-
1 restrain
v. tegenhouden, weerhouden[ ristreen]2 aan banden leggen ⇒ beteugelen, beperken, in toom houden♦voorbeelden: -
2 discourage
v. afschrikken; afraden[ diskurridzj]2 weerhouden ⇒ afhouden, afbrengen♦voorbeelden:2 discourage someone from starting all over again • iemand ervan weerhouden helemaal opnieuw te beginnen -
3 empêcher
empêcher [ãpesĵee]1 verhinderen ⇒ beletten, weerhouden (van), tegenhouden♦voorbeelden:1 qui m'en empêchera? • wie zal mij dat verhinderen?le bruit l'empêche de dormir • door het lawaai kan hij niet slapen♦voorbeelden:1. vverhinderen, beletten2. s'empêcher (de)v -
4 останавливать
tot stilstand brengen, (laten) stoppen, aanhouden, weerhouden, tegenhouden -
5 остановить
tot stilstand brengen, (laten) stoppen, aanhouden, weerhouden, tegenhouden -
6 задерживать
vgener. achterhouden, ophouden, oppakken, overhouden, stremmen, aanhouden, achterwege houden, beletten, gevangennemen, houden, in zijn vaart stuiten, inhouden, knippen (преступника и т.п.), ondervangen, opvangen, stuiten, tegenhouden (человека), vasthouden, vatten, vertragen, wederhouden, weerhouden, weren -
7 останавливать
v1) gener. aanhouden, afspannen (машину), afzetten, opstoppen, stilhouden, stoppen, stuiten, tegenhouden, vangen, buiten werking stellen, de voortgang stuiten, laten aflopen (часы, механизм), ophouden, stelpen (кровотечение и т.п.), stilleggen, stilzetten (машину, часы), stopzetten, tot staan brengen, wederhouden, weerhouden2) navy. praaien -
8 удерживать
vgener. aanhouden, afhouden (от чего-л.), behouden, houden, onthouden, ophouden, reserveren, uithouden, weren, achterwege houden, afrekenen, in mindering brengen, inhouden, korten (деньги и т.п.), staande houden, terughouden, vasthouden, wederhouden, weerhouden -
9 blinkers
-
10 discourage someone from starting all over again
discourage someone from starting all over againEnglish-Dutch dictionary > discourage someone from starting all over again
-
11 discouragement
n. moedeloosheid, ontmoediging[ diskurridzjmənt]1 ontmoediging ⇒ obstakel, tegenslag1 moedeloosheid ⇒ ontmoediging, het ontmoedigd zijn -
12 dissuade
v. ontraden, afraden[ disweed]♦voorbeelden:1 he tried to dissuade her from moving to London • hij trachtte haar te weerhouden naar Londen te verhuizen -
13 he tried to dissuade her from moving to London
he tried to dissuade her from moving to LondonEnglish-Dutch dictionary > he tried to dissuade her from moving to London
-
14 help
n. hulp; voordeel; hulp--------v. helpen; hulp bieden; genezen; maken; voordeel brengenhelp1[ help] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 hulp ⇒ steun, bijstand2 help(st)er ⇒ dienstmeisje, werkster4 remedie♦voorbeelden:1 can we be of any help? • kunnen wij ergens mee helpen?fly to the help of • te hulp snellenit was not of much help to him • hij heeft er niet veel aan gehadhelp wanted • personeel/hulp gevraagd4 there is no help for it • er is niets aan/tegen te doen————————help2〈 werkwoord〉1 helpen ⇒ bijstaan, (onder)steunen, baten♦voorbeelden:help someone (to) clean/in cleaning • iemand helpen bij het schoonmakenhelp along/forward • vooruithelpen, bevorderenhelp someone off/on with his coat • iemand uit/in zijn jas helpen5 we could not help but smile • wij moesten wel glimlachen, of we wilden of nietI could not help myself • ik kon niet anders¶ he cannot help himself, that is the way he is • hij kan er niets aan doen, zo is hij nu eenmaal -
15 hold back from
hold back from -
16 hold back
hold back1 aarzelen ⇒ schromen, iets verzwijgen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 tegenhouden ⇒ inhouden, in de weg staan -
17 hold
n. houvast; invloed--------v. vasthouden; inhouden; bewaren; geloven; schatten; houden; eigenaar zijn vanhold1[ hoold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 catch/get/grab/take hold of • (vast)grijpen, (vast)pakkenget hold of • te pakken krijgenget a hold on • vat krijgen ophave a hold over someone • macht over iemand hebbenlose hold of • zijn greep verliezen opkeep hold of • vasthoudenleave/quit hold of • loslaten¶ on hold • uitgesteld, vertraagd, in afwachtingput a project on hold • een project opschortenno holds barred • alle middelen zijn toegestaan————————hold21 houden ⇒ het uithouden, stand houden2 van kracht zijn ⇒ gelden, waar zijn♦voorbeelden:→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold on to hold on to/, hold out hold out/, hold up hold up/, hold with hold with/II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 hebben5 doen plaatsvinden ⇒ beleggen, houden♦voorbeelden:will you hold the line? • wilt u even aan het toestel blijven?hold one's nose • zijn neus dichtknijpenhold together • bijeenhoudenhold someone to his promise • iemand aan zijn belofte houden3 hold a title • een titel dragen/bezittenhold in • in bedwang houdenhold under • onderdrukken7 hold everything! • stop!hold something cheap/dear • weinig/veel waarde aan iets hechtenhold something against someone • iemand iets verwijten¶ hold it! • houen zo!; stop!hold one's own with • opgewassen zijn tegen→ hold aloof hold aloof/, hold back hold back/, hold down hold down/, hold forth hold forth/, hold off hold off/, hold on hold on/, hold out hold out/, hold over hold over/, hold up hold up/ -
18 inhibit someone from doing something
inhibit someone from doing somethingiemand beletten/ervan weerhouden iets te doenEnglish-Dutch dictionary > inhibit someone from doing something
-
19 inhibit
-
20 locknut
n. borgmoer, kleine moer die stevig wordt vastgedraaid op een andere om te weerhouden dat die los gaat zittenlocknut
- 1
- 2