-
1 laisser aller
-
2 laisser faire
-
3 laten begaan
laisser -
4 laten schieten
laisser -
5 laten
1 [algemeen] laisser2 [ergens in bergen] mettre♦voorbeelden:hij kan het roken niet laten • il ne peut pas s'empêcher de fumerdat laat mij koud • ça me laisse froidde deur open laten • laisser la porte ouverteiemand laten begaan • laisser faire qn.dat laat zich denken • cela se conçoitik heb het op tafel laten liggen • je l'ai oublié sur la tableik heb mij laten wijsmaken (dat) • je me suis laissé dire (que)wil je dat wel eens laten! • as-tu bientôt fini!een meisje laten zitten • laisser tomber une fillelaat dat! • ça suffit!het erbij laten (zitten) • en rester làhij kan het niet laten • il ne peut pas s'en empêcherik kan het niet laten te … • je ne peux m'empêcher de …laat maar! • laisse!laat maar zitten! • 〈m.b.t. wisselgeld〉 gardez la monnaie!daar zullen we het bij laten! • nous en resterons là!laat de kat maar in de tuin • laisse le chat aller au jardinhij werd in de kamer gelaten • on le fit entreriemand met rust laten • laisser qn. tranquille2 waar moet ik het boek laten? • où est-ce que je dois mettre le livre?waar laat die jongen al dat eten? • où est-ce que ce garçon fourre toute cette nourriture?zijn gedachten laten gaan • laisser libre cours à ses idéesiemand laten halen • envoyer chercher qn.de dokter laten komen • faire venir le médecinlaat me niet lachen! • laissez-moi rire!zich laten leiden • se laisser conduireiemand iets laten weten • faire savoir qc. à qn.¶ waar heb ik mijn potlood gelaten? • qu'ai-je fait de mon crayon?en laat hij het nu nog doen ook! • et le plus beau c'est qu'il le fait!laten wij elkaar helpen • aidons-nous les uns les autreslaten we nu maar opschieten! • allons, dépêchons-nous!laat staan • moins encorelaat ze mooi zijn, erg verstandig is ze niet • si elle est belle, elle n'est pas très maligne!laat het nu net beginnen te gieten • et voilà qu'il commence à pleuvoirde lamp naar beneden laten • descendre la lampe→ link=blauwblauw blauwblauw -
6 openlaten
1 [geopend laten] laisser ouvert2 [vrijlaten] laisser libre3 [niet invullen] laisser en blanc♦voorbeelden:de datum openlaten • ne pas datereen regel openlaten • laisser une ligne en blanc -
7 gaan
4 [begrepen zijn in] entrer (dans)5 [+ over][tot onderwerp hebben] traiter (de)♦voorbeelden:laten we naar de kamer hiernaast gaan • passons à côtégaan liggen • se coucherhet gaat regenen • il va pleuvoirgaan slapen • aller dormirgaan staan • se mettre deboutgaan zitten • s'asseoirertussenuit gaan • changer d'airervantussen gaan • filer〈 figuurlijk〉 er gaat niets boven … • rien ne vaut …deze weg gaat door het bos • ce chemin traverse le boisin de oppositie gaan • passer à l'oppositionin de handel gaan • se lancer dans le commercein de politiek gaan • se lancer dans la politiquedeze weg gaat naar de stad • cette route conduit à la villezijn blik over iets laten gaan • laisser courir son regard sur qc.zijn gedachten over iets laten gaan • réfléchir sur qc.hoe laat gaat de trein? • à quelle heure le train part-il?zullen we gaan? • on y va?daar gaat ie dan • c'est parti, mon kikizij gaan uit elkaar • ils vont se séparerdat boek ging voor ƒ 20,- • ce livre partit pour 20 florinser gaan zes glazen uit een fles • une bouteille contient six verreswaar gaat dat boek over? • de quoi parle ce livre?of dat zal gaan weet ik niet • je ne sais pas si ce sera possiblelijdt hij veel pijn? dat gaat • souffre-t-il beaucoup? ça vaeraan gaan • y passerde zaken gaan goed • les affaires marchent biendat gaat zomaar niet • cela ne se passe pas comme çahet werk gaat slecht • le travail avance maldat gaat vanzelf • cela va tout seulin het zwart gekleed gaan • être en noirmet iemand gaan • être le petit ami, la petite amie de qn.daar gaat het om • tout est làzij gaat over de typekamer • elle est la responsable des dactyloshij gaat voor rijk door • il passe pour richezich te buiten gaan aan • s'adonner àom kort te gaan • brefdaar ga je! • à la tienne!→ link=bel belII 〈 onpersoonlijk werkwoord〉1 [gesteld zijn; geschieden] aller3 [+ om][als doel hebben] s'agir♦voorbeelden:hoe gaat het (met u)? • comment ça va?het gaat nogal • ça va comme ci comme çahet gaat slecht met de zaken • les affaires vont malzo gaat het nu altijd • c'est toujours la même chosehet gaat • ça va -
8 vrijlaten
1 [de vrijheid geven] libérer2 [niet binden; openlaten] laisser (entièrement) libre♦voorbeelden:1 iemand de handen vrijlaten • laisser les mains libres à qn.deze ruimte vrijlaten s.v.p. • prière de ne pas remplir cet espacedrie stoelen vrijlaten • laisser trois sièges libres -
9 achterlaten
-
10 bezinken
3 [figuurlijk] laisser (se) décanter♦voorbeelden: -
11 iets langs zich heen laten gaan
laisser glisser; 〈m.b.t. handeling, woorden〉 laisser faire, laisser direDeens-Russisch woordenboek > iets langs zich heen laten gaan
-
12 langs
langs1〈 bijwoord〉♦voorbeelden:ik kom nog wel eens langs • je repasserai un de ces jourshij kwam net langs • il vient de passerik moet nog even bij het postkantoor langs • je dois encore passer au bureau de poste————————langs2〈 voorzetsel〉1 [in de lengte van] le long de2 [via; aan bij] par3 [voorbij] devant♦voorbeelden:langs de rivier wandelen • se promener le long de la rivièreer staan bomen langs de weg • des arbres bordent la route2 wil je even langs de bakker rijden? • est-ce que tu voudrais passer par la boulangerie?langs een brandgang ontsnappen • s'échapper par un coupe-feuhier langs, daar langs • par ici, par là3 iets langs zich heen laten gaan • laisser glisser; 〈m.b.t. handeling, woorden〉 laisser faire, laisser direzij praten langs elkaar heen • ils ne parlent pas la même langue; 〈 in discussie〉 ils ne parlent pas de la même chose -
13 leven
leven1〈 het〉♦voorbeelden:een bruin leven • une vie de cocagneeen dubbel leven leiden • mener une vie doublehet leven wordt steeds duurder • (le coût de) la vie ne cesse d'augmenterzijn eigen leven leiden • vivre sa viedat verhaal is een eigen leven gaan leiden • ce récit est devenu un tout indépendant du contexteeen lekker leventje leiden • se la couler doucedat is een lekker leventje • c'est la belle vieals je leven je lief is • si ta vie t'est précieuseeen lui leventje • une petite vie pépèrenieuw leven inblazen • revitalisereen nieuw leven beginnen • refaire sa viehet ongeboren leven • la vie foetaleeen ongeregeld leven leiden • mener une vie de bâton de chaiseeen teruggetrokken leven leiden • mener une vie retiréeeen verdorven leven leiden • mener une vie dissolueeen vrolijk leventje leiden • mener joyeuse viehij danste alsof zijn leven er van afhing • il dansait comme si c'était une question de vie ou de mortzich het leven benemen, zich van het leven beroven • se suiciderals vrijgezel door het leven gaan • être célibatairezijn leven hangt aan een zijden draad(je) • sa vie pend à un filhet leven erbij inschieten • y laisser la viezo is het leven • c'est la vieiemand het leven laten • laisser la vie sauve à qn.iemand het leven ontnemen • ôter la vie à qn.zijn leven redden • sauver sa viehet leven schenken aan • donner la vie àhoe staat het leven? • comment ça va?voor zijn leven strijden • défendre sa peauzijn leven wagen • risquer sa viemijn leven lang • ma vie durantbij, tijdens zijn leven • de son vivantzich door het leven slaan • se débrouiller dans la viein leven • en vieiets in het leven roepen • mettre qc. sur piedhet leven in het hiernamaals • (la vie de) l'au-delàmet zijn leven spelen • risquer sa vieiemand naar het leven staan • attenter à la vie de qn.om het leven komen • trouver la mortiemand om het leven brengen • tuer qn.uit het leven gegrepen • pris sur le vifvan zijn leven niet • jamais de la vieheb je van je leven! • a-t-on jamais vu ça!voor zijn leven geborgen zijn • avoir du foin dans ses bottes pour le restant de ses jourshij is voor zijn leven ongelukkig • il est malheureux pour la vievoor het leven benoemd • nommé à viezij heeft geen leven bij die man • ce n'est pas une vie (pour elle) auprès de cet hommeeen leven als een luis op een zeer hoofd hebben • vivre comme un coq en pâte〈 spreekwoord〉 zolang er leven is, is er hoop • tant qu'il y a de la vie, il y a de l'espoir¶ dat brengt leven in de brouwerij • 〈 het wordt levendig〉 cela met de l'entrain; 〈 de zaken gaan vooruit〉 les affaires prennent tournuretoen begon het lieve leventje • …, ce qui mit le feu aux poudreswat is er een leven op straat! • quelle animation il y a dans la rue!leven maken • faire du tapagezij is in het leven • elle est prostituéenaar het leven tekenen • dessiner d'après natureeen leven als een oordeel • un tapage infernal————————leven21 vivre♦voorbeelden:leeft die vaas nog? • ce vase n'est toujours pas cassé?blijven leven • rester en viemen moet leven en laten leven • il faut vivre et laisser vivrewe moeten daar nog een jaar mee leven • il faudra supporter cela un an encorestil gaan leven • se retirer des affairesin angst leven • vivre dans l'angoissemet deze man valt niet te leven • cet homme est invivablenaar iets toe leven • se réjouir à l'idée de qc.leven tussen hoop en vrees • flotter entre l'espoir et la craintehij leeft van rijst • il vit de rizvan zijn rente leven • vivre de ses renteshij heeft genoeg om van te leven • il a de quoi vivrevan dit vak kun je niet leven • ce métier ne nourrit pas son hommezo waar als ik leef • aussi vrai que j'existezij leven langs elkaar heen • ils vivent chacun de leur côtémen moet ermee leren leven • il faudra bien s'y faire〈 spreekwoord〉 wie dan leeft, die dan zorgt • qui vivra, verra¶ leve de koningin! • vive la reine!dat portret leeft • ce portrait vitdeze romanpersonages leven • les personnages de ce roman sont vrais -
14 aanhouden
1 [tegenhouden] arrêter2 [bij zich houden; aan het lijf houden] garder3 [uitstellen] ajourner4 [laten voortduren] prolonger5 [aan de gang houden] laisser allumé♦voorbeelden:een verdachte aanhouden • arrêter un suspecteen krant aanhouden • rester abonné à un journalpersoneel aanhouden • garder du personnel1 [volhouden] persister2 [voortduren] continuer3 [+ op] se diriger (vers)♦voorbeelden:dat zal nog wel even aanhouden • ce ne sera pas pour demain3 rechts aanhouden • appuyer sur la, à droite -
15 antwoord
♦voorbeelden:een gepast antwoord • une réponse adéquateeen gevat antwoord • une repartie, une riposteeen raak antwoord • une réponse bien envoyéenooit om een antwoord verlegen zijn • n'être jamais en restezonder antwoord af te wachten • sans laisser le temps de répondreantwoord geven • répondreop alles een antwoord hebben, altijd een antwoord klaar hebben • avoir réponse à toutzijn enige antwoord was een verwijtende blik in mijn richting • pour toute réponse, il me lança un coup d'oeil réprobateurin antwoord op uw brief, schrijven • en réponse à votre lettreten, tot antwoord geven • donner en réponseiets zonder antwoord laten • laisser une question en suspenshet antwoord schuldig (moeten) blijven • ne savoir que répondre→ link=afwachting afwachting -
16 gerust
♦voorbeelden:〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand gerust laten • laisser qn. tranquillegerust zijn op iets • ne pas se faire de soucis au sujet de qc.laat hem gerust gaan • vous pouvez franchement le laisser partir -
17 glippen
2 [voortglijden, voortschieten] glisser3 [ontglijden, ontschieten] échapper♦voorbeelden:de gelegenheid laten glippen • laisser passer l'occasion (de)ik heb hem laten glippen • 〈 ontsnappen〉 il m'a filé entre les doigts; 〈 aan z'n lot overgelaten〉 je l'ai laissé tomberiets laten glippen • laisser échapper qc.het touw glipte hem door de vingers • la corde lui glissa entre les doigtshij liet het glas uit de handen glippen • le verre lui échappa des mains -
18 nalaten
1 [bij overlijden achterlaten; invloed achterlaten] laisser2 [niet doen; verzuimen] négliger de♦voorbeelden:2 niet nalaten te … • ne pas laisser de …→ link=doen doen -
19 overlaten
1 laisser (qc. à qn.)♦voorbeelden:de service laat veel te wensen over • le service laisse beaucoup à désirerje kunt (aan) hem niets overlaten • il est incapable de se débrouiller tout seulde beslissing overlaten aan iemand • laisser décider qn.er is niets aan het toeval overgelaten • rien n'a été laissé au hasard -
20 overslaan
2 [plotseling overgaan in een andere toestand] passer3 [m.b.t. de stem] se casser♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [overladen] transborder♦voorbeelden:geen dag sloeg hij over om mij te bellen • il ne se passait pas un (seul) jour sans qu'il me téléphoneje hebt een woord overgeslagen • tu as sauté un mothij werd overgeslagen bij het voorstellen • il fut oublié dans les présentations
См. также в других словарях:
laisser — [ lese ] v. tr. <conjug. : 1> • XIIIe; laszier fin IXe; lat. laxare « relâcher » I ♦ Ne pas intervenir. 1 ♦ (Suivi d un inf.) Ne pas empêcher de (⇒ consentir, permettre). Laisser partir qqn. Laisse moi rire. « Il ouvre un large bec, laisse… … Encyclopédie Universelle
laisser-aller — [ leseale ] n. m. inv. • 1786; de laisser et 1. aller 1 ♦ Absence de contrainte dans les attitudes, les manières, le comportement. ⇒ abandon, désinvolture. J aime le laisser aller des gens qui ne s observent pas, ne s étudient pas. 2 ♦ Cour. et… … Encyclopédie Universelle
laisser — LAISSER. v. a. Quitter. Il a laissé son équipage, ses gens en un tel endroit. où avez vous laissé un tel? je l ay laissé chez luy. je l ay laissé en bonne santé. on l a laissé pour mort. laisser une place bien pourveüe, la laisser en bon estat.… … Dictionnaire de l'Académie française
laisser — Laisser, Linquere, Relinquere, Omittere, Semble qu il vient de Laxare. Laisser ou oster toute crainte, Parcere metu, Metum amouere. Laisser sa femme, Dimittere vxorem. Qui m a laissé ici, Qui me hic reliquit ab se. Ceste arbre laisse ses fueilles … Thresor de la langue françoyse
laisser-courre — ● laisser courre nom masculin invariable Action de lâcher les chiens, en une seule fois, sur l animal chassé à courre. ⇒LAISSER COURRE, subst. masc. inv. VÉNERIE A. 1. Moment (et p. méton. lieu) de la chasse où l on découple les chiens. P. métaph … Encyclopédie Universelle
laisser-faire — [ lesefɛr ] n. m. inv. • laissez faire 1843; de laisser et 1. faire ♦ Attitude qui consiste à ne pas intervenir. ● laisser faire nom masculin invariable Attitude qui consiste à ne pas intervenir : Politique du laisser faire. laissez faire ou … Encyclopédie Universelle
Laisser-passer (bridge) — Laisser passer Pour l’article homophone, voir Laissez passer. Dans le jeu de bridge le laisser passer (holdup) consiste à ne pas prendre tout de suite la main à l entame d une couleur dangereuse dans un contrat généralement à sans atout. Le … Wikipédia en Français
Laisser faire — (frz., spr. lässeh fähr, auch laisser aller [spr. alleh], laisser passer [spr. passeh], d.h. Gehenlassen), Wahlspruch der sog. Physiokraten, die im wirtschaftlichen Verkehr volle Freiheit ohne staatliche Einmischung walten lassen wollen. Laisser… … Kleines Konversations-Lexikon
Laisser aller ses affaires, laisser tout aller — ● Laisser aller ses affaires, laisser tout aller négliger ses intérêts, ses affaires … Encyclopédie Universelle
Laisser courir — ● Laisser courir laisser quelque chose se poursuivre en ne s en préoccupant pas, en n y faisant pas attention ; laisser tomber … Encyclopédie Universelle
Laisser faire, laisser dire — ● Laisser faire, laisser dire ne pas se préoccuper de ce que fait ou dit autrui … Encyclopédie Universelle