-
21 faire, présenter ses civilités à qn.
faire, présenter ses civilités à qn.Dictionnaire français-néerlandais > faire, présenter ses civilités à qn.
-
22 se présenter chez qn.
se présenter chez qn.zijn opwachting maken bij, zich vertonen bij iemand -
23 se présenter sous des formes anormales
se présenter sous des formes anormalesDictionnaire français-néerlandais > se présenter sous des formes anormales
-
24 se présenter à un examen
se présenter à un examenDictionnaire français-néerlandais > se présenter à un examen
-
25 arme
arme [aarm]〈v.〉♦voorbeelden:armes à feu • vuurwapensarmes de guerre • oorlogstuigarme à répétition • (semi-)automatisch wapenarmes à tir automatique • automatische wapensarme à double tranchant • wapen, middel dat zich tegen iemand kan kerenarme atomique, nucléaire • atoom-, kernwapenarme blanche • steekwapendéposer, rendre les armes • zich overgevenêtre sous les armes • onder de wapenen zijnpasser par les armes • fusillerenprendre les armes • naar de wapens grijpenprésenter l'arme • het geweer presenterentourner les armes contre qn. • zich keren tegen een voormalig bondgenootaux armes • te wapenavec armes et bagages • met z'n hele hebben en houdense rendre avec armes et bagages • zich onvoorwaardelijk overgevenêtre en armes • gewapend zijnpar les armes • met geweldfaire ses premières armes • zijn eerste veldtocht maken; 〈 figuurlijk〉 zijn eerste proeve van bekwaamheid afleggensalle d'armes • schermlokaaltirer les, des armes • schermen1. f1) wapen, geweer3) strijd, oorlog2. armesf pl1) krijgsdienst2) schermsport3) schild, blazoen -
26 armé
arme [aarm]〈v.〉♦voorbeelden:armes à feu • vuurwapensarmes de guerre • oorlogstuigarme à répétition • (semi-)automatisch wapenarmes à tir automatique • automatische wapensarme à double tranchant • wapen, middel dat zich tegen iemand kan kerenarme atomique, nucléaire • atoom-, kernwapenarme blanche • steekwapendéposer, rendre les armes • zich overgevenêtre sous les armes • onder de wapenen zijnpasser par les armes • fusillerenprendre les armes • naar de wapens grijpenprésenter l'arme • het geweer presenterentourner les armes contre qn. • zich keren tegen een voormalig bondgenootaux armes • te wapenavec armes et bagages • met z'n hele hebben en houdense rendre avec armes et bagages • zich onvoorwaardelijk overgevenêtre en armes • gewapend zijnpar les armes • met geweldfaire ses premières armes • zijn eerste veldtocht maken; 〈 figuurlijk〉 zijn eerste proeve van bekwaamheid afleggensalle d'armes • schermlokaaltirer les, des armes • schermenadj1) gewapend -
27 aspect
aspect [aaspe]〈m.〉1 uiterlijk ⇒ aanblik, aspect2 aspect ⇒ kant, gezichtspunt♦voorbeelden:avoir un aspect magnifique • er schitterend uitzienavoir l'aspect de • eruitzien alsdonner un aspect triste à qc. • aan iets een droeve aanblik gevenoffrir, présenter l'aspect de qc. • aan iets doen denkenprendre un aspect plus réaliste • er realistischer beginnen uit te zienà l'aspect du danger • bij het zien van het gevaarau premier aspect • op het eerste gezichtm1) uiterlijk, aanblik2) aspect, kant, gezichtspunt -
28 condoléances
condoléances [kõdollee.ãs]〈v., meervoud〉1 deelneming ⇒ rouwbeklag, medeleven♦voorbeelden:présenter, offrir ses condoléances • condoleren, zijn deelneming betuigenf pldeelneming, medeleven -
29 devoir
devoir1 [dəvwaar]〈m.〉♦voorbeelden:rendre à qn. les derniers devoirs • iemand de laatste eer bewijzen————————devoir2 [dəvwaar]1 verschuldigd, schuldig zijn♦voorbeelden:2 cette famille ne veut devoir rien à personne • die familie wil tegen niemand dank je hoeven te zeggenl'homme devait tomber une heure plus tard • de man zou een uur later vallen♦voorbeelden:1. mplicht, verplichting2. devoirsm pl3. v3) moeten, behoren -
30 examen
examen [egzaamẽ]〈m.〉1 onderzoek ⇒ beschouwing, analyse♦voorbeelden:esprit d'examen • kritische instellingle libre examen • het vrije onderzoek 〈waarbij alleen geaccepteerd wordt wat door rede of de ervaring wordt ondersteund〉faire l'examen de qc. • iets onderzoekenêtre à l'examen • nog in onderzoek zijnà l'examen • bij het onderzoekexamen de fin d'année, de passage • overgangsexamenexamen de sortie, de fin d'études • eindexamenexamen blanc • proefexamenexamen écrit • schriftelijk examenexamen oral • mondeling examenêtre collé, recalé, refusé à un examen, échouer à un examen • voor een examen zakkenfaire passer un examen • een examen afnemenpréparer un examen • zich op een examen voorbereidense présenter à un examen • opgaan voor een examensubir, passer un examen • een examen doen, afleggenm1) onderzoek, analyse2) examen, toets -
31 excuse
excuse [ekskuuz]〈v.〉1 excuus ⇒ verontschuldiging, uitvlucht♦voorbeelden:présenter, faire des, ses excuses (à qn.) • (iemand) zijn verontschuldigingen aanbiedenêtre sans excuse • onvergeeflijk zijnfexcuus, verontschuldiging -
32 faux
faux1 [foo]I 〈m.〉1 (het) valse ⇒ (het) onware, (het) onechte♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 s'inscrire en faux contre une interprétation • de juistheid van een interpretatie aanvechtenII 〈v.〉♦voorbeelden:————————faux2 [foo],fausse [foos]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 vals ⇒ onwaar, onjuist, verkeerd2 ongegrond ⇒ vals, ijdel3 onecht ⇒ nagemaakt, vervalst, schijn-, imitatie-4 onoprecht ⇒ onwaarachtig, vals♦voorbeelden:faire un faux mouvement • een verkeerde beweging makenfaire un faux pas • een misstap doense trouver dans une fausse position • zich in een scheve positie bevindensituation fausse • dubbelzinnige situatiefrapper à faux • misslaanraisonnement qui porte à faux, en porte à faux • ongefundeerde redeneringfaux ami • vriend die geen vriend isc'est une fausse blonde • ze heeft geblondeerd haarfaux bonhomme • iemand die slechts in schijn goedaardig isfaux col • losse boordc'est une fausse maigre • zij lijkt magerder dan ze isfaire une fausse sortie • net doen alsof men weggaat1. m2) vervalsing3) bedrog2. fzeis [landbouw]3. faux/fausseadj, adv1) vals, onwaar, onjuist2) ongegrond3) onecht, nep4) onoprecht5) onzuiver, vals [muziek] -
33 hommage
hommage [ommaazĵ]〈m.〉♦voorbeelden:1 daignez agréer, Madame, mes respectueux hommages … • uw dienstwillige …présenter ses hommages à qn. • z'n opwachting maken bij iemand1. m1) hulde, eerbewijs2. hommagesm pl -
34 civilité
civilité [sievielietee]〈v.〉♦voorbeelden:faire, présenter ses civilités à qn. • iemand beleefd groeten -
35 doléances
doléances [dollee.ãs]〈v., meervoud〉♦voorbeelden: -
36 escompte
escompte [eskõt]〈m.〉♦voorbeelden:présenter une traite à l'escompte • een wissel ter discontering aanbieden -
37 quatre
quatre [kaatr]〈telwoord; ook m.〉1 vier♦voorbeelden:le quatre janvier • vier januariun de ces quatre (matins) • vandaag of morgen(se présenter) à quatre • met z'n vieren (komen aanzetten)le quatre sans barreur • de vier zonder stuurman -
38 à quatre
(se présenter) à quatre
- 1
- 2
См. также в других словарях:
présenter — [ prezɑ̃te ] v. <conjug. : 1> • v. 880; lat. imp. præsentare I ♦ V. tr. 1 ♦ Présenter une personne à une autre, l amener en sa présence pour la faire connaître. « Des mères présentaient à Paphnuce leurs jeunes garçons » (France). Spécialt… … Encyclopédie Universelle
Presenter First — is a software development approach that combines the ideas of the Model View Presenter (MVP) design pattern, Test Driven Development, and Story Driven Development.ApproachPresenter First concentrates on transforming each of a customer s… … Wikipedia
presenter — Presenter, Praesentare, Offerre, Sistere, In conspectum dare. Presenter les cornes pour frapper, Cornua obuertere alicui. Se presenter, Apud acta nomen dare, In officio actuario nomen inter prouocatores aut prouocatos edere vel profiteri. B. Se… … Thresor de la langue françoyse
Presenter — (Fernbedienungselement und Empfängerantenne) Ein Presenter (Engl. to present = präsentieren) ist eine Fernbedienung zur Steuerung eines PCs während eines Vortrages. Er wird meist benutzt, um eine mit einem Beamer gezeigte (z.B. mit Powerpoint… … Deutsch Wikipedia
Presenter — Pre*sent er, n. One who presents. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
presenter — index contributor (giver), donor, grantor Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
Présenter bien, mal — ● Présenter bien, mal donner bonne, mauvaise impression par sa tenue, son allure, son physique … Encyclopédie Universelle
Présenter les armes — ● Présenter les armes en parlant d un soldat, saluer avec ses armes selon des modalités précises … Encyclopédie Universelle
Présenter ses vœux, ses excuses, ses condoléances, ses félicitations, etc. — ● Présenter ses vœux, ses excuses, ses condoléances, ses félicitations, etc. les exprimer … Encyclopédie Universelle
Présenter une troupe — ● Présenter une troupe la disposer sur le terrain pour permettre de la passer en revue … Encyclopédie Universelle
presenter — see announcer … Modern English usage