-
1 punt
2 [muziek] dot3 [waarde-eenheid] point5 [drukwezen] point♦voorbeelden:de dubbelepunt • the colonergens een punt achter zetten • 〈 figuurlijk〉 put a stop to something; 〈 met betrekking tot werk〉 call it a dayik was gewoon kwaad, punt, uit! • I was just angry, full stopje gaat (er) wel heen, punt, uit! • you're going, and that's final!hoeveel punten hebben jullie? • what's your score?hij werd verslagen met drie punten • he was beaten by three pointszij had de meeste punten • she had the highest number of pointshij is twee punten vooruitgegaan • he has gone up (by) two marksII 〈 het〉2 [wiskunde] point4 [onderdeel] point ⇒ 〈 van programma, agenda ook〉 item, 〈 van aanklacht ook〉 count, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 matter, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 question, 〈 kwestie, onderwerp ook〉 issue♦voorbeelden:1 we zijn op het dode punt gekomen • we've reached a stalemate/an impassewanneer de zon haar hoogste punt bereikt heeft • when the sun has reached its zenith/its highest pointhet hoogste punt van de berg • the summit/top of the mountainhet laagste punt bereiken • reach rock bottomhet mooiste punt van ons land • the most beautiful place in our countryhet kritieke punt • the critical momenthij stond op het punt van vertrek/(om) te vertrekken • he was (just) about to leavehij was/stond op het punt om alles te verliezen • he was on the verge of losing everythingop het punt staan in tranen uit te barsten • be near to tearseen punt van overeenkomst • a (point of) similarityeen punt van overweging vormen • be a considerationtijd is geen punt van overweging • time is (of) no considerationeen belangrijk punt is … • an important point is …een bepaald punt ter sprake brengen • bring up a certain pointdat is niet zijn sterke punt • that is not his strong pointeen teer punt aanroeren • touch a sore pointeen teer/een netelig punt • a delicate/ticklish pointzijn zwakke punt • his weak pointtot in de puntjes verzorgd • 〈 uitstekend gekleed〉 spick and span; 〈 zeer goed georganiseerd〉 shipshapeiets tot in de puntjes kennen • know something inside-outop dat punt is hij zeer gevoelig • he's very sensitive on that pointop het punt van • in the matter ofschuldig bevonden op alle punten • be found guilty on all countseen zaak punt voor punt nagaan • check a matter point by pointhet punt waar het op aankomt, is … • the thing that really matters is …geen punt! • no problem!III 〈de〉2 [puntig gesneden part] 〈 ook van kaas〉 wedge, (wedge-shaped) piece♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 ik zie aan het puntje van je neus dat je jokt • I can see from your face you're lyingpunt van een pen • nib of a pende punt van een potlood • the point of a pencilpunt van een schoen • toe(cap) of a shoede punt van een speld/van een mes • the point of a pin/knifestoot niet tegen de punt van de tafel • mind the corner of the tablehet ligt op het puntje van mijn tong • it's on the tip of my tongueeen punt aan een potlood slijpen • sharpen a pencilop het puntje van zijn stoel zitten • be poised on the edge of his seat, be all attention/all ears -
2 winnen
1 [als overwinnaar te voorschijn komen (uit)] win2 [vorderen, voorkomen] win, gain3 [winst maken] make a profit♦voorbeelden:ik hoop dat mijn nummer deze keer wint • I hope my number will come up this timeop het winnende paard wedden • pick the winnerde slag winnen • carry/save/win the dayde wedstrijd moeiteloos winnen • win the match/competition/race hands down; 〈 bij paardenrennen ook〉 run away with the raceje kan niet altijd winnen • you can't win them allzij wint het steeds in hun ruzies • she always gets the better of their fightswinnen bij het kaarten • win at cardswinnen met 7-2 • win 7-2, win by 7 goals/points to 2met twee lengten winnen • win by two lengthseen goede kans maken om te winnen • have a good chance of winningwinnen op punten • win on points(het) winnen van iemand • beat someone, have the best of someonehij wint het van Sam • he has it over Samaan gewicht winnen • gain weightin/aan duidelijkheid winnen • gain in clearnesshij had tien meter op zijn voorligger gewonnen • he had gained ten metres on the man/car/horse in frontII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:1 kolen winnen • extract/mine coalland winnen • reclaim/recover landzand winnen • extract sandzout uit zeewater winnen • obtain salt from sea watermetaal uit erts winnen • win metal from oreonze aandelen hebben vijf punten gewonnen • our shares have gained/put on five pointsstemmen winnen • pull voteshij heeft er niet veel bij gewonnen • he hasn't gained much by itdrie zetels op de Conservatieven winnen • win three seats from the Conservativesiemand voor zich winnen • win someone overiemand winnen voor een plan • win someone over to one's plan -
3 Shell aandelen waren 10 punten hoger
Shell aandelen waren 10 punten hogerShell shares were 10 points higher/gained 10 pointsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > Shell aandelen waren 10 punten hoger
-
4 eigenschap
♦voorbeelden:zij heeft goede en slechte eigenschappen • she has good and bad pointskenmerkende eigenschap • characteristic/distinguishing feature -
5 hoog
hoog1〈 het〉1 high♦voorbeelden:¶ bij hoog en laag volhouden/blijven beweren • stand firm, stick to one's guns/opinion————————hoog22 [zover reikend als in de bepaling genoemd wordt] high3 [vergevorderd in een rang-/volgorde] high♦voorbeelden:een hoge C • a high/top Choge gebouwen • high/tall buildingsde hoogste verdieping • the top floordat paard staat hoog op de benen • that horse has (got) long legs/is tallhoog in de lucht/bergen • high up in the air/mountainseen stapel van drie voet hoog • a three-foot high pilehij woont drie hoog • he lives on the Bthird/ Asecond floor3 de hoge adel • the leading aristocracy; the high nobility 〈 graven en hertogen, maar niet baronnen〉een hoge ambtenaar • a senior officialnaar een hogere klas overgaan • move up/be moved up to a higher classeen hoge waarde hebben • have a high value, be (very) valuable4 zij had een hoge kleur • she had a high colour, her face flushedShell aandelen waren 10 punten hoger • Shell shares were 10 points higher/gained 10 pointseen hoog stemmetje/geluid • a high-pitched voice/soundiemand hoog aanslaan • 〈 figuurlijk〉 have a high opinion of/think highly of someonehoger gaan dan duizend gulden • go above/beyond a thousand guilders; 〈 bieden ook〉 bid more than a thousand guildersde twist liep hoog op • the quarrel became heatedhoog opgeven van iemand • praise someoneiets hoog opnemen • take something seriouslyde verwarming staat hoog • the heating is on highhet zit hem hoog • it rankles him10 % hoger dan vorig jaar • 10 % higher than/up on last yearde temperatuur mag niet hoger zijn dan 60° • the temperature must not go above/exceed 60°de prijzen zijn 1000 gulden en hoger • prices start at 1000 guildersje kunt hoog of laag springen maar ik doe het toch niet • I'm not going to do it whatever you do/say -
6 rij
1 [opeenvolging in rechte lijn] row, line ⇒ 〈 mensen〉 file, 〈 mensen, verkeer〉 line, 〈 mensen, verkeer〉 Bqueue2 [volgorde] row♦voorbeelden:een rij bomen • a line of treeseen jas met een/twee rijen knopen • a single-/double-breasted coatin de eerste/voorste rijen • in the front seats/rowsrij aan rij • row upon row, in rowsin de rij staan • Bqueue, Astand in linein de rij lopen • walk in line/processionin de/een rij gaan staan • queue (up), line up2 hij was de vijfde in de rij • he was fifth in the queue/in linealles op een rijtje zetten • list all the pointsalles nog eens op een rijtje zetten • go through the points once againop het rijtje af gaan • do them one by one -
7 tellen
1 [getallen in een volgorde opnoemen] count2 [laten gelden; meetellen] count♦voorbeelden:1 even tellen … • let me see …niet tot tien kunnen tellen • not be very brighttot tien tellen • count (up) to ten2 die punten/jaren tellen dubbel • those points/years count double4 mensenlevens tellen daar niet • there's no regard for human life there, human life is cheap therezwaar tellen bij iemand • carry great weight with someonehet enige dat telt bij hem • the only thing that matters to him¶ op zijn tellen passen • watch one's step, mind one's p's and q'sII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [het aantal bepalen] count2 [aantreffen] find4 [geven om] attach (great) importance to♦voorbeelden:bij iets tellen • add to somethingniet te tellen! • hundreds/thousands (of them)!het bestuur telt drie leden • the board consists of three members4 iets (te) licht/(te) zwaar tellen • take something (too) lightly/(too) seriously -
8 windstreek
-
9 Celsius
n. Celsius, of or pertaining to the temperature scale in which there are 100 degrees between the freezing and boiling points, centigrade (named after Anders Celsius) -
10 Noordster
n. North Star, polar star, star toward which the northern end of the earth's axis points, star used for navigation -
11 aanwijzer
n. indicator, person or thing that indicates or points out, pointer, sign -
12 aardmeetkunde
n. branch of science dealing with the measurement of land and determination of geographical points, geodesy -
13 achterstaan
v. be behind; be behind in points -
14 acupuncteur
n. (Medical) acupuncturist, one who treats illnesses by applying small needles to specific points on the body -
15 acupuncturist
n. acupuncturist, expert in acupuncture, one who treats illnesses by applying small needles to specific points on the body -
16 acupunctuur
n. (Medical) acupuncture, Chinese method in which illnesses are treated by applying small needles to specific points on the body -
17 basketbal
n. basketball, ball game in which two opposing teams must try and score points by throwing the ball into their opponent's basket; large inflated ball used in the game of basketball -
18 basketballen
n. basketball, ball game in which two opposing teams must try and score points by throwing the ball into their opponent's basket -
19 beletselteken
n. suspension points -
20 brilstand
n. scoreless draw, tie of zero points
См. также в других словарях:
points — points; points·man; … English syllables
Points — (fr., spr. Poäng), Spitzen. P. d Alençon (spr. P. d Alangsong), Spitzen von Alençon. P. d augne (spr. P. dons ), eine Sorte sehr seine Spitzen. P. à la Reine (spr. P. a la Rähn), Spitzenkanten ohne Bogen. P. de France (spr. P. d Frangs), weiße… … Pierer's Universal-Lexikon
Points [1] — Points (franz., spr. pūäng), genähte Spitzen (s. Point); Augen auf Karten und Würfeln. Militärisch: Offiziere oder Mannschaften, die, meist zu Paradezwecken, durch Vortreten aus der Front die Festlegung einer genauen Richtungslinie erleichtern … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Points [2] — Points, s. Viehzucht (Exterieur) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Points — Points, s. Bobbinnet … Lexikon der gesamten Technik
Points — (frz., spr. pŏäng), Mehrzahl von Point (s.d.). P. douloureux (spr. duluröh), s.v.w. Valleixsche Druckpunkte (s. Neuralgie) … Kleines Konversations-Lexikon
Points — 1. A 1% change in the face value of a bond or a debenture. 2. In futures contracts, a price change of one one hundredth, or 1% of one cent. 3. A $1 price change in the value of common stock. 4. In real estate mortgages, the initial fee charged by … Investment dictionary
Points-Cœur — Fraternité Molokai L œuvre Points Cœur a été fondée en 1990 par le P. Thierry de Roucy, de la congrégation religieuse catholique des Serviteurs de Jésus et de Marie, pour être une œuvre de compassion et de consolation en faveur des enfants et des … Wikipédia en Français
points — See boiling point breaker points contact breaker points contact points dual breaker points ignition points point … Dictionary of automotive terms
Points — When melodrama ruled the stage, points were the actor s stock in trade. Playing for points was a way of underscoring certain lines, poses, or dramatic moments to get a reaction from the audience. Actors who knew how to perform that kind of… … The Historical Dictionary of the American Theater
Points — This is a medieval occupational surname. It is recorded in the spellings of Point, Points, Pointer and Poynter and Poyntz. Points were a kind of tagged lace or cord of twisted yarn, silk, or leather used for fastening together the doublet and… … Surnames reference