-
21 enchaîner
enchaîner [ãsĵennee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉4 (logisch) verbinden ⇒ samenvoegen, in samenhang brengen1 (logisch) verband houden ⇒ samenhangen, uit elkaar voortvloeienv2) kluisteren3) samenvoegen4) na een onderbreking doorgaan [theater] -
22 fondre
fondre [fõdr]2 minder worden ⇒ afnemen, slinken, verdwijnen♦voorbeelden:faire fondre le beurre • de boter smeltenfondre de pitié • vertederd worden door medelijdenfondre en larmes • in tranen uitbarstenil a fondu de trois kilos • hij is zes pond afgevallenII 〈 overgankelijk werkwoord〉2 samenvoegen ⇒ met elkaar verenigen, fuseren♦voorbeelden:1 smelten ⇒ wegsmelten, zich oplossen, verdwijnen2 samengevoegd worden ⇒ samensmelten, samenvloeien, zich vermengen♦voorbeelden:v1) (weg)smelten2) slinken, afnemen4) versmelten5) samenvoegen -
23 joindre
joindre [zĵwẽdr]1 passen ⇒ aansluiten, aan elkaar sluitenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 samenvoegen ⇒ samenbrengen, verbinden3 bereiken ⇒ ontmoeten, aantreffen♦voorbeelden:2 joignez à cela que … • daarbij komt nog dat …♦voorbeelden:3 mon mari se joint à moi pour vous envoyer nos voeux • ook namens mijn man zend ik u mijn beste wensenv1) passen, aansluiten2) samenvoegen, verbinden4) aantreffen -
24 souder
-
25 agréger
agréger [aagreezĵee]1 zich samenvoegen ⇒ zich samenballen, samenkoeken -
26 appareiller
-
27 pooling of error
French\ \ groupage (agrégation) des erreursGerman\ \ Zusammenfassen der FehlerDutch\ \ samenvoegen van fouten; samenvoegen van de residuele kwadratensommenItalian\ \ cumulo degli erroriSpanish\ \ combinación de erroresCatalan\ \ combinació d'errors; error ponderatPortuguese\ \ combinação de somas residuais de quadrados; combinação dos erros (bra)Romanian\ \ -Danish\ \ -Norwegian\ \ -Swedish\ \ poolning av felGreek\ \ συγκέντρωση του λάθουςFinnish\ \ jäännösneliösummien yhdistäminenHungarian\ \ hibaösszegezésTurkish\ \ hatanın birleştirilmesi; yanılgının birleştirilmesiEstonian\ \ ühendvea hindamineLithuanian\ \ paklaidų grupavimasSlovenian\ \ združevanje napakPolish\ \ łączenie błędówRussian\ \ группировка ошибокUkrainian\ \ групування помилокSerbian\ \ -Icelandic\ \ samnýtingu villuEuskara\ \ akats agerrarazteaFarsi\ \ edghame kh taPersian-Farsi\ \ ادغام خطاهاArabic\ \ تجميع الخطاAfrikaans\ \ saamvoeging van fouteChinese\ \ 误 差 合 并Korean\ \ 오차의 합동(화) -
28 fügen
fügen♦voorbeelden:zu einem Geschenk noch etwas Wertvolles fügen • aan een geschenk nog iets waardevols toevoegen〈 figuurlijk〉 Dinge zu einem Ganzen fügen • zaken tot een geheel samenvoegen, verbinden3 er wusste es so zu fügen, dass … • hij wist het zo te plooien, schikken, dat …der Zufall fügte es, dass … • het toeval wilde dat …1 zich voegen, zich schikken ⇒ zich aanpassen♦voorbeelden:1 sich jemandes Wünschen fügen • zich naar iemands wensen voegen, schikkensich in sein Schicksal fügen • zich in zijn lot schikken -
29 объединить
verenigen, aaneensluiten, samenvoegen -
30 объединять
verenigen, aaneensluiten, samenvoegen -
31 соединить
verenigen, verbinden, samenvoegen -
32 соединиться
verenigen, verbinden, samenvoegen -
33 соединять
verenigen, verbinden, samenvoegen -
34 связывать
v1) gener. verband leggen, samenstrengelen, binden, knevelen, koppelen, samenbinden, strengelen, stuiken (в пучки, снопы и т.п.), voegen, aaneenknopen, aaneenvoegen, ineenyoegen, samenvoegen, schakelen, vastknopen, verbinden2) eng. lassen -
35 соединять
v1) gener. integreren, aaneenhechten, aaneenvoegen, aansluiten, huwen, schakelen, verbinden, aaneensluiten, aanvoegen, bijeendoen, bijeenvoegen, combineren, doorverbinden (по телефону), ineenyoegen, koppelen, lieren, samenbrengen, samendoen, samentrekken, samenvoegen, unieren, verenen, verenigen, voegen2) liter. amalgameren3) eng. aaneensmeden -
36 blend
n. mengsel; (grammatica) portmanteau-woord (woord gevormd door samenvoegen van twee woorden, bv. brunch (breakfast + lunch))--------v. (zich) vermengen, harmoniërenblend1[ blend] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————blend21 zich vermengen ⇒ een harmonieus geheel vormen, bij elkaar passen♦voorbeelden:this building blends into the landscape • dit gebouw vormt één geheel met het landschapII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 mengen ⇒ combineren, in elkaar doen overlopen♦voorbeelden:1 now blend the eggs with the butter and sugar • meng/roer nu de eieren door de boter en suiker -
37 conflate
adj. samengevoegd, gesmolten (een tekst uit twee verschillende paragrafen)[ kənfleet] 〈zelfstandig naamwoord: conflation〉1 samenvoegen/smelten ⇒ dooreenmengen -
38 conjoin
-
39 consolidate
v. vormgeven; versterken; vermengen[ kənsolliddeet] 〈zelfstandig naamwoord: consolidation〉1 hechter/steviger/stabieler worden2 zich aaneensluiten ⇒ samengaan, fuserenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 consolideren ⇒ verstevigen, stabiliseren♦voorbeelden: -
40 integrate
v. geïntegreerd worden, integreren[ intigreet]1 geïntegreerd worden ⇒ integreren, deel gaan uitmaken (van)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 integreren ⇒ tot een geheel samenvoegen/aanvullen
Страницы