-
1 rusten
1 [uitrusten; slapen] se reposer2 [begraven liggen] reposer3 [innerlijke rust hebben] avoir l'esprit tranquille4 [niet gebruikt worden] ne pas être utilisé5 [stil liggen; steunen op; gebaseerd zijn op] reposer (sur)6 [als iets bezwarends drukken] peser7 [m.b.t. de blik] être posé♦voorbeelden:niet rusten voor … • n'avoir pas de cesse que … ne 〈+ aanvoegende wijs〉2 hier rust • ici repose, ci-gîtop hem rust een zware verdenking • de graves soupçons pèsent sur luidie kwestie moet nu blijven rusten • cette question doit rester en suspens pour le moment -
2 rusten
-
3 liggen
1 [uitgestrekt zijn] être étendu4 [+ aan][afhangen van] tenir (à)5 [passen bij een aanleg, belangstelling] convenir à6 [m.b.t. wind, storm] tomber7 [begraven zijn] reposer8 [gelegerd zijn] être en garnison (à)♦voorbeelden:〈 tegen hond〉 ga liggen! • allez, coucher!3 er ligt, er liggen … • il y a …de toestand ligt hier anders • la situation est différente icide prijzen liggen vrij hoog • les prix sont assez élevésAntwerpen ligt aan de Schelde • Anvers est située sur l'Escauthet appartement ligt op het noorden • l'appartement est orienté au nordde troepen liggen voor de stad • les troupes campent devant la villedat lag aan verscheidene dingen • il y avait différentes raisons à celais het nu zo koud of ligt het aan mij? • est-ce qu'il fait vraiment si froid ou est-ce que cela tient à moi?aan mij zal het niet liggen als het mislukt • ça ne sera pas de ma faute si ça échoueaan wie ligt het? • à qui la faute?als het aan mij lag • s'il ne tenait qu'à moidat ligt niet in mijn aard • ce n'est pas dans ma nature¶ iets hebben liggen • avoir qc. en réserve〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 iemand liggen hebben • 〈 de baas zijn〉 avoir le dessus; 〈 beethebben〉 avoir attrapé qn.zich nergens iets aan gelegen laten liggen • n'en faire qu'à sa têtedie wijn moet nog liggen • il faut laisser reposer ce vindaar is mij veel aan gelegen • c'est très important pour moials ze dat merken lig ik eruit • s'ils découvrent ça, ils me mettront à la porte -
4 berusten
-
5 bouwen
ww1) bâtir, construire2) se reposer (sur), compter (sur) -
6 liggen
ww1) être étendu2) être couché, être alité3) être, se trouver4) tenir (à)5) convenir à6) tomber [vent]7) reposer8) être en garnison (à) [armée] -
7 slapen
-
8 afzetten
1 [afnemen en ergens neerzetten] enlever2 [buiten werking stellen] arrêter3 [amputeren] amputer4 [oplichten] escroquer (qc. à qn.)5 [afscheiden] clôturer6 [van, tegen iets afduwen] repousser7 [uit zijn ambt ontzetten] destituer8 [op enige afstand plaatsen] écarter9 [laten uitstappen] déposer11 [omboorden] galonner (de)♦voorbeelden:het geweer afzetten • reposer son fusilhet huis was door de politie afgezet • la maison était cernée par la police〈 figuurlijk〉 zich afzetten tegen (iets, iemand) • s'insurger contre (qc., qn.)zich afzetten • prendre appelkwellende gedachten van zich afzetten • chasser les idées noires de son esprit1 [snel afkomen] se jeter2 [voor een sprong] prendre appel♦voorbeelden:1 op iemand komen afzetten • foncer sur qn.er kwam een massa sneeuw van de berghelling afzetten • une masse de neige dévala de la pente -
9 arbeid
♦voorbeelden:verloren arbeid • peine perduezware arbeid • travail de forceaan de arbeid gaan • se mettre au travail→ link=raad raad -
10 berusten
1 [steunen op] reposer (sur)2 [zich schikken in] se résigner (à)3 [in bezit zijn van] être entre les mains (de)♦voorbeelden: -
11 bezinken
3 [figuurlijk] laisser (se) décanter♦voorbeelden: -
12 braak
braak1〈de〉 〈 juridisch〉————————braak2♦voorbeelden:braak liggen • être en frichedie kennis ligt braak • ces connaissances sont inutilisées -
13 de zieke moet rust hebben
de zieke moet rust hebben -
14 die wijn moet nog liggen
die wijn moet nog liggen -
15 een stuk grond braak laten liggen
een stuk grond braak laten liggenDeens-Russisch woordenboek > een stuk grond braak laten liggen
-
16 het geweer afzetten
het geweer afzetten -
17 lauweren
lauweren1♦voorbeelden:————————lauweren2♦voorbeelden: -
18 misverstand
♦voorbeelden:aanleiding geven tot misverstanden • prêter à équivoqueeen misverstand uit de weg ruimen • dissiper un malentendu -
19 na gedane arbeid is het goed rusten
na gedane arbeid is het goed rustenDeens-Russisch woordenboek > na gedane arbeid is het goed rusten
-
20 na het eten wat gaan rusten
na het eten wat gaan rusten
- 1
- 2
См. также в других словарях:
reposer — et dormir, Dare corpus quieti vel somno. Reposer son vin, Obdormire crapulam, Vinum edormiscere. Se reposer, Quiescere, Conquiescere, Acquiescere, Requiescere, Otiari, Otio se dare, In otio se considere, Feriari, Vacuum tempus laboris dare sibi,… … Thresor de la langue françoyse
Reposer — Re*pos er (r[ e]*p[=o]z [ e]r), n. One who reposes. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
reposer — 1. reposer [ r(ə)poze ] v. <conjug. : 1> • v. 1050; repauser Xe; bas lat. repausare → poser I ♦ V. intr. 1 ♦ Littér. Rester immobile ou allongé de manière à se délasser. Il ne dort pas, il repose. ♢ Par ext. Dormir. Être immobile. « Tout… … Encyclopédie Universelle
reposer — (re pô zé) v. a. 1° Mettre dans un état de repos. Reposer la jambe sur un tabouret, sa tête sur un oreiller. • Heureux celui qui, connaissant tout le prix d une vie douce et tranquille, repose son coeur au milieu de sa famille !, MONTESQ.… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
REPOSER — v. a. Mettre dans une situation tranquille, mettre en état de tranquillité. Reposer sa jambe sur un tabouret. Reposer sa tête sur un oreiller. Fig., N avoir pas où reposer sa tête, Être sans asile et dans un extrême dénûment. Fig., Reposer sa vue … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
REPOSER — v. tr. Poser de nouveau; Poser une chose à l’endroit où on l’avait prise. Reposer son verre sur la table. Il signifie aussi Mettre dans une situation tranquille, mettre en état de repos, pour délasser, pour détendre. Reposer sa jambe sur un… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
reposer — I. Reposer. v. a. Mettre dans une situation tranquille, mettre en estat de tranquillité, de quietude. En ce sens il n a guere d usage que dans cette phrase tirée de l Escriture sainte. Le Fils de l Homme n a pas où reposer sa teste. On dit dans… … Dictionnaire de l'Académie française
reposer — vt. ; reposer (ep. des liquides, du lait, du vin) ; dormir, faire la sieste ; détendre, relaxer : (a)rpozâ (Albanais.001, Annecy.003, Arvillard.228c, Cordon, Giettaz.215b, Table.290, Thônes.004, Villards Thônes.028), (a)rpouzâ, repouzâ (228b,… … Dictionnaire Français-Savoyard
reposer — Prenez la peine de vous reposer ; expression qu une fausse politesse a introduite: il n y a point de peine à se reposer . Les termes sont en contradiction avec eux mêmes, ainsi que dans cette autre locution: prenez la peine de vous asseoir ;… … Dictionnaire grammatical du mauvais langage
reposer — See reposal. * * * … Universalium
reposer — re + poser (v. 1) Présent : repose, reposes, repose, reposons, reposez, reposent ; Futur : reposerai, reposeras, reposera, reposerons, reposerez, reposeront ; Passé : reposai, reposas, reposa, reposâmes, reposâtes, reposèrent ; Imparfait :… … French Morphology and Phonetics