-
81 een gladgeschoren gezicht
een gladgeschoren gezichtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gladgeschoren gezicht
-
82 een kalme overtocht
een kalme overtochtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een kalme overtocht
-
83 een stugge/soepele vering
een stugge/soepele veringa stiff/smooth suspensionVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een stugge/soepele vering
-
84 een vloeiende stijl/beweging
een vloeiende stijl/beweginga smooth/flowing style/movementVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vloeiende stijl/beweging
-
85 effen
-
86 effenen
♦voorbeelden: -
87 egaal
♦voorbeelden: -
88 egaliseren
-
89 gang
gang1〈de〉7 [met betrekking tot spijzen] course8 [loop/tocht ergens heen] trip9 [in samenstellingen] 〈zie voorbeelden 9〉♦voorbeelden:4 ga je gang maar • 〈 begin maar〉 (just/do) go ahead; 〈 ga maar verder〉 (just/do) carry on; 〈 na jou〉 after youzijn eigen gang gaan • go one's own waykunnen we aan de gang gaan? • can we get started?de les was al aan de gang • the lesson had already got going/(got) startedeen motor aan de gang krijgen • get an engine goingzo kan ik wel aan de gang blijven! • at this rate I'm never going to get finished!de zaak aan de gang houden • keep the business goingeen gesprek weer op gang brengen • get a conversation going againiemand op gang helpen • help someone to get going, give someone a startwij betreuren deze gang van zaken • we regret this state of affairsde dagelijkse gang van zaken • the daily routineverantwoordelijk zijn voor de goede gang van zaken • be responsible for the smooth running of thingsde verdere gang van zaken afwachten • await further developmentshet feest is in volle gang • the party is in full swingalles gaat weer zijn gewone gang • everything's back to normalhet leven hernam zijn gewone gang • life resumed its normal course9 gehoorgang • auditory duct/canal————————gang2〈de〉 〈 Engels〉1 [groep] gang -
90 gelijk
gelijk1〈 het〉1 right♦voorbeelden:iemand gelijk geven • agree with someonedaar heb je gelijk aan/in • you are right theregelijk heb je • right you are(groot/volkomen) gelijk hebben • be (perfectly) righthet gelijk aan zijn kant hebben, in zijn gelijk staan • be (in the) rightje moet niet altijd je gelijk willen halen • you must learn to take no for an answer/ 〈 informeel〉 to know when you're lickedzijn gelijk willen halen • want to have the last wordiemand in het gelijk stellen • declare/say that someone is right————————gelijk23 [de juiste tijd aanwijzend] right♦voorbeelden:1 twee mensen een gelijke behandeling geven • treat two people equally/(in) the same (way)ze zijn van gelijke grootte • they are the same size/of a sizehet water staat op gelijke hoogte met de kade • the water is level with the quayin gelijke mate • to the same extent/degreeop gelijke voet staan met • be on an equal footing/on a par withmet gelijke wapenen strijden • fight on equal termsop gelijke wijze • in the same way, likewisehet is mij gelijk • it's all the same to megelijk aan • equal toalle burgers zijn voor de wet gelijk • all citizens are equal before the law〈 tennis〉 veertig gelijk • deuce, forty allmet de grond gelijk maken • level, raze (to the ground)II 〈 bijwoord〉2 [gelijkelijk] equally3 [op hetzelfde punt, even ver] level♦voorbeelden:1 zij zijn gelijk gekleed • they are dressed alike/the samegelijk spelen • draw4 de twee treinen kwamen gelijk aan • the two trains came in simultaneously/at the same time -
91 gelijkmaken
II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [verschillen wegwerken] equate, make even/equal ⇒ even/level up, bring into line (with)♦voorbeelden:2 Britse regelingen gelijkmaken aan die van de EEG • bring British regulations into line with those of the E.E.C. -
92 gelijkmatig
1 [voortdurend, overal gelijk] even ⇒ equal, constant, 〈 acceleratie, grootte, beweging ook〉 uniform, 〈 loop van machine, auto enz.〉 smooth, 〈 loop van machine, auto enz.〉 regular♦voorbeelden:een gelijkmatig klimaat • an equable climateeen gelijkmatige stijl • a consistent stylegelijkmatig verdelen • distribute evenly -
93 gladgeschoren
♦voorbeelden:1 een gladgeschoren gezicht • a clean-shaven face; 〈 schertsend〉 a face as smooth as a baby's bottom -
94 gladharig
-
95 gladjanus
gladjanus, gladjakker1 smooth operator/customer -
96 gladmaken
-
97 het haar neerstrijken
het haar neerstrijkenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het haar neerstrijken
-
98 het pad effenen voor iemand
het pad effenen voor iemandclear/smooth the path for someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het pad effenen voor iemand
-
99 hij heeft een vlotte babbel
hij heeft een vlotte babbelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij heeft een vlotte babbel
-
100 in rustig vaarwater
in rustig vaarwaterVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in rustig vaarwater
См. также в других словарях:
Smooth — (sm[=oo][th]), a. [Compar. {Smoother} (sm[=oo][th] [ e]r); superl. {Smoothest}.] [OE. smothe, smethe, AS. sm[=e][eth]e, sm[oe][eth]e, where [=e], [oe], come from an older [=o]; cf. LG. sm[ o]de, sm[ o]e, sm[ o]dig; of uncertain origin.] 1. Having … The Collaborative International Dictionary of English
smooth — [smo͞oth] adj. [ME smothe < OE smoth, for earlier smethe < Gmc * smanthi < IE * som , together < base * sem , together, SAME] 1. a) having an even or level surface; having no roughness or projections that can be seen or felt b) having … English World dictionary
Smooth — could mean many things, including:* Draught beer served with nitrogen. * Smooth (magazine) * Smooth function, a function that is infinitely differentiable, used in calculus and topology. * Smooth Island (disambiguation) * Smooth number, a number… … Wikipedia
Smooth — Smooth, v. t. [imp. & p. p. {Smoothed} (sm[=oo]thd); p. pr. & vb. n. {Smoothing}.] [OE. smothen, smethen, AS. sm[=e][eth]ian; cf. LG. sm[ o]den. See {Smooth}, a.] To make smooth; to make even on the surface by any means; as, to smooth a board… … The Collaborative International Dictionary of English
Smooth — Pays d’origine France Genre musical Electro Soul (influences funk, soul, pop, 60 s et 70 s) Années d activité 2002 Aujourd hui Labels Wagram Site officiel … Wikipédia en Français
Smooth — «Smooth» Sencillo de Santana y Rob Thomas del álbum Supernatural Publicación 29 de junio de 1999 Formato CD Grabación 1997 … Wikipedia Español
Smooth — Smooth, n. 1. The act of making smooth; a stroke which smooths. Thackeray. [1913 Webster] 2. That which is smooth; the smooth part of anything. The smooth of his neck. Gen. xxvii. 16. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
smooth — [adj1] level, unwrinkled; flowing bland, continuous, creamy, easy, effortless, equable, even, flat, fluent, fluid, flush, frictionless, gentle, glassy, glossy, hairless, horizontal, invariable, lustrous, mild, mirrorlike, monotonous, peaceful,… … New thesaurus
Smooth — Smooth, v. i. To flatter; to use blandishment. [1913 Webster] Because I can not flatter and speak fair, Smile in men s faces, smooth, deceive and cog. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Smooth — Smooth, adv. Smoothly. Chaucer. [1913 Webster] Smooth runs the water where the brook is deep. Shak. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Smooth R&B — is a subjective term that refers to the mellower subset of R B. *Smooth jazz a mellower type of jazz, similar to R B. *Slow jam a ballad commonly marketed as R B; sometimes has overlap with smooth jazz … Wikipedia