-
1 to foam
schuimen -
2 to froth
schuimen -
3 foam
-
4 froth
n. schuim; oppervlakkigheid, gebazel--------v. schuimenfroth1[ froθ] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schuim3 gebazel————————froth2〈 werkwoord〉♦voorbeelden: -
5 lather
n. zeepsop; schuim; zweet (v. paard); spanning (slang)--------v. schuimen; met schuim bedekken, schuimbekken (paard); inzepen; afranselen (slang)lather1[ la:ðə] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————lather2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 churn
n. melkbus--------v. karnen, boter maken; lawaai makenchurn1[ tsjə:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————churn2〈 werkwoord〉2 karnen3 omroeren ⇒ laten schuimen, omschudden♦voorbeelden:the bouncing of the car made my stomach churn • door het gehobbel van de auto kwam mijn maag in opstand -
7 cream
adj. room--------n. slagroom, room, crème; puik; (kleur)crème--------v. opkloppencream1[ krie:m] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 roomsaus ⇒ roomschotel/soep/gerecht♦voorbeelden:1 clotted cream • dikke/geklonterde room————————cream21 schuimen ⇒ schuim/room vormen♦voorbeelden:2 room/eieren/boter toevoegen aan ⇒ in/met room e.d. bereiden3 inwrijven/smeren 〈 huid〉♦voorbeelden: -
8 effervesce
-
9 froth up
-
10 spume
-
11 whip
n. zweep; zweepslag; striem; slagroom; schuim, eierschuim; verkiezings oproep; het verzamelen van jachthonden; molenwiek, rijs, twijg--------v. met de zweep slaan; slaan; doen schuimen; klappen krijgen; snelle beweging; verzamelen; verlies lijden; vissen; bindenwhip1[ wip] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 zweep ⇒ karwats, gesel♦voorbeelden:→ fair fair/————————whip2〈 whipped〉1 snel bewegen/doen ⇒ snellen, schieten♦voorbeelden:whip up • snel oppakken; snel in elkaar draaien/flansenhe whipped round the corner • hij schoot de hoek omII 〈 overgankelijk werkwoord〉3 afvissen♦voorbeelden:he whipped up his audience • hij zweepte zijn toehoorders op
См. также в других словарях:
Fett (Subst.) — 1. Aus dem Fette entstehen keine Eingeweide. 2. Dat Fett drifft doch bâwen, all is t ôk van n dôden Hund. – Bueren, 92; Frommann, II, 536, 133; Firmenich, III, 27, 60. 3. Dat Fett mutt alltyd bawen (oben) dryven. – Richey, 11. 4. Des Fettes wegen … Deutsches Sprichwörter-Lexikon