-
1 phone call
-
2 test call
telefoongesprek als test -
3 put through
doorverbinden (telefoongesprek); voeren (telefoongesprek); uitvoeren (taak); tot stand brengen, tot een goed einde brengenput through♦voorbeelden:put someone through (to) • iemand doorverbinden (met) -
4 collect
adj. telefoongesprek waarbij degene naar wie wordt getelefoneerd het gesprek betaalt--------n. een kort gebed--------v. collecteren; verzamelen; ophalen, afhalencollect1♦voorbeelden:call me collect • bel me maar op mijn kosten————————collect21 zich verzamelen ⇒ zich ophopen, samenkomenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 innen ⇒ incasseren, collecteren♦voorbeelden:collect oneself • zijn zelfbeheersing terugkrijgen -
5 appel
appel [aapel]〈m.〉1 roep ⇒ oproep, appel♦voorbeelden:appel d'offres • aanbesteding bij inschrijvingfaire l'appel • het appel afnemen, de namen afroepenmanquer à l'appel • op het appel ontbrekenrecevoir un appel pressant • een dringend verzoek om hulp krijgensonner l'appel • appel blazenappel au secours, à l'aide • hulpgeroepappel aux armes • (het) onder de wapenen roepenordre d'appel sous les drapeaux • oproep voor militaire dienstfaire appel à qn. • een beroep op iemand doenfaire appel d' un jugement • tegen een vonnis in beroep gaandécision sans appel • onherroepelijk besluitappel du regard • wenken met de ogen, lonkenfaire un appel du pied • voetje vrijenm1) (op)roep2) beroep, appel [jurisch]3) roeping5) sein, teken6) telefoongesprek, telefoontje -
6 a collect call
-
7 be/put on hold
be/put on hold -
8 hang up
ophangen; (een telefoongesprek) beëindigenhang up♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 ophangen2 uitstellen ⇒ ophouden, doen vastlopen♦voorbeelden: -
9 hold
n. houvast; invloed--------v. vasthouden; inhouden; bewaren; geloven; schatten; houden; eigenaar zijn vanhold1[ hoold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 catch/get/grab/take hold of • (vast)grijpen, (vast)pakkenget hold of • te pakken krijgenget a hold on • vat krijgen ophave a hold over someone • macht over iemand hebbenlose hold of • zijn greep verliezen opkeep hold of • vasthoudenleave/quit hold of • loslaten¶ on hold • uitgesteld, vertraagd, in afwachtingput a project on hold • een project opschortenno holds barred • alle middelen zijn toegestaan————————hold21 houden ⇒ het uithouden, stand houden2 van kracht zijn ⇒ gelden, waar zijn♦voorbeelden:→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold on to hold on to/, hold out hold out/, hold up hold up/, hold with hold with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 hebben5 doen plaatsvinden ⇒ beleggen, houden♦voorbeelden:will you hold the line? • wilt u even aan het toestel blijven?hold one's nose • zijn neus dichtknijpenhold together • bijeenhoudenhold someone to his promise • iemand aan zijn belofte houden3 hold a title • een titel dragen/bezittenhold in • in bedwang houdenhold under • onderdrukken7 hold everything! • stop!hold something cheap/dear • weinig/veel waarde aan iets hechtenhold something against someone • iemand iets verwijten¶ hold it! • houen zo!; stop!hold one's own with • opgewassen zijn tegen→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold down hold down/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold out hold out/, hold over hold over/, hold up hold up/ -
10 local call
-
11 long-distance call
internationaal/interlokaal telefoongesprek -
12 long-distance
long-distance♦voorbeelden: -
13 place a telephone-call
-
14 place
n. plaats; plaats (in maatschappij, werk etc.); taak--------v. plaatsen; neerzetten; aanstellen; thuisbrengenplace1[ plees]4 stand ⇒ rang, positie♦voorbeelden:come round to my place some time • kom eens (bij mij) langs〈 spreekwoord〉 there's no place like home • zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens2 place of worship • kerk, kapel4 know one's place • zijn plaats kennen/weten♦voorbeelden:fall into place • duidelijk zijnlay/set a place for someone • voor iemand dekken〈 figuurlijk〉 put/keep someone in his (proper) place • iemand op zijn plaats zetten/houdentake your places • neem uw plaatsen inin places • hier en daar————————place2II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:place an order for goods • goederen bestellenplace a telephone-call • een telefoongesprek aanvragen -
15 reverse-charge
reverse-charge〈 Brits-Engels〉1 te betalen door/voor rekening van opgeroepene 〈 van telefoongesprek〉 -
16 ring off
-
17 telephone call
-
18 telephone conversation
telephone conversation -
19 toll call
n. buitenstedelijke gesprekken (bij telefoon)toll call -
20 toll-free
toll-free♦voorbeelden:1 toll-free 800 service • 〈 in (in) Nederland〉 gratis 06-nummer; 〈 in in België〉 groen (telefoon)nummer
Страницы
- 1
- 2