-
1 flange
-
2 grandeur
-
3 intangible
adj. ongrijpbaar, ondefinieerbaar; immateriëel(e goederen)--------n. ongrijpbaar, indefinieerbaar, abstract[ intændzjəbl] 〈intangibly; zelfstandig naamwoord: intangibility〉2 ongrijpbaar ⇒ ondefinieerbaar, moeilijk te begrijpen/bevatten♦voorbeelden:1 intangible assets • immateriële/onstoffelijke goederen -
4 plangent
-
5 tangent
adj. raaklijn--------n. tangens; plotseling een andere richting inslaand, van koers veranderend[ tændzjənt]♦voorbeelden: -
6 tangerine
-
7 tangible
adj. voelbaar, duidelijk--------n. tastbaar, voelbaar[ tændzjəbl] 〈tangibly; zelfstandig naamwoord: tangibility〉♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский