-
81 goed
goed1〈 het〉♦voorbeelden:liggende goederen • biens immeublesroerend en onroerend goed • biens meubles et immeublesik kan daar geen goed meer doen • tout ce que je fais est mal prisgoed doen • faire le bieniemand goed doen • faire du bien à qn.het zal u veel goed doen • cela vous fera grand bieniets goeds • qc. de bonhij lust graag wat goeds • il aime les bonnes choseshoud dat mij ten goede • ne le prenez pas en mauvaise partten goede komen (aan) • profiter (à)verandering ten goede • (une) améliorationzich ten goede keren • tourner bienwe hebben nog een diner te goed • nous avons encore un dîner en perspectiveik heb nog vier vakantiedagen te goed • il me reste encore quatre jours de vacances (à prendre)je houdt het van mij te goed • je te revaudrai çadat hebben we nog te goed • ce n'est que partie remisedat heb je nog van me te goed • je dois encore te rendre cela; 〈 als dreigement〉 tu ne perds rien pour attendre!wollen goed • lainagehij heeft zijn zondagse goed aan • il porte ses habits du dimanche————————goed2♦voorbeelden:een goed jaar geleden • il y a une bonne année (de cela)is dat je goeie pak? • c'est ton beau costume?hij is een goede veertiger • il a la quarantaine bien sonnéeeen goed verliezer • un bon perdantdoe maar goed wat zout in de soep • n'hésite pas à bien saler la soupeik ben het goed zat • j'en ai par-dessus la têteik ben wel goed maar niet gek • je ne suis pas tombé sur la têtehet goed doen • bien marcherhij kan het er goed van doen • il a de quoi, il a les moyensals ik het goed heb • si je ne me trompewij hebben het goed • nous ne manquons de rien〈 ironisch〉 is het nou goed? • ça y est, maintenant?het is mij goed • (je suis) d'accordhet is ook nooit goed! • tu (il) n'es (n'est) jamais contenthij kan geen goed meer doen • on critique tout ce qu'il faitdat komt wel weer goed • ça va s'arrangergoed kunnen leren • apprendre facilementer goed op staan • 〈 letterlijk〉 être bien (sur une photo); 〈 figuurlijk〉 avoir réussi; 〈 ironisch〉 avoir tout gâchéhij heeft goed praten • il a beau direhet eten ruikt goed • le repas sent bondie jas staat je goed • ce manteau te va bienhij was niet zo goed of hij moest betalen • il a bien fallu qu'il paiedat was maar goed ook! • heureusement!zou u zo goed willen zijn … • voudriez-vous avoir la gentillesse de …het zou goed zijn, als je … • il serait bon que tu …net goed! • (c'est) bien fait!ook goed! • d'accord!dat touw is precies goed • c'est exactement la corde qu'il nous, me fautalles goed en wel maar … • c'est bien beau (tout ça), mais …ik was nog maar goed en wel thuis of … • j'étais à peine à la maison que …goed zo! • très bien!zo goed en zo kwaad als het gaat • tant bien que malgoed bij zijn • être éveillézij zijn weer goed met elkaar • ils se sont réconciliésdat is goed om te weten • c'est bon à savoirwaar is dat goed voor? • à quoi ça sert?hij is nergens goed voor • il n'est bon à riengoed voor ƒ 1000,- • bon pour 1000 florinshij is goed voor een paar ton • 〈m.b.t. bezit〉 il a bien quelques briques; 〈m.b.t. verdienen〉 il se fait bien quelques briqueshij is er niet te goed voor • il en est bien capabledat is een goeie! • elle est bien bonne!dat is te veel van het goede • c'est trop, vraimenthet goede doen • faire le bienniet veel goeds • pas grand-chose de bonzich niet goed voelen • ne pas se sentir bienzij is er goed mee • cela l'arrange bienze is onderweg niet goed geworden • elle a eu un malaise en cours de routezo goed als • pratiquementhet boek is zo goed als af • le livre est pratiquement terminé -
82 goede diensten verrichten
goede diensten verrichten -
83 groet
♦voorbeelden:iemand een laatste groet brengen • rendre un dernier hommage à qn.met vriendelijke, hartelijke groeten • 〈 formeel〉 recevez, Monsieur, Madame, mes salutations distinguées; 〈 aan bekenden〉 bien cordialementdoe de groeten aan je vrouw • bien le bonjour à ta femmedoe hem, haar de groeten • dites-lui bien des choses de ma partde groeten doen • passer le bonjour (à qn.)je krijgt de groeten van hem • il m'a chargé de te donner le bonjouriemands groeten overbrengen • saluer de la part de qn.de groeten aan uw vrouw • mes respects à votre femme -
84 hart
♦voorbeelden:in hart en nieren • dans l'âmevan ganser harte • de tout coeuraan een gebroken hart lijden • avoir le coeur briséhij heeft een goed hart • il a bon coeuriemand een goed hart toedragen • vouloir du bien à qn.het Heilig Hart • le Sacré-Coeureen klein hartje hebben • avoir le coeur tendreiemand een kwaad hart toedragen • être mal disposé envers qn.hij draagt die zaak een warm hart toe • cette affaire lui tient à coeureen zwak hart hebben • avoir le coeur faibleiemands hart breken • briser le coeur de qn.mijn hart draaide om in mijn lijf • 〈 schrikken〉 mon sang n'a fait qu'un tour; 〈 walgen〉 cela me soulevait le coeurhet hart op de juiste plaats dragen, hebben • avoir le coeur bien placé〈 figuurlijk〉 zijn hart aan iets geven • s'engager avec coeur dans qc.heb het hart eens! • ose un peu!het hart op de tong hebben • avoir le coeur sur les lèvreshart voor een zaak hebben • prendre une affaire à coeurik hield mijn hart vast • je frémissais à cette penséemet kloppend hart • le coeur battanthet hart klopte hem in de keel • le coeur lui battait dans la gorgezijn hart luchten (bij iemand) • ouvrir son coeur (à qn.)je kunt je hart ophalen • vous pouvez vous en donner à coeur joiez'n hart uit z'n lijf spugen • rendre tripes et boyauxiemand een hart onder de riem steken • remonter le moral à qn.bij iemand zijn hart uitstorten • ouvrir son âme à qn.zijn hart aan iemand verloren hebben • s'être épris de qn.zijn hart aan iets verpanden • se livrer corps et âme à qc.het hart zonk hem in de schoenen • le coeur lui manquahet aan het hart hebben • souffrir du coeur〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 laat het niet aan je hart komen! • ne t'en fais pas!iemand aan het hart drukken • presser qn. contre son coeurdat gaat hem aan het hart • cela le toucheiemand na aan het hart liggen • être cher à qn.dat ligt mij het naast aan het hart • c'est ce qui me tient le plus à coeurin mijn hart • dans mon for intérieuriemand in zijn hart gesloten hebben • porter qn. dans son coeuriets met hart en ziel doen • faire qc. de tout son coeurzich met hart en ziel aan iets wijden • se donner corps et âme à qc.dat is een man naar mijn hart • c'est un homme selon mon coeur〈 figuurlijk〉 iemand op het hart trappen • blesser qn.iets op zijn hart hebben • avoir qc. sur le coeuriemand iets op het hart drukken, binden • recommander (vivement) qc. à qn.iets niet over zijn hart kunnen verkrijgen • ne pouvoir se résoudre à qc.iets ter harte nemen • prendre qc. à coeurdat gaat mij zeer ter harte • cela me tient fort à coeurdat is mij uit het hart gegrepen • voilà qui est parlervan zijn hart geen moordkuil maken • dire ce qu'on a sur le coeurdat moet mij toch van het hart • je ne peux m'empêcher de le direvan harte gefeliciteerd! • félicitations!hart voor het werk hebben • avoir du coeur à l'ouvrage〈 spreekwoord〉 waar het hart vol van is, loopt de mond van over • la bouche parle de l'abondance du coeur→ link=oog oog -
85 hel
hel1〈de〉♦voorbeelden:de hel brak los in het stadion • le public du stade se déchaînadat stinkt naar de hel • ça sent le roussiiemand naar de hel wensen • maudire qn.wat een hel! • quel bagne!zondaars komen in de hel • les pécheurs vont en enferloop naar de hel! • va-t'en au diable!de hel op aarde hebben • faire son purgatoire sur terrehet stinkt er als de hel • ça pue terriblement là-dedanshet is hier zo donker als de hel • il fait noir comme dans un foural moest ik ervoor naar de hel lopen • quand le diable y seraitiemand het leven tot een hel maken • rendre la vie impossible à qn.→ link=weg weg————————hel2♦voorbeelden:de kamer was hel verlicht • la pièce baignait dans une lumière crue -
86 het bijltje erbij neerleggen
het bijltje erbij neerleggen -
87 het iemand lastig maken
het iemand lastig makenrendre la vie difficile à qn. -
88 hulde
♦voorbeelden:1 iemand hulde bewijzen, brengen • rendre hommage à qn.hulde aan deze vrouw • honneur à cette femmehulde! ↓ chapeau bas! -
89 huldigen
2 [erkennen] adhérer à (qc.)♦voorbeelden: -
90 iemand aansprakelijk stellen voor
iemand aansprakelijk stellen voorrendre qn. responsable deDeens-Russisch woordenboek > iemand aansprakelijk stellen voor
-
91 iemand beschaamd maken
iemand beschaamd makenrendre qn. confus -
92 iemand de laatste eer bewijzen
iemand de laatste eer bewijzenrendre les derniers honneurs à qn. -
93 iemand de militaire eerbewijzen brengen
iemand de militaire eerbewijzen brengenrendre les honneurs militaires à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand de militaire eerbewijzen brengen
-
94 iemand de vrijheid schenken
iemand de vrijheid schenkenrendre la liberté à qn. -
95 iemand een goede dienst bewijzen
iemand een goede dienst bewijzenrendre service à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand een goede dienst bewijzen
-
96 iemand een koekje van eigen deeg geven
iemand een koekje van eigen deeg gevenrendre à qn. la monnaie de sa pièceDeens-Russisch woordenboek > iemand een koekje van eigen deeg geven
-
97 iemand een laatste groet brengen
iemand een laatste groet brengenrendre un dernier hommage à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand een laatste groet brengen
-
98 iemand een plezier doen
iemand een plezier doenfaire plaisir à qn.; 〈m.b.t. hulp〉 rendre service à qn. -
99 iemand eer bewijzen
iemand eer bewijzenrendre hommage à qn. -
100 iemand gerechtigheid laten wedervaren
iemand gerechtigheid laten wedervarenrendre justice à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand gerechtigheid laten wedervaren
См. также в других словарях:
rendre — [ rɑ̃dr ] v. tr. <conjug. : 41> • Xe; lat. pop. °rendere, class. reddere, avec infl. de prendre I ♦ A ♦ Donner en retour (ce qu on a reçu ou pris, ou l équivalent). 1 ♦ Donner en retour (ce qui est dû). Rendre l argent qu on a emprunté (⇒… … Encyclopédie Universelle
rendre — RENDRE. v. a. Redonner, restituer, remettre une chose entre les mains de celuy à qui elle appartient de quelque maniere qu on l ait euë, ou qu on l ait prise. Rendre l argent. rendre le cheval. rendre une somme qu on avoit volée. rendre les… … Dictionnaire de l'Académie française
rendre — Rendre, Tantost signifie restituer, Reddere, Restituere. Comme rendre ce qu on a emprunté, Mutuum aut Commodatum reddere. Tantost representer et remettre, Referre. Comme, Rendre la pareille, Par pari referre, Paria facere, Parem gratiam… … Thresor de la langue françoyse
rendre — rèndre rendre; restituer; rapporter. Au mai pènde, au mai rènde prov. : plus c est long, plus c est bon. Que ti rende aquela esparnha ? : qu est ce qu elle te rapporte cette épargne ? Rendre omenatge, còmte, justícia, gràcia : rendre hommage,… … Diccionari Personau e Evolutiu
rendre — (ran dr ), je rends, tu rends, il rend, nous rendons, vous rendez, ils rendent ; je rendais ; je rendis ; je rendrai ; je rendrais ; rends, rendons ; que je rende ; que je rendisse ; rendant, rendu, v. a. 1° Remettre une chose, une personne à… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
RENDRE — v. a. ( Je rends, tu rends, il rend ; nous rendons, vous rendez, ils rendent. Je rendais. Je rendis. J ai rendu. Je rendrai. Je rendrais. Rends, rendez. Que je rende. Que je rendisse. Rendant. Rendu. ) Redonner, restituer ; remettre une chose… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 7eme edition (1835)
RENDRE — v. tr. Remettre une chose entre les mains de celui à qui elle appartient, de quelque manière qu’on l’ait eue. Rendre à quelqu’un l’argent qu’on lui a emprunté. Rendre une somme volée, touchée indûment. Rendre des livres qu’on a empruntés. Il ne… … Dictionnaire de l'Academie Francaise, 8eme edition (1935)
rendre — vt. (un objet, un service) : randre (Cordon, Giettaz.215, Notre Dame Be.214b, Saxel.002), rêdre (Aillon V., Albanais.001b.PPA., Albertville, Arêches, Beaufort, Billième, Bourget Huile, Compôte Bauges, Montagny Bozel.026, St Jean Arvey, St Pierre… … Dictionnaire Français-Savoyard
Rendre gloire à quelqu'un, à quelque chose — ● Rendre gloire à quelqu un, à quelque chose témoigner de la valeur de quelque chose, manifester son admiration, sa vénération pour quelqu un, leur rendre un éclatant hommage … Encyclopédie Universelle
Rendre à quelqu'un la monnaie de sa pièce — ● Rendre à quelqu un la monnaie de sa pièce user de représailles à son égard, lui rendre la pareille … Encyclopédie Universelle
Rendre à quelqu'un la pareille — ● Rendre à quelqu un la pareille rendre un traitement tout à fait semblable à celui qu on a reçu en bien ou en mal … Encyclopédie Universelle