-
1 to allow
toekennentoestaan -
2 to assign
toekennentoewijzen -
3 predicate
-
4 accredit
v. toeschrijven, toekennen; accrediteren; v. geloofsbrieven voorzien[ əkreddit]1 accrediteren ⇒ krediet verschaffen aan; erkennen♦voorbeelden: -
5 award
n. prijs; bekroning; beoordeling--------v. toekennen, toewijzen; beoordelenaward1[ əwo:d] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————award2〈 werkwoord〉2 belonen -
6 give
n. buigzaamheid--------v. geven; aangeven; toegeven; geven (feestje geven)give1[ giv] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 het meegeven ⇒ elasticiteit, buigzaamheid♦voorbeelden:————————give22 meegeven ⇒ in(een)zakken, bezwijken, (door)buigen, verslappen, toegeven♦voorbeelden:¶ give on(to) • uitzien op, uitkomen op, toegang geven tot〈 informeel〉 what gives? • wat is er gaande?→ give away give away/, give in give in/, give out give out/, give over give over/, give up give up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 geven ⇒ schenken, overhandigen2 geven ⇒ verlenen, verschaffen, gunnen3 geven ⇒ opofferen, wijden5 geven ⇒ aanbieden, ten beste geven6 (op)geven ⇒ meedelen, verstrekken7 geven ⇒ produceren, voortbrengen♦voorbeelden:give someone medicine • iemand geneesmiddelen toedienengive him my best wishes • doe hem de groeten van mijgive a daughter in marriage • een dochter ten huwelijk schenkengive someone into custody • iemand aan de politie overleverengive me the good old days • geef mij maar de goeie ouwe tijdgive one's heart to someone • een warm hart voor iemand hebben, verliefd worden op iemandit's given me much pain • het heeft me veel pijn gedaangive pleasure • erg aangenaam zijngive a prize • een prijs toekennengive him some rest • gun hem wat rustwe were given three hours' rest • we kregen drie uur rustgive someone a room • iemand een kamer toewijzengive someone a title • iemand een titel toekennengive trouble • last bezorgenhe's been given two years • hij heeft twee jaar (gevangenisstraf) gekregengive someone to understand/know • iemand te verstaan/kennen gevenI'll give you that • dat geef ik toegive a cry • een kreet slakengive someone a sly look • iemand een sluwe blik toewerpengive proof of one's courage • zijn moed tonengive a ring • opbellengive sentence • een vonnis vellengive a shrug of the shoulders • zijn schouders ophalen6 the teacher gave us three exercises (to do) • de onderwijzer heeft ons drie oefeningen opgegeven (als huiswerk)give the facts • de feiten tonengive information • informatie verstrekkengive off • (af)geven, verspreiden, makengive as good as one gets • met gelijke munt betalengive it someone hot (and strong), give it someone straight • iemand er f van langs gevendon't give me that • (hou op met die) onzinthat'll give her something to cry for • nu heeft ze tenminste iets om over te huilen -
7 allocate
v. toewijzen (ook in computers), een bepaald programma de mogelijkheid verlenen bepaalde toegewezen hulpmiddelen te gebruiken (computers); budgetteren[ æləkeet]♦voorbeelden: -
8 allow
v. veroorloven, toestaan; laten[ əlau]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 toestaan ⇒ (toe)laten, veroorloven2 voorzien ⇒ mogelijk maken, zorgen voor3 toekennen ⇒ toestaan, toewijzen♦voorbeelden:no dogs allowed • honden niet toegelatenmy Mini allows me to park anywhere • met mijn mini kan ik overal parkerenallow oneself • zich veroorlovenallow someone in • iemand binnenlaten3 he was allowed £100 a month for books • hij kreeg een maandelijkse toelage van £100 voor boekenallow twenty percent off (for) • twintig percent korting geven (op) -
9 ascribable
-
10 ascribe
v. toegeschreven worden aan[ əskrajb] -
11 assign
-
12 attribute
n. goede eigenschap; eigenschap; bijvoegelijke bepaling (in grammatica)--------v. toeschrijven aan; toewijzen aanattribute1[ ætribjoe:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 attribuut ⇒ kenteken, symbool————————attribute2♦voorbeelden:attribute a play to Shakespeare • een stuk aan Shakespeare toeschrijven -
13 bestow
-
14 disallow a claim
v. een aanklacht verwerpen, een bewering onbevoegd verklaren -
15 disallow
v. niet toestaan, ongeldig verklaren[ dissəlau]2 ongeldig verklaren ⇒ verwerpen, afkeuren♦voorbeelden:disallow a goal • een doelpunt afkeuren -
16 give a prize
-
17 give someone a title
-
18 grant
n. subsidie, toelage, beurs--------v. geven, toegeven; verlenen; inwilligen; bijdragengrant1[ gra:nt] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 subsidie ⇒ toelage, beurs♦voorbeelden:————————grant2〈 werkwoord〉1 toekennen ⇒ inwilligen, verlenen, toestaan♦voorbeelden:2 granted; but … • akkoord; maar …I must grant you that • dat moet ik je toegevenI take the rest for granted • de rest geloof ik wel -
19 invest
v. investeren; uitreiken; toekennen; inwerken; kleden, aankleden; toedekken, bedekken; kronen; versieren[ invest]II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
20 judge
n. rechter; jurylid; kenner--------v. beoordelen; oordelen, vaststellen; waarderen; als rechter optredenjudge1[ dzjudzj] 〈zelfstandig naamwoord; vaak Judge〉1 rechter♦voorbeelden:he is no judge (of that) • hij is geen expert (ter zake)→ sober sober/————————judge2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 beoordelen ⇒ achten, schatten♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский
toekennen
Страницы