè nebūt, kab sunku Arm … Dictionary of the Lithuanian Language
vele- — DEFINICIJA 1. kao prvi dio riječi pokazuje visok stupanj ili veličinu onoga što se kazuje drugim dijelom [veleposjed; velesajam; veleposlanik] 2. (uz pridjev) iron. velevažan = tobože važan, umišljeno važan ETIMOLOGIJA v. velik … Hrvatski jezični portal
vėlė — vėlė̃ dkt. Vėlių̃ kálnas … Bendrinės lietuvių kalbos žodyno antraštynas
vele — /vēl/ (Spenser) noun same as ↑veil … Useful english dictionary
vėlė — 1 vėlė̃ sf. (4) DŽ 1. Š, FT, LEXXXIII299 mirusio žmogaus siela: Darome atminimus už mirusio žmogaus vėlę K.Būg. Vėlių̃ mišios NdŽ, KŽ. Malda už vė̃lę KŽ. Ji pasakė norinti užpirkti mišias už motinos vėlę V.Myk Put. Kas jūsų krikščionis, melskitės … Dictionary of the Lithuanian Language
velė — 1 velė̃ sf. (4) J, NdŽ; M žr. 1 vėlė: 1. BzBkXXI223, OGLII204 Reiks maldyti šventikus, kad laikytų maldeles už Marelės velẽlę JD1228. 2. Dvasios mirusių o rojun patekusių žmonių buvo vadinamos velėmis A1884,132. Tau vẽlės pripuolė nuo numirusio … Dictionary of the Lithuanian Language
vele... — 1 ali vèle... prvi del zloženk (ȅ) nanašajoč se na veliki: velejadro, velemolekula 2 ali vèle... prvi del zloženk (ȅ) nanašajoč se na velik: veleblagovnica, veletovarnar; velelisten, velemesten 3 ali vèle... prvi del zloženk (ȅ) nanašajoč se… … Slovar slovenskega knjižnega jezika
vėle — vė̃le adv. Rmš, Dg, Mrc, Žl, vėlè žr. 1 vėl 1: Paleidai [paukštį], vė̃le gaudyk DrskŽ. Apgydė, neskaudėjo, ir vė̃le skauda Žmt. Vė̃le mus raštavo (suėmė) Kbr. Apsigręžė ir vėlè nuvažiavo GrvT86 … Dictionary of the Lithuanian Language
VELE- — {{upper}}VELE {{/upper}} 1. {{001f}}kao prvi dio riječi pokazuje visok stupanj ili veličinu onoga što se kazuje drugim dijelom [veleposjed; velesajam; veleposlanik] 2. {{001f}}(uz pridjev) iron. velevažan = tobože važan, umišljeno važan … Veliki rječnik hrvatskoga jezika
vėlė — 2 vėlė̃ sf. (4) NdŽ, KŽ; R392, N, KII336, K veltuvas: Vėlių malūnas (vėlykla) MŽ527 … Dictionary of the Lithuanian Language