-
1 stupidity
n. domheid, onzinnigheid[ stjoe:piddətie] 〈meervoud: stupidities〉1 dom(mig)heid ⇒ stommiteit, domme streek/opmerking -
2 a conjunction of stupidity and ignorance
English-Dutch dictionary > a conjunction of stupidity and ignorance
-
3 crass stupidity
-
4 he has his own stupidity to thank for it
hij heeft het aan zijn eigen domheid te danken/wijtenEnglish-Dutch dictionary > he has his own stupidity to thank for it
-
5 his reaction bespoke his stupidity
English-Dutch dictionary > his reaction bespoke his stupidity
-
6 that remark shows her stupidity
-
7 bespeak
v. bespreken, bestellen; verraden, getuigen van♦voorbeelden: -
8 conjunction
n. kombinatie; verbindingswoord[ kəndzjung(k)sjn]2 → conjuncture conjuncture/3 verbinding ⇒ combinatie, samengaan♦voorbeelden:in conjunction with • in combinatie/samenwerking met, samen met -
9 crass
-
10 show
n. toneelstuk; opvoering; programma; tentoonstelling; amusementsvoorstelling, schouwspel, show; vertoon; schijn--------v. tonen, laten zien; duidelijk maken; aantonen, bewijzen; vertonen; tentoonstellenshow1[ sjoo]♦voorbeelden:a fine show of blossoms • een prachtige bloesemtooimake a show of one's learning • te koop lopen met zijn geleerdheidunder a show of benevolence • onder het mom van welwillendheidno show of resistance • geen enkel blijk van verzetgood show! • goed geprobeerd!put up a good show • een goede prestatie leverenlet's get this show on the road • laten we nu maar eens beginnengive the (whole) show away • de hele zaak verradensteal the show • de show stelen〈 informeel〉 all over the show • door elkaar, overal1 uiterlijk ⇒ schijn, opschepperij♦voorbeelden:she only does it for show • ze doet het alleen voor de show3 what's on show today? • wat wordt er vandaag vertoond?objects on show • de tentoongestelde voorwerpen————————show21 (zich) (ver)tonen ⇒ (duidelijk) zichtbaar zijn, (ver)schijnen, eruitzien, vertoond worden 〈 van film〉♦voorbeelden:his education shows • het is goed merkbaar dat hij goed onderlegd isthe scar still shows • het litteken is nog goed te zienyour slip is showing • je onderjurk komt eruittime will show • de tijd zal het lerenwhat's showing at the cinema? • wat draait er in de bioscoop?her Dutch accent still shows through • haar Nederlandse accent is nog (goed) hoorbaar¶ it just goes to show! • zo zie je maar!II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (aan)tonen ⇒ laten zien, tentoonstellen, vertonen2 uitleggen ⇒ demonstreren, bewijzen♦voorbeelden:show me an example • geef me een voorbeeldshe never shows her feelings • ze toont haar gevoelens nooitthis year's figures show some recovery • de cijfers van dit jaar geven enig herstel te zienwhich film are they showing? • welke film draaien ze?he has nothing to show for all his work • zijn werk heeft helemaal geen vruchten afgeworpenshow me the truth of what you're saying • bewijs me dat het waar is wat je zegtthis goes to show that crime doesn't pay • dit bewijst dat misdaad niet loonthe showed me how to write • hij leerde me schrijvenshow one's kindness • vriendelijk blijken te zijnimpressed by the vast knowledge she showed • onder de indruk van de enorme kennis die ze aan de dag legdeshow bad taste • van een slechte smaak getuigenshow someone in/out • iemand binnenlaten/uitlatenhe showed us (a)round the house • hij liet ons het huis zienshow her into the waiting room • breng haar naar de wachtkamerI'll show you out of the house • ik zal u uitlatenshow someone over the factory • iemand een rondleiding geven door de fabriek6 Lord, show mercy • Heer, schenk genade -
11 thank
v. bedanken[ θængk]1 (be)danken ⇒ dank betuigen, dankbaar zijn2 danken ⇒ (ver)wijten, verantwoordelijk stellen♦voorbeelden:1 thank God/goodness/heaven(s) • God(e) zij dank, goddank, gelukkigthank you • dank u/je (wel), (ja) graag, alstublieftno, thank you • (nee) dank u/jeI will thank you to be a little more polite! • een beetje beleefder kan ook wel!2 he has his own stupidity to thank for it • hij heeft het aan zijn eigen domheid te danken/wijtenshe has herself to thank for that • het is haar eigen schuld
См. также в других словарях:
Stupidity — est le premier album live du groupe britannique de pub rock Dr. Feelgood sorti en septembre 1976. Il se classe à la première place des charts en Grande Bretagne. Les sept premiers titres (la face A de l édition vinyle) ont été enregistrés à… … Wikipédia en Français
Stupidity — Stu*pid i*ty, n. [L. stupiditas: cf. F. stupidit[ e].] 1. The quality or state of being stupid; extreme dullness of perception or understanding; insensibility; sluggishness. [1913 Webster] 2. Stupor; astonishment; stupefaction. [R.] [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
stupidity — index opacity Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
stupidity — 1540s, “want of intelligence,” from L. stupiditas, from stupidus (see STUPID (Cf. stupid)). It also at various times meant “lack of feeling or emotion” (1560s); “stupor; numbness” (c.1600) … Etymology dictionary
stupidity — [sto͞o pid′ə tē, styo͞opid′ə tē] n. [L stupiditas] 1. the quality or condition of being stupid 2. pl. stupidities something stupid; foolish remark, irrational act, etc … English World dictionary
Stupidity — For other uses, see Stupidity (disambiguation). Stupidity is a lack of intelligence, understanding, reason, wit, or sense. It may be innate, assumed, or reactive being stupid with grief as a defence against trauma ,[1] a state marked with grief… … Wikipedia
stupidity — n. 1) to display stupidity 2) sheer stupidity 3) the height of stupidity 4) stupidity to + inf. (it was sheer stupidity to believe him) 5) stupidity that + clause (it was sheer stupidity that he decided to drop out of school) * * * [stjuː pɪdɪtɪ] … Combinatory dictionary
stupidity — noun ADJECTIVE ▪ complete, crass (BrE), incredible, plain, sheer, utter ▪ It s hard to know if it s corruption or just plain stupidity by the authorities. ▪ … Collocations dictionary
stupidity — UK [stjuːˈpɪdətɪ] / US [stuˈpɪdətɪ] noun Word forms stupidity : singular stupidity plural stupidities 1) [uncountable] lack of intelligence or thought The whole department is suffering because of her stupidity. 2) [countable/uncountable] stupid… … English dictionary
stupidity — noun a) The property of being stupid. I suppose you can put it down to gross stupidity, but thats not much of an excuse. b) An act that is stupid. That stupidity cost me the job interview … Wiktionary
stupidity — noun 1) he cursed their stupidity Syn: lack of intelligence, foolishness, denseness, brainlessness, ignorance, dull wittedness, slow wittedness, doltishness, slowness; informal thickness, dimness, dopiness 2) the stupidity of the question Syn … Thesaurus of popular words