-
1 werkwoord
1 verb♦voorbeelden:1 onpersoonlijke/wederkerende werkwoorden • impersonal/reflexive verbsonregelmatig werkwoord • irregular verbovergankelijke/onovergankelijke werkwoorden • transitive/intransitive verbssterke/zwakke werkwoorden • strong/weak verbseen werkwoord vervoegen • conjugate a verb -
2 werkwoord
n. verb -
3 de bedrijvende vorm van een werkwoord
de bedrijvende vorm van een werkwoordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de bedrijvende vorm van een werkwoord
-
4 de bedrijvende/lijdende vorm van een werkwoord
de bedrijvende/lijdende vorm van een werkwoordthe active/passive voice/form of a verbVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de bedrijvende/lijdende vorm van een werkwoord
-
5 de persoonsvorm van het werkwoord
de persoonsvorm van het werkwoordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de persoonsvorm van het werkwoord
-
6 dit werkwoord staat in de indicatief
dit werkwoord staat in de indicatiefVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit werkwoord staat in de indicatief
-
7 dit werkwoord staat in het enkelvoud
dit werkwoord staat in het enkelvoudVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit werkwoord staat in het enkelvoud
-
8 een intransitief werkwoord
een intransitief werkwoordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een intransitief werkwoord
-
9 een onregelmatig werkwoord
een onregelmatig werkwoordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een onregelmatig werkwoord
-
10 een regelmatig werkwoord
een regelmatig werkwoordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een regelmatig werkwoord
-
11 een wederkerend voornaamwoord/werkwoord
een wederkerend voornaamwoord/werkwoorda reflexive pronoun/verbVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een wederkerend voornaamwoord/werkwoord
-
12 een werkwoord vervoegen
een werkwoord vervoegenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een werkwoord vervoegen
-
13 het werkwoord staat in de eerste persoon enkelvoud
het werkwoord staat in de eerste persoon enkelvoudVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het werkwoord staat in de eerste persoon enkelvoud
-
14 onregelmatig werkwoord
onregelmatig werkwoordVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onregelmatig werkwoord
-
15 zwak werkwoord
zwak werkwoordweak/regular verb -
16 wederkerend werkwoord
n. reflexive -
17 bekwamen
1 qualify ⇒ 〈 wederkerend werkwoord ook〉 train (oneself), study, 〈 overgankelijk werkwoord ook〉 train, 〈 overgankelijk werkwoord ook〉 teach♦voorbeelden:zich in iets bekwamen • train (oneself) for something -
18 inschieten
1 [iets van betekenis kwijtraken] lose2 [verbrijzelen] smash3 [wapens e.d. testen, het afschieten voorbereiden] find the range of♦voorbeelden:zijn leven erbij inschieten • lose one's life (doing something)2 een ruit inschieten • smash/shatter a window1 [mislopen] fall through2 [vallen in] land in ⇒ go/fall in(to)3 [ergens snel binnengaan] shoot in(to)♦voorbeelden:1 mijn lunch zal er wel bij inschieten • that's my lunch down the drain/gone by the wayside1 [inspelen] warm up2 [in het doel schieten] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 score; 〈 overgankelijk werkwoord〉 shoot into the net♦voorbeelden:1 zich inschieten • warm up, knock the ball about -
19 oplossen
1 [in een vloeistof opgaan] dissolve♦voorbeelden:de mist loste zich op • the fog dispersed/dissolveddie vlekken lossen op als sneeuw voor de zon • those stains will vanish in no time1 [het gevraagde uit de gegevens afleiden] solve2 [tot een bevredigend einde brengen] (re)solve3 [scheikunde, natuurkunde] dissolve♦voorbeelden:1 een wiskundig vraagstuk/puzzel oplossen • solve a mathematical problem/puzzle2 dit zou het probleem moeten oplossen • this should settle/solve the problemdat probleem lost zich vanzelf op • that problem will (re)solve itselfafdoende oplossen • solve conclusivelyiets oplossen door met elkaar te praten • talk/work something outdat lost niets op • that won't solve anythingIV 〈wederkerend werkwoord; zich oplossen〉1 [zich opsplitsen] resolve♦voorbeelden:1 zich oplossen in de grote menigte • get lost/vanish in the crowd -
20 afblazen
1 [door blazen verwijderen] blow off/away♦voorbeelden:1 [met betrekking tot een signaal] 〈 onovergankelijk werkwoord〉 blow the whistle ⇒ 〈 overgankelijk werkwoord〉 whistle to start 〈 beginsignaal〉, whistle to stop 〈 eindsignaal〉♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
Günter Wallraff — Infobox Person name = Günter Wallraff image size = 200px caption = Günter Wallraff at the Jugendmedientage 2006 in Berlin birth date = Birth date and age|1942|10|1|mf=y birth place = Burscheid death date = death place = occupation = writer,… … Wikipedia
Dörgicse — Dörgicse … Wikipedia
Verbe en neerlandais — Verbe en néerlandais En néerlandais, tout comme en français, le verbe varie selon la personne, le temps, le mode, et la voix. De plus,selon la manière dont ils forment leur préterit et participe passé, les verbes néerlandais reguliers se font… … Wikipédia en Français
Verbe en néerlandais — En néerlandais, tout comme en français, le verbe varie selon la personne, le temps, le mode, et la voix. De plus, selon la manière dont ils forment leur préterit et participe passé, les verbes néerlandais réguliers sont subdivisés en deux groupes … Wikipédia en Français
Конго (язык) — У этого термина существуют и другие значения, см. Конго. Конго Самоназвание: Kikongo Страны … Википедия
Киконго — Конго Самоназвание: Kikongo Страны: Республика Конго, ДР Конго, Ангола Регионы: Центральная Африка Общее число носителей: около 7 миллионов Ст … Википедия
Конго — Конго один из банту языков. По классификации языков банту К. М. Дока, относится к зоне Конго (зона H, по классификации М. Гасри). Распространён в Конго, Заире и Анголе. Число говорящих около 7,6 млн. чел. Распадается на 2 группы диалектов:… … Лингвистический энциклопедический словарь