-
1 give someone the slip
aan iemand ontsnappen/ontglippen -
2 give one the slip
iets ontsnappen -
3 slip
n. SLIP protokol, een protokol voor seriële verbinding met het Internet, een protokol waarmee een volledige verbinding met het Internet via een gewone telefoonlijn mogelijk isslip13 onderrok/jurk♦voorbeelden:slip of the tongue • versprekingmake a slip • een vergissing maken, een misstap begaan〈 spreekwoord〉 there's many a slip 'twixt cup and lip • tussen lepel en mond valt veel pap op de grond; tussen neus en lippen kan een goede kans ontglippen¶ give someone the slip • aan iemand ontsnappen/ontglippen————————slip2〈 slipped〉♦voorbeelden:time slips away/by • de tijd gaat ongemerkt voorbijslip down • naar beneden glijdenslip through • doorschietenslip on something • ergens over uitglijdenslip in/out • naar binnen/buiten glippenslip off • wegglippenslip from • ontglippen aanslip past someone • langs iemand glippenslip through one's fingers • door zijn vingers glippenslip up • zich vergissenslip into/out of a dress • een jurk aanschieten/uittrekkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 schuiven ⇒ slippen, laten glijden3 (onopvallend) toestoppen/geven♦voorbeelden:slip one's foot • uitglijdenslip one's memory/mind • vergetenslip on something comfortable • iets gemakkelijks aanschieten -
4 the car went into a skid
the car went into a skid -
5 slip of the pen
-
6 slip of the tongue
-
7 slip the memory
uit geheugen wegglijden -
8 slip through the fingers
door de vingers glippen -
9 skirt of the mantle
slip van de mantel -
10 let slip the dogs of war
de verschrikkingen van de oorlog laten ontvallen -
11 let slip through the fingers
een gelegenheid voorbij laten gaan (wegens nalatigheid) -
12 made a slip of the tongue
versprak zich -
13 skid
n. steunbalk/plank; glijbaan, glijplank; remschoen; schuiver--------v. slippen, glijdenskid1[ skid] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 steunblok ⇒ steunbalk/plank4 schuiver ⇒ slip, slippartij♦voorbeelden:¶ 〈 informeel〉 put the skids on/under someone/something • iemand/iets naar de verdommenis helpen; iemand achter zijn vodden zitten〈 informeel〉 on the skids • bergafwaarts, van kwaad tot erger————————skid2〈werkwoord; skidded〉 -
14 brief
adj. kort--------n. instructie (voor pleiter); vlieginstructie; (dames/heren)slip--------v. instrueren; rapporterenbrief1[ brie:f]1 stukken ⇒ bescheiden, dossier; 〈 juridisch〉 instructie voor pleiter 〈 opgesteld ten behoeve van advocaat〉; 〈Brits-Engels; bij uitbreiding〉 opdracht voor een ‘barrister’♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 it's not part of your brief to tell her what to do • het is niet aan jou haar te zeggen wat ze doen moetII 〈meervoud; werkwoord steeds meervoud〉1 (dames/heren)slip ⇒ (pijploos) onderbroekje, bikinibroekje————————brief21 kort(stondig) ⇒ beknopt, bondig, vluchtig♦voorbeelden:brief and to the point • kort en krachtigbe brief • het kort houdenin brief • om kort te gaan, kortom————————brief3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 please brief me on this point • wil je dit punt even met me doornemen? -
15 show
n. toneelstuk; opvoering; programma; tentoonstelling; amusementsvoorstelling, schouwspel, show; vertoon; schijn--------v. tonen, laten zien; duidelijk maken; aantonen, bewijzen; vertonen; tentoonstellenshow1[ sjoo]♦voorbeelden:a fine show of blossoms • een prachtige bloesemtooimake a show of one's learning • te koop lopen met zijn geleerdheidunder a show of benevolence • onder het mom van welwillendheidno show of resistance • geen enkel blijk van verzetgood show! • goed geprobeerd!put up a good show • een goede prestatie leverenlet's get this show on the road • laten we nu maar eens beginnengive the (whole) show away • de hele zaak verradensteal the show • de show stelen〈 informeel〉 all over the show • door elkaar, overal1 uiterlijk ⇒ schijn, opschepperij♦voorbeelden:she only does it for show • ze doet het alleen voor de show3 what's on show today? • wat wordt er vandaag vertoond?objects on show • de tentoongestelde voorwerpen————————show21 (zich) (ver)tonen ⇒ (duidelijk) zichtbaar zijn, (ver)schijnen, eruitzien, vertoond worden 〈 van film〉♦voorbeelden:his education shows • het is goed merkbaar dat hij goed onderlegd isthe scar still shows • het litteken is nog goed te zienyour slip is showing • je onderjurk komt eruittime will show • de tijd zal het lerenwhat's showing at the cinema? • wat draait er in de bioscoop?her Dutch accent still shows through • haar Nederlandse accent is nog (goed) hoorbaar¶ it just goes to show! • zo zie je maar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (aan)tonen ⇒ laten zien, tentoonstellen, vertonen2 uitleggen ⇒ demonstreren, bewijzen♦voorbeelden:show me an example • geef me een voorbeeldshe never shows her feelings • ze toont haar gevoelens nooitthis year's figures show some recovery • de cijfers van dit jaar geven enig herstel te zienwhich film are they showing? • welke film draaien ze?he has nothing to show for all his work • zijn werk heeft helemaal geen vruchten afgeworpenshow me the truth of what you're saying • bewijs me dat het waar is wat je zegtthis goes to show that crime doesn't pay • dit bewijst dat misdaad niet loonthe showed me how to write • hij leerde me schrijvenshow one's kindness • vriendelijk blijken te zijnimpressed by the vast knowledge she showed • onder de indruk van de enorme kennis die ze aan de dag legdeshow bad taste • van een slechte smaak getuigenshow someone in/out • iemand binnenlaten/uitlatenhe showed us (a)round the house • hij liet ons het huis zienshow her into the waiting room • breng haar naar de wachtkamerI'll show you out of the house • ik zal u uitlatenshow someone over the factory • iemand een rondleiding geven door de fabriek6 Lord, show mercy • Heer, schenk genade -
16 finger
n. vinger; (computers - internet) een opdracht dat het mogelijk maakt het e-mail adres van iemand te vinden--------v. aanraken; stelen; bespelen; "vingeren" (in muziek)finger1[ finggə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 vinger♦voorbeelden:1 index/middle/ring/little finger • wijsvinger/middelvinger/ringvinger/pinkbe all fingers and thumbs • twee erhanden hebben, erg onhandig zijnburn one's fingers, get one's fingers 〈 Brits-Engels〉 burnt/ 〈 Amerikaans-Engels〉 burned • zijn/zich de vingers branden〈Brits-Engels; informeel〉 get/pull/take your finger out! • laat je handen eens wapperen!〈Amerikaans-Engels; slang〉 give someone the finger • de middelvinger opsteken naar iemand 〈 met de betekenis dat de ander dood kan vallen〉〈 informeel〉 not be able to put/lay one's finger on something • iets niet kunnen plaatsen/kunnen begrijpen/precies kunnen aangevennever/not lay a finger on • met geen vinger aanrakennot lift/move/raise/stir a finger • geen vinger uitstekenpoint the finger at someone • iemand beschuldigen〈 informeel〉 twist/wind someone round one's (little) finger • iemand om zijn/haar vinger winden→ green green/————————finger2〈 werkwoord〉1 betasten ⇒ (met de vingers) aanraken, (be)vingeren♦voorbeelden:1 he was fingering a piece of string • hij zat te spelen/friemelen met een stukje touw -
17 skirt
n. rok; berm; buitenwijk; "stuk" (slang)--------v. begrenzen, lopen langs; omringen; omzeilenskirt1[ skə:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 rok♦voorbeelden:4 what a piece of skirt! • wat een stuk!————————skirt2〈 werkwoord〉2 omringen
См. также в других словарях:
The Slip — Студийный альбом Nine Inch Nails … Википедия
The Slip — Album par Nine Inch Nails Sortie 5 mai 2008 Durée 43:47 Genre Rock industriel Format Téléchargement … Wikipédia en Français
The Slip — can refer to:* The Slip (album), a 2008 album by industrial band Nine Inch Nails *The Slip (band), a contemporary avant rock trio from Boston, Massachusetts … Wikipedia
The Slip — Álbum de Nine Inch Nails Publicación 5 de mayo, 2008(Descarga digital) 22 de julio, 2008 … Wikipedia Español
The Slip (album) — The Slip Studio album … Wikipedia
The Slip (band) — The Slip The Slip (L–R): Brad Barr, Marc Friedman, and Andrew Barr Background information Origin Boston, Massachusetts, United States … Wikipedia
To give one the slip — Slip Slip, n. [AS. slipe, slip.] 1. The act of slipping; as, a slip on the ice. [1913 Webster] 2. An unintentional error or fault; a false step. [1913 Webster] This good man s slip mended his pace to martyrdom. Fuller. [1913 Webster] 3. A twig… … The Collaborative International Dictionary of English
give someone the slip — (informal) ESCAPE FROM, get away from, evade, dodge, elude, lose, shake off, throw off (the scent), get clear of. → slip * * * give someone the slip To escape from someone, usu by cunning • • • Main Entry: ↑slip * * * give someone the slip… … Useful english dictionary
give the slip — give (someone) the slip informal : to escape (someone) : to get away from (someone) The intruder ran from the police and gave them the slip. • • • Main Entry: ↑slip … Useful english dictionary
give someone the slip — give (someone) the slip informal to escape from someone who is with you, following you, or watching you. There was a man following me when I left the office, but I gave him the slip on the crowded main street … New idioms dictionary
give the slip — give (someone) the slip informal to escape from someone who is with you, following you, or watching you. There was a man following me when I left the office, but I gave him the slip on the crowded main street … New idioms dictionary