-
1 by
adv. door; bij; met--------pref. langs, voorbij; bij, vlakbij, naast--------prep. door; met, per; bijby12 nabij ⇒ dichtbij, in de buurt♦voorbeelden:he drove by in a red car • hij reed voorbij in een rode autoin years gone by • in vervlogen jaren2 be by • erbij/in de buurt zijnby and large • over 't algemeen————————by2[ baj] 〈 voorzetsel〉3 〈 tijd〉 tegen ⇒ vóór, niet later dan; 〈 bij uitbreiding〉 op, om 〈 bepaald tijdstip〉; in 〈 bepaald jaar〉5 〈 duidt een relatie van betrokkenheid, vergelijking aan〉 ten opzichte van ⇒ met betrekking tot, ten aanzien van, wat … betreft♦voorbeelden:North by East • noord ten oostenhe sat by the river • hij zat aan de kant van de riviera house by the sea • een huis aan zeesit by my side • kom naast mij zittenI keep it by me all the time • ik heb het altijd bij meby oneself • alleenhe went by the motorway • hij ging via de autowegtaught by radio • via de radio geleerdshe dropped by Sheila's • zij ging bij Sheila langsby 1980 it had become clear that … • (al) in 1980/zo tegen 1980 was het duidelijk geworden dat …by now • nu (al)two meters by fifty centimeters • twee meter bij vijftig centimeterby sheer chance • door zuiver toevalby force • met gewelddeceived by his friend • bedrogen door zijn vriendthey came by the hundreds • ze kwamen met honderdenhe missed by an inch • hij miste op een paar centimeterI can tell by your looks • ik kan het aan je (uiterlijk) zienknown by the name of Jack • bekend onder de naam Jackhe died by the sword • hij sneuvelde door het zwaarddivide four by two • deel vier door tweea daughter by his first wife • een dochter van zijn eerste vrouwhe began by tidying up • hij begon met op te ruimenI did it all by myself • ik heb het helemaal alleen gedaanpaid by the hour • per uur betaaldby profession • van beroepplay by the rules • volgens de regels spelenit's eight o'clock by my watch • het is acht uur op mijn horlogethat's fine by me • ik vind het/wat mij betreft is het goed/bestby day • overdagby night • 's nachtshe got worse by the hour • hij ging van uur tot uur achteruitlittle by little • beetje bij beetje -
2 draw
n. attractie, trekking; (uit)verloting; gelijk spel, remise--------v. tekenen; trekken; opnemen; trekken (v.e. pistool)draw1[ dro:] 〈 zelfstandig naamwoord〉3 aantrekkingskracht ⇒ attractie, trekpleister♦voorbeelden:————————draw2♦voorbeelden:draw near • naderen, dichterbij komendraw off • (zich) terugtrekken, weggaanhe drew alongside the bus • hij ging naast de bus rijden→ draw apart draw apart/, draw away draw away/, draw back draw back/, draw in draw in/, draw on draw on/, draw out draw out/, draw up draw up/♦voorbeelden:the chimney doesn't draw • de schoorsteen trekt nietdraw one's sword against • ten strijde trekken tegendraw along • voorttrekkendraw aside • opzij trekken, apart nemendraw back the curtains • de gordijnen opentrekken/doendraw off • uittrekken, afdoendraw together • samentrekken, nader tot elkaar komendraw someone into a conversation • iemand in een gesprek betrekken2 draw a circle • een cirkel trekken/beschrijvendraw inspiration from • inspiratie opdoen uitdraw on/upon • een beroep doen op, putten uit, gebruik maken vanI'll have to draw upon my savings • ik zal mijn spaargeld moeten aanspreken4 (te voorschijn) halen ⇒ uittrekken; 〈 figuurlijk〉 ontlokken; naar buiten brengen/halen; (af)tappen 〈bier enz.〉5 van de ingewanden ontdoen ⇒ ontweien, schoonmaken10 〈 sport〉een bepaald(e) richting/effect geven aan 〈 de bal〉 ⇒ 〈 biljart〉 trekken; 〈 cricket, golf〉 (te veel) naar s slaan 〈 van rechtshandige〉; (te veel) naar rechts slaan 〈 van shandige〉♦voorbeelden:2 draw a deep breath • diep inademen, diep ademhalenhis story drew tears • zijn verhaal maakte de ogen vochtighe refused to be drawn • hij liet zich niet uit zijn tent lokkendraw forth • te voorschijn halenshe drew all her savings from her account • zij nam al haar spaargeld op (van haar rekening) -
3 fire
n. vuur; brand; brandstichting; vreugdevuur; enthousiasme; schittering; passie--------v. ontslaan; aansteken; vuren; lossen; bakken; aanwakkeren; glinsterenfire1[ fajjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be full of fire • vol vuur/enthousiast zijnblow (up) a fire • een vuur aanblazencatch fire • vlam vattenlay a fire • een vuur aanleggenlight/make a fire • een vuur aanstekenmake up a fire • een vuur opstokenfight fire with fire • vuur met vuur bestrijdenset on fire, set fire to • in brand stekencease/open fire • het vuur staken/openen4 light the fire • de haard/kachel aanstekengo through fire and water • door het vuur gaan, alle gevaren trotserenplay with fire • met vuur spelenfire! • brand!————————fire2♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 oil-fired furnace • olie/petroleumkachelfire off a speech • een speech afstekenfire at/(up)on something • op iets schieten♦voorbeelden:it fired him with enthusiasm • het zette hem in vuur en vlam¶ fire up • bezielen, stimuleren
См. также в других словарях:
sword|play — «SRD PLAY, SOHRD », noun. the action, practice, or art of wielding a sword; fencing: »The large Stratford company…manage swordplay and panoplied pageantry with great facility (Newsweek) … Useful english dictionary
sword|play|er — «SRD PLAY uhr, SOHRD », noun. a person skilled in swordplay; fencer … Useful english dictionary
sword·play — /ˈsoɚdˌpleı/ noun [noncount] : the art or skill of fighting with a sword … Useful english dictionary
sword-play — … Useful english dictionary
Play — Play, n. 1. Amusement; sport; frolic; gambols. [1913 Webster] 2. Any exercise, or series of actions, intended for amusement or diversion; a game. [1913 Webster] John naturally loved rough play. Arbuthnot. [1913 Webster] 3. The act or practice of… … The Collaborative International Dictionary of English
Play actor — Play Play, n. 1. Amusement; sport; frolic; gambols. [1913 Webster] 2. Any exercise, or series of actions, intended for amusement or diversion; a game. [1913 Webster] John naturally loved rough play. Arbuthnot. [1913 Webster] 3. The act or… … The Collaborative International Dictionary of English
Play debt — Play Play, n. 1. Amusement; sport; frolic; gambols. [1913 Webster] 2. Any exercise, or series of actions, intended for amusement or diversion; a game. [1913 Webster] John naturally loved rough play. Arbuthnot. [1913 Webster] 3. The act or… … The Collaborative International Dictionary of English
Play of colors — Play Play, n. 1. Amusement; sport; frolic; gambols. [1913 Webster] 2. Any exercise, or series of actions, intended for amusement or diversion; a game. [1913 Webster] John naturally loved rough play. Arbuthnot. [1913 Webster] 3. The act or… … The Collaborative International Dictionary of English
Play pleasure — Play Play, n. 1. Amusement; sport; frolic; gambols. [1913 Webster] 2. Any exercise, or series of actions, intended for amusement or diversion; a game. [1913 Webster] John naturally loved rough play. Arbuthnot. [1913 Webster] 3. The act or… … The Collaborative International Dictionary of English
Sword of the Stars — Developer(s) Kerberos Productions Publisher(s) Parado … Wikipedia
sword dance — sword dancer. any of various dances, usually performed by men, in which swords are ceremonially flourished or are laid on the ground and danced around. [1595 1605] * * * Folk dance by men, with swords or two handled blades, expressing themes such … Universalium