-
1 effenen
♦voorbeelden: -
2 effenen
-
3 effenen
выравнивать; разглаживать; оплачивать; уровнять, выровнять, ровнять; сгладить, разгладить* * *(d)1) выравнивать2) оплачивать ( счёт)* * *гл.общ. выравнивать, оплачивать (счёт), разглаживать -
4 effenen
v. even, smooth -
5 effenen
ww1) égaliser, lisser, niveler2) liquider [dette] -
6 de weg effenen voor iemand
de weg effenen voor iemandpréparer le terrain pour qn. -
7 het pad effenen voor iemand
het pad effenen voor iemandfrayer le chemin à qn. -
8 de weg effenen voor iemand
de weg effenen voor iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de weg effenen voor iemand
-
9 het pad effenen voor iemand
het pad effenen voor iemandclear/smooth the path for someoneVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het pad effenen voor iemand
-
10 het pad/de weg effenen voor iemand
het pad/de weg effenen voor iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het pad/de weg effenen voor iemand
-
11 выравнивать
v -
12 оплачивать
v -
13 разглаживать
vgener. neerstrijken, afplatten, effenen, gladden, gladmaken, gladstrijken, strijken -
14 pad
I 〈 het〉2 [computer] chemin d'accès♦voorbeelden:iemand op het goede pad brengen • remettre qn. sur le droit cheminop het goede pad zijn • être dans le droit cheminop het rechte pad zijn, blijven • être, rester dans le droit cheminvan het rechte pad afraken • sortir du droit cheminiemand van het rechte pad afbrengen, iemand op het slechte pad brengen • détourner qn. du droit cheminzich op het slechte pad begeven, het slechte pad opgaan • s'engager sur la mauvaise voie〈 figuurlijk〉 het pad effenen voor iemand • frayer le chemin à qn.een pad inslaan • prendre un sentierzij is altijd op pad • elle est toujours en routeII 〈de〉♦voorbeelden: -
15 weg
weg1〈de〉♦voorbeelden:eigen weg • chemin privéde openbare weg • la voie publique〈 figuurlijk〉 iemand van de rechte weg afleiden • détourner qn. du droit cheminde weg bereiden • préparer la voie〈 figuurlijk〉 de weg effenen voor iemand • préparer le terrain pour qn.zijn eigen weg gaan • suivre sa propre voiezijn weg vinden • faire son cheminiemand de weg wijzen • montrer le chemin à qn.aan de weg naar Delft • au bord de la route de Delftzo oud als de weg naar Kralingen, Rome • vieux comme le mondeop weg gaan (naar) • se mettre en route (pour)〈 figuurlijk〉 iemand op weg helpen • mettre qn. sur la (bonne) voiehij is op weg beroemd te worden • il est en passe de devenir célèbrede wagen ligt vast, goed op de weg • la voiture tient bien la route〈 spreekwoord〉 de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens • l'enfer est pavé de bonnes intentions〈 spreekwoord〉 wie aan de weg timmert, heeft veel bekijks • qui édifie en grande place, fait maison trop haute ou trop basselangs deze onsympathieke weg • par ce moyen peu sympathiquelangs vreedzame weg • par la négociationeen weg te voet afleggen • parcourir un chemin à piediemand de weg afsnijden • couper la route à qn.zich een weg banen • se frayer un cheminmet zijn geld geen weg weten • ne pas savoir que faire de son argentiemand iets in de weg leggen • mettre des bâtons dans les roues à qn.iemand in de weg lopen • être dans les jambes de qn.dat zit me in de weg • ça m'irriteiemand in de weg staan • gêner qn.problemen uit de weg ruimen • résoudre des problèmesuit de weg kunnen • savoir comment s'y prendre (avec qn., qc.)uit de weg! • laisse(z)-moi passer!iemand uit de weg gaan • éviter qn.iemand uit de weg ruimen • liquider qn.→ link=wil wil————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig] parti2 [niet te vinden] disparu3 [+ van][verrukt] fou/fol/folle4 [verwijderd] loin♦voorbeelden:weg wezen! • allez, ouste!weg met …! • à bas …!¶ als dat gebeurt ben je weg • dans ce cas-là, tu seras fichuiets weg hebben van • ressembler un peu à〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 met iets weg zijn • avoir pigé qc.in het wilde weg schieten • tirer au hasard -
16 gelijkmaken
II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [verschillen wegwerken] equate, make even/equal ⇒ even/level up, bring into line (with)♦voorbeelden:2 Britse regelingen gelijkmaken aan die van de EEG • bring British regulations into line with those of the E.E.C. -
17 gelijkmaking
-
18 pad
I 〈 het〉1 [smalle weg] path; 〈 van tuin ook〉 walk; 〈 niet aangelegd〉 track; 〈 spoor〉 trail; 〈in kerk/schouwburg enz.〉 gangway, aisle2 [levensweg] path, way♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 daarmee begeef je je op een glibberig pad • you'll be (moving) on slippery ground (then)platgetreden paden bewandelen • 〈 figuurlijk〉 walk the beaten path/tracks〈 figuurlijk〉 het pad effenen voor iemand • clear/smooth the path for someonehet pad van de zonde • the path/way of sin/viceiemand op het slechte pad brengen • lead someone astrayhij is het slechte pad opgegaan • he has taken to crimehet verkeerde pad opgaan • go astray, take up bad wayszij is altijd op pad • she's always on the govroeg op pad gaan • make an early startje bent nog laat op pad • you're out lateII 〈de〉1 [dierkunde] toad♦voorbeelden: -
19 weg
weg1〈de〉4 [doortocht] way♦voorbeelden:de grote weg • the main road, the motorwayeen kortere weg nemen • take a short cutopenbare weg • public highway/roadop de rechte/goede/verkeerde weg zijn • be on the right/wrong trackeen weg aanleggen • build a roadde weg afsnijden voor (onderhandelingen) • shut the door on (negotiations)de weg effenen voor iemand • pave the way for someonezijn eigen weg gaan • go one's own wayde weg weten • know the wayiemand de weg wijzen • show someone the wayaan de weg naar Delft • on the road to Delftflink aan de weg timmeren • be busy creating a distinct profile for oneselfzich op weg begeven • set/start outop weg gaan • set off (on a trip), set out (for), godat is de kortste/zekerste weg • that is the quickest/surest waylangs deze onsympathieke weg • even though I don't like this meanszich van slinkse wegen bedienen, slinkse wegen gaan • use devious ways and meansnieuwe wegen openen voor de handel • open new channels for tradenog een lange weg voor zich hebben/te gaan hebben • have a long way to go4 iemand de weg afsnijden • cut someone off, block someone's wayzich een weg banen • work/edge one's way through; 〈 met meer kracht〉 force/fight one's way through; 〈 in de wereld〉 carve one's (own) way (in the world)met zijn tijd/geld geen weg weten • not know what to do with one's time/money(iemand) in de weg staan • stand in someone's/the wayiemand iets in de weg leggen • put something in someone's way(voor) iemand uit de weg gaan • keep/get out of someone's way, avoid someoneproblemen uit de weg ruimen • get rid of/eliminate problemsiemand uit de weg ruimen • eliminate someone, get rid of someoneeen misverstand uit de weg helpen • clear up a misunderstanding————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig; niet te vinden] gone2 [verrukt] crazy3 [verwijderd] away♦voorbeelden:de sleutel/de pijn/haar geld is weg • the key/pain/money is goneweg wezen! • 〈 plaats buiten〉 (let's) get away from here!; 〈 plaats binnen〉 (let's) get out of here!weg met … • away/down with …het heeft er veel van weg dat hij het met opzet deed • it looks very much as if he did it on purpose
См. также в других словарях:
Ebenen — Êbenen, verb. reg. act. eben, gleich machen, besonders von der Oberfläche des Erdbodens. Einen Garten, einen Platz ebenen. Plötzlich aber ebnen sich Alle Wasserwogen, Gleim. Daher die Ebenung. Anm. Das Nieders. evenen, verevenen, das Holl.… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart