-
1 tronc
-
2 tribal
-
3 tribu
-
4 clan
-
5 pied
pied [pjee]〈m.〉2 voet ⇒ voeteneinde, onderkant, basis4 versvoet♦voorbeelden:1 de pied en cap • helemaal, van top tot teenmarcher en pieds de chaussettes • op kousenvoeten lopenavoir un pied dans la fosse, la tombe • met één been in het graf staanfaire le pied de grue • eindeloos staan wachtenfaire des pieds et des mains • hemel en aarde bewegenmettre les pieds dans le plat • een blunder begaanavoir les pieds sur terre • met beide benen op de grond staandes pieds à la tête • van top tot teenavoir bon pied, bon oeil • (nog, weer) helemaal in vorm zijn 〈 van bejaarde, herstellende〉de pied ferme • vastberadense lever du pied gauche, du mauvais pied • met het verkeerde been uit bed stappenpartir du pied gauche • zich (vastberaden) op weg begevenau pied levé • onvoorbereid, op stel en sprongavoir le pied marin • zeebenen hebbenpieds nus • blootsvoets, barrevoetspied plat • platvoetà pied sec • met droge voetenavoir pied • de bodem aanrakenavoir un pied qp. • ergens invloed hebbencasser les pieds à qn. • iemand aan z'n kop zeurenne pas savoir sur quel pied danser • niet weten waar men aan toe isfaire du pied à qn. • iemand met de voet een seintje geven; voetje vrijen met iemandcela lui fera les pieds • dat zal een lesje voor hem zijnlâcher pied • terrein verliezen, terugkrabbelenlever le pied • er (met het geld) vandoor gaanne pas se laisser marcher sur les pieds • zich niet op zijn kop laten zittenmettre le pied dehors • z'n neus buiten de deur stekenmettre les pieds qp. • ergens heengaan, komenmettre pied à terre • uitstappen, landen, afstijgenne plus pouvoir mettre un pied devant l'autre • geen stap meer kunnen verzettenperdre pied • geen vaste grond meer onder de voeten hebben 〈 ook figuurlijk〉; geen houvast meer hebbenremettre qn. sur pied • iemand weer op de been helpenne remuer ni pied ni patte • geen vin verroerentraîner les pieds • sloffenà pied • te voet, lopend〈 vulgair〉 je t'emmerde à pied, à cheval, en voiture! • je kan me verder de pot op!mettre qn. à pied • iemand de laan uitsturenpied à pied • voetje voor voetjesauter à pieds joints • hinkelen, springen met beide benen bij elkaaril ne sortira plus d'ici que les pieds en avant, devant • hij zal deze ruimte niet levend verlatenun portrait en pied • een portret ten voeten uit〈 figuurlijk〉 cela ne se trouve pas sous le pied d'un cheval • dat vind je niet op iedere straathoeksur pied • uit bed, op de beenmettre sur pied une affaire • een zaak op poten zettenpieds de céleri • selderijstengelsmettre qn. au pied du mur • iemand voor het blok zettenà pied d'oeuvre • klaar om te beginnenêtre à six pieds sous terre • zes voet diep onder grond liggen, dood en begraven zijnau pied de la lettre • in de letterlijke betekenis van het woordfaire un pied de nez • een lange neus makenpied de vigne • wijnstokau petit pied • in het klein(c'est) le pied! • (dat is) onwijs goed!il ne se mouche pas du pied • hij heeft nogal een hoge dunk van zichzelfse traîner aux pieds de qn. • iemand op z'n knieën smekenmettre sur le même pied • op één lijn stellenêtre traité sur le pied de • behandeld worden alssur un pied d' égalité • op voet van gelijkheidvivre sur un grand pied • op grote voet leven〈 informeel〉 comme un pied • heel slecht, waardeloosm1) voet2) versvoet -
6 radical
radical [raadiekaal],radicaux [raadiekoo]1 radicaal ⇒ totaal, ingrijpend, grondig♦voorbeelden:1. m (f - radicale) 2. = radicale; radicaladj1) radicaal, ingrijpend, drastisch -
7 souche
souche [soesĵ]〈v.〉1 (boom)stronk ⇒ stobbe, knar5 strook ⇒ talon, stok♦voorbeelden:il resta comme une souche • er was geen beweging in hem te krijgenfaire souche • stamvader zijnf1) boomstronk2) wortelstok3) stamvader4) oorsprong5) stok -
8 lévite
lévite [leeviet]〈m.〉 -
9 sécher sur pied
sécher sur piedaan de stengel, stam verdorren; 〈 figuurlijk〉 zich doodvervelen -
10 un radical
См. также в других словарях:
stam — stam·in; stam·i·na; stam·i·nal; stam·i·nate; stam·i·nif·er·ous; stam·i·node; stam·i·no·di·um; stam·i·no·dy; stam·mel; stam·mer·er; stam·mer·ing·ly; stam·nos; stam·pe·do; ram·stam; stam·mer; stam·pede; … English syllables
Stam — can refer to:* [http://en.wikipedia.org/wiki/STAM Signal transducing adaptor molecule] , a human gene * Science and Technology of Advanced Materials, an open access journal in materials scienceStam can refer to:* Sofer stam a scribe of Jewish… … Wikipedia
Stam — ist der Familienname folgender Personen: Caroline Stam, niederländische Sopranistin Cees Stam (* 1945), niederländischer Radrennfahrer, Vater von Danny Stam Danny Stam (* 1972), niederländischer Radrennfahrer, Sohn von Cees Stam Jaap Stam (*… … Deutsch Wikipedia
stam|i|na — stam|i|na1 «STAM uh nuh», noun. power to resist, sustain, or recover from that which weakens, such as fatigue or illness; strength; endurance: »moral stamina, a man of great physical stamina. Reading aloud requires stamina in the reader as well… … Useful english dictionary
stam|i|no|di|um — «STAM uh NOH dee uhm», noun, plural di|a « dee uh». Botany. 1. a sterile or abortive stamen. 2. an organ resembling an abortive stamen. ╂[< New Latin staminodium < stamen (see etym. under stamen (Cf. ↑stamen)) + odium, a suf … Useful english dictionary
stam|i|no|dy — «STAM uh NOH dee», noun. Botany. the metamorphosis of various organs of a flower, as a sepal, petal, pistil, or bract, into a stamen. ╂[< Latin stāmen, inis + English ody, as in phyllody] … Useful english dictionary
stam — stam, stami, s.m. (înv.) stamină. Trimis de blaurb, 12.01.2007. Sursa: DAR … Dicționar Român
stam- — *stam , *stem germ., Verb: nhd. stehen machen?; ne. put up; Rekontruktionsbasis: ae., ahd.; Etymologie: idg. *stem ?, Verb, stoßen, stottern, stammeln, hemmen, Pokorny 1021; Wei … Germanisches Wörterbuch
Stam — Cette page d’homonymie répertorie des personnes (réelles ou fictives) partageant un même patronyme. Classement par ordre alphabétique du prénom Danny Stam (1972 ), coureur cycliste sur piste néerlandais ; Debby Stam (1984 ), joueuse… … Wikipédia en Français
Stam — Stạm, Mart, eigentlich Martinus Adrianus Stam, niederländischer Architekt, * Purmerend 5. 8. 1899, ✝ Goldach (Schweiz) 23. 2. 1986; bedeutender Vertreter des Funktionalismus, Mitarbeiter von A. Poelzig, M. Taut und E. May. Er war Mitbegründer… … Universal-Lexikon
stam — • klan, släkt, stam, ätt biol. • bestånd … Svensk synonymlexikon