-
1 triomphal
triomphal [trie.õfaal],triomphaux [trie.õfoo]2 jubelend♦voorbeelden:char triomphal • zegewagensuccès triomphal • enorm groot succesadj1) triomfantelijk, triomf-2) jubelend -
2 triomphant
-
3 торжествующий
adjgener. triomfant, triomfantelijk, zegevierend -
4 триумфальный
adjgener. triomfant, triomfantelijk, zegepralend -
5 crow over
crow over(triomfantelijk) juichen/jubelen over; 〈 in het bijzonder〉 uitbundig leedvermaak hebben over -
6 crow
n. afstammeling van de Indianenstam Crow in oosten van Montana--------n. taal van de Sioux gesproken door de Siouxstamcrow1[ kroo] 〈 zelfstandig naamwoord〉4 〈Amerikaans-Engels; leger; slang〉 adelaar 〈 symbool van Amerika op insignes〉 ⇒ 〈 figuurlijk〉 hoge piet/ome 〈 die zo'n insigne draagt〉♦voorbeelden:————————crow2〈werkwoord; Brits-Engels verleden tijd in betekenis 0.1 ook crew [kroe:]〉♦voorbeelden:¶ crow over • (triomfantelijk) juichen/jubelen over; 〈 in het bijzonder〉 uitbundig leedvermaak hebben over -
7 jubilant
adj. jubelend, juichend, blij, feestvierend[ dzjoe:billənt]1 uitbundig ⇒ triomfantelijk, vreugde-♦voorbeelden:jubilant at • in de wolken over -
8 triumphant
-
9 victorious
-
10 galumph
v. triomfantelijk in het rond springen -
11 with a high hand
met harde hand, met kracht; triomfantelijk -
12 Siegermiene
-
13 Triumphgefühl
-
14 siegesfroh
siegesfroh1 zegepralend, triomfantelijk -
15 sieghaft
-
16 triumphal
triumphal1 triomfantelijk ⇒ triomfaal, overweldigend -
17 triumphieren
-
18 triumphierend lachen
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский