-
1 recurrring
terugkerend -
2 returning
terugkerend -
3 repeated refrain
terugkerend refrein -
4 repeated signal
terugkerend teken -
5 reset
terugkerend naar ruststand -
6 a daily theme in the newspapers
-
7 circulatory
adj. circulerend; van terugkerend bloed[ sə:kjələtrie]2 met betrekking tot/van de bloedsomloop -
8 homeward
adv. huiswaartshomeward1[ hoomwəd] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉————————[ hoomwədz] 〈 bijwoord〉♦voorbeelden: -
9 homing
adj. instinct om eigen huis terug te vinden (bijen, duiven), naar huis terugkerenhoming1[ hooming] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————homing2♦voorbeelden: -
10 periodic
adj. tijdelijk; kringlopend; volgens de seizoenen; in periodes1 periodiek ⇒ regelmatig terugkerend; zich herhalend; cyclisch, kring-♦voorbeelden: -
11 persevering
-
12 recurrent
-
13 regressive
-
14 reversion
n. terugkerend goed/bezit (aan schenker/diens erfgenamen); recht van opvolging; terugkeer[ rivvə:sjn]♦voorbeelden: -
15 riff
-
16 theme
-
17 acyclic
adj. niet volgens kringloop, niet terugkerend -
18 aperiodic
adj. niet vast; niet terugkerend, niet periodiek (in electriciteit) -
19 floating capital
vlottend kapitaal (terugkerend kapitaal,zakengelden gebruikt voor de omloop) -
20 infinite loop
oneindige lus (bij computer,een terugkerend fout stuk van programma totdat het goedgemaakt wordt door buitenstander)
- 1
- 2