-
1 genoegen
♦voorbeelden:1 genoegen nemen met iets • be satisfied with something 〈 tweede keus〉; put up with something 〈 minder kwaliteit, slechte omstandigheden〉als het niet naar genoegen is • if it is not satisfactory/to your satisfaction2 met alle soorten van genoegen • with pleasure, gladly, I'd be delighted (to)het was geen onverdeeld genoegen • it was a mixed blessinghet was mij een waar genoegen • I was delighteddoe me een genoegen en houd je mond • do me a favour and shut up, I'll thank you to keep quietiemand een genoegen doen • do someone a favour, oblige someonedat doet mij (veel) genoegen • I'm very pleasedmet wie heb ik het genoegen? • with whom do I have the pleasure (of speaking)?tot genoegen • au revoir, I hope we meet againtot haar groot genoegen • much to her pleasure -
2 plezier
3 [seksueel genot] pleasure♦voorbeelden:plezier maken/hebben • have fun, enjoy oneselfmet alle plezier van de wereld • only too gladlyvoor je plezier spelen • play for loveveel plezier! • have fun!, enjoy yourself!〈 ironisch〉 zijn plezier wel op kunnen • be grieved/upsetdat doet me plezier • I am glad (of it), that pleases mehet doet me plezier u te zien • I'm pleased/glad to see youplezier vinden in • take pleasure inik heb hier altijd met plezier gewerkt • I have always enjoyed working herehet kindje kraaide van plezier • the child crowed with pleasureik zit hier niet voor mijn plezier! • I'm not here for fun (and games)! -
3 vreugde
vreugde, vreugd1 joy, delight ⇒ pleasure♦voorbeelden:gedeelde vreugde is dubbele vreugde • a pleasure shared is a pleasure multipliedaan iemand/iets vreugde beleven • take pleasure in someone, enjoy something, delight in someone/somethingmet vreugde/tot mijn vreugde hoor ik • I am pleased to heardol van vreugde • wild/delirious/mad with joy, on top of the world -
4 aardigheid
3 [geschenk] small present♦voorbeelden:1 aardigheid hebben in iets • enjoy something, take pleasure in somethingaardigheid krijgen in iets • become interested in something, (take a) fancy (to) somethingiets doen voor de aardigheid • do something for the fun of iter is geen aardigheid meer aan • it's no fun anymore -
5 behagen scheppen in
v. take pleasure in, pleasure in -
6 aan iemand/iets vreugde beleven
aan iemand/iets vreugde beleventake pleasure in someone, enjoy something, delight in someone/somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aan iemand/iets vreugde beleven
-
7 aardigheid hebben in iets
aardigheid hebben in ietsenjoy something, take pleasure in somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aardigheid hebben in iets
-
8 ergens genoegen in scheppen
ergens genoegen in scheppenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ergens genoegen in scheppen
-
9 plezier vinden in
plezier vinden inVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > plezier vinden in
-
10 behagen
-
11 welgevallen
welgevallen1〈 het〉♦voorbeelden:————————welgevallen2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:zich alles maar laten welgevallen • take it all lying down -
12 arbeidsvreugde
1 job satisfaction ⇒ joy/pleasure in one's work♦voorbeelden: -
13 hebben
2 [getroffen zijn door] have, be3 [in genoemde omstandigheden verkeren] have, be4 [(gevoelens) koesteren] have ⇒ be5 [beschikken over] have (got)6 [krijgen] have8 [met betrekking tot iets dat gedaan kan/moet worden] have9 [aantreffen] be, have11 [verdragen] stand, take12 [+ aan] [nut ondervinden van] be of use (to)♦voorbeelden:1 heb jij een auto? • have you got a car?ze heeft een boetiekje/reclamebureau • she has a boutique/an advertising agencyiemands hele hebben en houden • all someone's belongingsiets moeten hebben • need somethingiets willen hebben • want somethinghet heeft er veel van dat … • it looks very much as if …iets bij zich hebben • be carrying something, have something with oneiets vrolijks over zich hebben • make a cheerful impression, have a certain cheervan wie heeft hij dat? • who/where has he got that from?veel van iemand/iets hebben • look very much/be very like someone/somethingik heb het niet van mezelf • I haven't thought/dreamt that up myselfwat heb je? • what's the matter/wrong with you?wat heb je toch? • what's come over you?iets aan de voet hebben • have something wrong with one's foot/foot trouble3 ik hoop dat je mooi weer hebt • I hope you'll have good weather/the weather will be finehet koud/warm hebben • be cold/hothoe heb ik het nu met je? • what's up with you?ik wist niet hoe ik het had • I didn't know what to make of ithoe heb je het gehad? • did you have a good time?, how did you get on?hebben jullie wel eens wat met elkaar? • is there anything between you?hij heeft iets tegen mij • he has grudge against mehij heeft er niets op tegen • he has no objectionshoe wilt u het hebben? • how would you like it? 〈 bijvoorbeeld bij bank, met betrekking tot geld〉ze heeft het helemaal • she's really got itik heb al veel plezier gehad van mijn nieuwe p.c. • my new pc has given me a lot of pleasureik heb het • I've got itvan wie heb je dat? • who told/gave you that?ik heb nooit Spaans gehad • I've never learned Spanishik moet nog een tientje van hem hebben • he still owes me ten guilders〈 beledigend〉 wat moet je (van me) hebben? • what do you want (from me)?ik moet er niets van hebben • I want nothing to do with itdat heb je ervan • that's what you getzo, dat hebben we ook weer gehad • well, that's that(het) met iemand te doen hebben • be/feel sorry for someonedagelijks met iemand te doen hebben • see someone every daydaar heb je het al • I told you soje hebt/men heeft ook groene • there are/you get green ones as wellwat zullen we nu hebben • hey, what's this?(kijk eens) wie we daar hebben • look who's here!zo wil ik het hebben • that's how I want itiets (gedaan) willen hebben • want (to see) something donedaar heb ik je • (I've) got you thereik heb hem zover • I've managed to persuade himeen klap van heb ik jou daar • a stunning blow/mighty thump11 hij kan veel/niet veel hebben • he can take a lot, he can't take much〈 ironisch〉 nou, daar heb ik veel aan! • oh, a (fat) lot of good that will do menu weten we tenminste wat we aan elkaar hebben • at least now we know where we standwat heb je aan een mooie auto als je niet kunt rijden? • what's the use of a beautiful car if you can't drive?¶ 〈 sport〉 die had je makkelijk kunnen hebben • that one should have been yours 〈met betrekking tot bal terugslaan/stoppen enz.〉ik moest je net hebben • you're just the person I want/have been looking formoet je net Freek hebben • you can imagine Freek's reaction!iedereen heeft het erover • everybody's talking about ithij had het niet meer • it was all just too much for himwel heb ik ooit! • well, I never!ik heb het niet op hem • I don't like/trust himik zal het er met hem over hebben • I'll talk to him about itik weet niet waar je het over hebt • I don't know what you're talking aboutdaar heb ik het straks nog over • I'll come (back) to that later on/in a momentnu we het daar toch over hebben • now that you mention it …daar wil ik het nu niet over hebben • I won't go into that nowik heb het tegen jou • I'm talking to youiemand als vriend hebben • be friends with someoneII 〈 hulpwerkwoord〉1 [ter aanduiding van de voltooide tijd bij werkwoord] have♦voorbeelden:1 gelachen dat we hebben • did we have a laugh!had ik dat maar geweten • if (only) I had known (that)had dat maar gezegd • if only you'd told me (that)ik heb met hem op school gezeten • I went to school with himhij had gezwommen • he had been swimming -
14 leedvermaak
1 malicious/perverse delight/pleasure♦voorbeelden:1 leedvermaak hebben over … • take malicious pleasure in …, gloat over … -
15 benemen
♦voorbeelden:iemand de lust benemen (om) • spoil someone's pleasure (in (doing) something)iemand het uitzicht benemen • block someone's view, deprive someone of his view -
16 gaan
1 [zich verplaatsen] go ⇒ move3 [zich begeven] go4 [+ onbepaalde wijs] [beginnen te] go, be going to5 [in beweging zijn, functioneren] go ⇒ run6 [losraken] come7 [plaatshebben] go ⇒ be, run9 [begrepen zijn in] go ⇒ fit11 [+ over] [tot onderwerp hebben] be (about)♦voorbeelden:een uur gaans • an hour's walk〈 figuurlijk〉 hoe gaat dat liedje ook weer? • how does that song go (again)?hé, waar ga jij naar toe? • where are you going?; 〈 achterdochtig〉 where do you think you're going?het gaat niet zo best/slecht met de patiënt • the patient isn't doing so well/so badlyhoe laat gaat de trein? • what time does the train go?ze zien hem liever gaan dan komen • they're glad to see the back of himik moet (nu) gaan • I must go/be going/off (now)ik ga ervandoor • I'm going/offdie twee gaan uit elkaar • those two are breaking upvan tafel gaan • leave the tableik ga! • I'm going!; 〈 informeel〉 I'm off!ga nu maar • off you go nowaan de kant gaan • move aside〈 figuurlijk〉 er gaat niets boven … • nothing beats …zijn gezin gaat bij hem boven alles • his family comes first (with him)zaken gaan voor het meisje • business before pleasure4 hij wil medicijnen gaan doen • he wants to do/study medicinegaan kijken • go and (have a) lookgaan liggen/staan/zitten • lie down, stand up, sit downgaan slapen • go (off) to bedga er maar eens aan staan • it's no picnic, it's not the easiest thing in the worldze gaan trouwen • they're getting marriediets gaan waarderen • come to appreciate somethinggaan wandelen/zwemmen • go for a walk/swim, go walking/swimmingaan het werk gaan • set to work〈 ironisch〉 ik ga (me) daar een beetje in de rij staan • I am (definitely) not going to join that queueals alles goed gaat • if all goes welldat kon toch nooit goed gaan • that was bound to go wronghoe is het gegaan? • how was it? how did it/things go?nou, dat ging zo • well, it was like thisalles gaat naar wens • everything's as it should beals het even gaat • if at all possibledat gaat zomaar niet • you can't just do thatik heb het al zo vaak geprobeerd, maar het gaat niet • I've tried it so often, but it won't workzo gaat het niet langer • things can't go on like thiser gaan 5 volwassenen in • it'll take 5 adultser gaat een liter in die fles • that bottle will take a litreer gaan zes glazen uit een fles • you can get six glasses out of a bottlezij gaat over de typekamer • she's in charge of the typing-pool11 waar gaat die film over? • what's that film about?zijn verhaal gaat er wel in bij de stakers • his speech went down (well) with the strikersdit type gaat eruit • this model's on the way outopzij gaan • give way to, make way for, go to one sidevoor niemand opzij gaan • make way for no man, yield/give way to no one〈 zoek raken〉 verloren gaan • get/be lostvreemd gaan • be unfaithfulvrijuit gaan • get offdaar gaan we weer • (t)here we go againin het zwart gekleed gaan • be dressed in blackhet gaat allemaal langs haar heen • it all goes (right) over her headmet iemand gaan • go out with someonewe hebben nog twee uur te gaan • we've got two hours to gozich te buiten gaan aan • overindulge inom kort te gaan • to cut a long story shortII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gesteld zijn] be ⇒ go2 [geschieden] be ⇒ go, happen3 [+ om] [te doen zijn] be (about)♦voorbeelden:hoe gaat het (met u)? • how are you?, how are things with you?hoe gaat het op het werk? • how's (your) work (going)?, how are things (going) at work?het gaat hem niet slecht • he's not doing badlyje weet hoe dat gaat • you know how it is/things are/it goeszo gaat het nu altijd • it's always like thatzo gaat dat in het leven • that's lifedaar gaat het juist om • that's the whole pointhet gaat hem er alleen om dat … • all (that) he's concerned about is that …het gaat erom of … • the point is whether …het gaat om het principe • it's the principle that mattershet gaat om je baan • your job is at stakehet gaat hier om een nieuw type • we're talking about a new type -
17 behagen scheppen in
behagen scheppen intake (a) pleasure/delight inVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > behagen scheppen in
-
18 graag
1 [gaarne] gladly, with pleasure♦voorbeelden:1 twee cola's, graag! • two cokes please!graag gedaan • you're welcomeik heb (niet) graag dat je … • I would/don't like you to …ik wil je graag helpen • I'll be glad to help (you)hij overdrijft graag • he likes to lay it on a bithoe graag ik het ook zou doen • much as I would like to do itgraag of niet • take it or leave itzij doet het (maar) al te graag • she'd be/is only too happy to do it(heel) graag! • (okay) thank you very much!, yes please!dat wil ik graag geloven • I can quite believe that, I'm not surprised -
19 leedvermaak hebben over …
leedvermaak hebben over …take malicious pleasure in …, gloat over …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > leedvermaak hebben over …
-
20 verheugd
♦voorbeelden:
- 1
- 2
См. также в других словарях:
take pleasure in — index relish Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
take pleasure in — we re still healthy enough to take pleasure in our retirement years Syn: enjoy, delight in, love, like, adore, appreciate, relish, savor, revel in, glory in; informal get a kick out of, get a thrill out of … Thesaurus of popular words
take pleasure in — ENJOY, delight in, love, like, adore, appreciate, relish, savour, revel in, glory in; informal get a kick out of, get a thrill out of. → pleasure * * * derive happiness or enjoyment from they take a perverse pleasure in causing trouble … Useful english dictionary
To take pleasure in — Pleasure Pleas ure, n. [F. plaisir, originally an infinitive. See {Please}.] 1. The gratification of the senses or of the mind; agreeable sensations or emotions; the excitement, relish, or happiness produced by the expectation or the enjoyment of … The Collaborative International Dictionary of English
take pleasure with — to copulate with Not just sharing an enjoyable meal or trip: Later, stirred by the curry, he took pleasure with his second wife. (Sanders, 1977) See also pleasure … How not to say what you mean: A dictionary of euphemisms
take pleasure in (doing) something — … Useful english dictionary
Pleasure — Pleas ure, n. [F. plaisir, originally an infinitive. See {Please}.] 1. The gratification of the senses or of the mind; agreeable sensations or emotions; the excitement, relish, or happiness produced by the expectation or the enjoyment of… … The Collaborative International Dictionary of English
pleasure — [plezh′ər] n. [ME, altered < plesir < MFr plaiser, orig. inf.: see PLEASE] 1. a pleased feeling; enjoyment; delight; satisfaction 2. one s wish, will, or choice [what is your pleasure?] 3. a thing that gives delight or satisfaction 4.… … English World dictionary
Pleasure — Pleas ure, v. i. To take pleasure; to seek pursue pleasure; as, to go pleasuring. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Pleasure — (Roget s Thesaurus) < N PARAG:Pleasure >N GRP: N 1 Sgm: N 1 pleasure pleasure gratification enjoyment fruition Sgm: N 1 oblectation oblectation delectation Sgm: N 1 relish relish zest Sgm: N 1 gusto gusto … English dictionary for students
pleasure — I (New American Roget s College Thesaurus) Feeling of enjoyment Nouns 1. pleasure, enjoyment, gratification; voluptuousness, sensuality; luxuriousness; gluttony; titillation, gusto; creature comforts, comfort, ease, [lap of] luxury; purple and… … English dictionary for students