-
1 par-devant
par-devant [paardəvã]〈bijwoord; ook voorzetsel〉♦voorbeelden: -
2 par-devant notaire
par-devant notaire -
3 derrière
derrière1 [derjer]〈m.〉2 achterste ⇒ achterwerk, zitvlak♦voorbeelden:se torcher le derrière • zijn billen afvegen————————derrière2 [derjer]〈voorzetsel; ook bijwoord〉1 achter♦voorbeelden:il faut toujours être derrière eux • je moet altijd op ze lettenmettre un vêtement sens devant derrière • een kledingstuk achterstevoren aantrekkende derrière • van achterpar derrière • achterlangsattaquer qn. par derrière • iemand in de rug aanvallen1. m1) achterkant, achterzijde2) achterwerk, zitvlak2. derrièresm pl3. advachteraan, erachter4. prép -
4 passer
passer [paasee]2 voorbijgaan ⇒ voorbijkomen, gaan (langs), passeren4 gaan (van … naar) ⇒ overgaan (naar, tot)5 doorgaan (voor) ⇒ gelden (als), passeren (voor)♦voorbeelden:défense de passer • geen toegangmon dîner ne passe pas • mijn avondeten ligt me zwaar op de maagcette histoire-là ne passe pas • dat verhaal is niet geloofwaardigla loi a passé • de wet is aangenomencette scène ne passe pas • die scène komt niet goed over (bij het publiek)laissez passer! • maak ruimte!, opzij!passer outre à qc. • geen rekening houden met ietsje suis passé par là • dat heb ik ook meegemaaktil faut en passer par ses volontés • men moet voor zijn wil buigenil faudra en passer par là • er zit niets anders openfin, passe pour lui • nu goed, voor hem maken we een uitzondering(cela) passe (encore), mais … • dat is nog tot daar aan toe, maar …passer prendre qn. • iemand komen ophalenen passant • in het voorbijgaan, terloopssoit dit en passant • trouwens, tussen twee haakjespasser sur les fautes de qn. • iemands fouten door de vingers zienpasser sur les détails • niet stil blijven staan bij details3 comme le temps passe! • wat gaat de tijd snel!faire passer le temps • de tijd verdrijvenfaire passer à qn. le goût, l'envie de qc. • iemand de lust tot iets doen vergaan〈 spreekwoord〉 tout passe, tout lasse, tout casse 〈 alles gaat voorbij〉cela lui passera • dat gaat wel overenfin, passons! • nu goed, laten we daar niet meer over praten!4 où est-il passé? • waar is hij gebleven?passer à l'ennemi • naar de vijand overlopenpasser en deuxième, seconde • overschakelen naar de tweede versnellingpasser en seconde • naar de vijfde klas gaanse faire passer pour • zich uitgeven voor1 oversteken ⇒ over-, doortrekken, overgaan, doorkomen, gaan door3 voorbijgaan ⇒ passeren, overschrijden4 aanreiken ⇒ overhandigen, aan-, doorgeven5 aanschieten ⇒ aandoen, aantrekken6 halen door, langs, over ⇒ strijken langs, over, steken door, in, vertonen 〈 film〉 ⇒ draaien 〈 plaat〉7 overslaan ⇒ voorbij laten gaan, weglaten♦voorbeelden:1 passer un mur • over een muur klimmen, springenpasser sa vie à manger et à dormir • niets anders doen dan eten en slapenpasser la seconde • naar de tweede versnelling gaanpasser un coup de fil à qn. • iemand opbellen〈 communicatie(media)〉 je vous passe … • ik verbind u door met …6 qu'est-ce qu'il lui a passé! • hij heeft hem er flink van langs gegeven!j'en passe et des meilleures! • en ik vertel nog niet ééns alles!1 gebeuren ⇒ zich afspelen, voorvallen4 het stellen zonder ⇒ missen, ontberen, afzien van♦voorbeelden:1 que se passe-t-il?, qu'est-ce qui se passe? • wat gebeurt er?ça ne se passera pas comme ça! • dat gaat zomaar niet!tout se passe comme si • het lijkt wel of, alles wijst erop datne pas pouvoir dire ce qui se passe en soi • niet kunnen zeggen wat er in zijn binnenste omgaat→ jeunesse4 je me passerais bien volontiers de cette corvée • ik zou maar al te graag onder dat karwei uit willen komenvoilà qui se passe de commentaires • dat maakt commentaar overbodig, dat spreekt voor zichzelf1. v2) gaan (van...naar)4) uitgezonden worden [film, radio]6) verbleken7) oversteken8) doorbrengen9) passeren, overschrijden10) over-handigen11) aantrekken12) halen door, langs, over13) vertonen [film]14) overslaan15) vergeven16) doen verdwijnen17) zeven18) boeken2. se passerv1) gebeuren2) voor-bijgaan3) missen, afzien (van) -
5 jambe
jambe [zĵãb]〈v.〉4 steun ⇒ schraag, steunbalk♦voorbeelden:jambe de devant • voorbeenjambes en X • x-benenjambes arquées • o-benenjambes cagneuses • x-benenles jambes écartées • wijdbeensavoir de mauvaises jambes • slecht ter been zijnj'ai les jambes coupées • ik kan niet meer op mijn benen staanj'en ai eu les jambes coupées • ik stond te trillen op mijn benenavoir 10 kilomètres dans les jambes • 10 kilometer gelopen hebbenavoir les jambes en coton, comme du coton • slap in de benen zijnavoir les jambes en pâté de foie • knikkende knieën hebben, wankel op zijn benen staanavoir des jambes de vingt ans • nog goed ter been zijnn'avoir plus de jambes • geen benen meer hebben om op te staan, doodmoe zijncouper les jambes à qn. • iemand machteloos makense dégourdir les jambes • zich wat vertreden, een eindje om lopenla peur lui donne des jambes • uit angst zet hij het op een lopen〈 schertsend〉 cela me fait une belle jambe! • daar schiet ik toch niets mee op!jouer des jambes • er snel vandoor gaanprendre ses jambes à son cou • zich uit de voeten maken, de benen nementirer dans les jambes de, à qn. • iemand dwarszittens'enfuir à toutes jambes • er snel vandoor gaan, weghollen, wegvluchtenêtre dans les jambes de qn. • iemand voor de voeten lopenfaire qc. par-dessous, par-dessus la jambe • iets op z'n janboerenfluitjes doentenir sur ses jambes • op zijn benen (kunnen) staanf1) been, poot2) broekspijp3) steun -
6 coller
coller [kollee]♦voorbeelden:3 coller à la pensée de qn. • iemands gedachte precies uitdrukken; 〈 ook〉 zich inspannen om iemands gedachte goed te kunnen volgencoller à un texte • 〈 van vertaling〉 te woordelijk zijn; 〈 van vertaler〉 te dicht bij het origineel blijven4 ça colle! • dat gaat goed!, dat klopt!, afgesproken!ça ne colle pas entre eux • het klikt niet tussen henII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 aanplakken ⇒ (vast)plakken, lijmen, dichtplakken4 〈 informeel〉gooien (in, tegen) ⇒ met kracht smijten (in, tegen)6 〈 vooral onderwijs〉 een strikvraag stellen ⇒ (met een vraag) in het nauw brengen ⇒ 〈 kandidaat〉 laten zakken♦voorbeelden:coller qn. en prison • iemand in de gevangenis zettencoller qc. par terre • iets op de grond smijten7 être collé • (moeten) nablijven, nazitten♦voorbeelden:se coller du rouge à lèvres • lippenstift opdoens'y coller • 〈 bij verstoppertje spelen〉met de ogen geblinddoekt wachten, terwijl de anderen zich gaan verstoppencolle-toi là • ga daar maar zittense coller devant la télévision • zich voor de televisie installeren1. v1) kleven (aan), vastplakken (aan)2) nauw sluiten [kleding]4) gesmeerd lopen, klikken5) aanplakken, dichtplakken6) lijmen8) smijten9) toedienen10) verkopen [klap]11) aansmeren, opdringen13) laten zakken14) laten nablijven [leerling]15) lastig vallen, hinderen [door zijn onophoudelijke aanwezigheid]2. se collerv2) zich toeleggen (op) [ondanks tegenzin]
См. также в других словарях:
par devant — ⇒PAR DEVANT, voir DEVANT … Encyclopédie Universelle
par-devant — 1. devant [ d(ə)vɑ̃ ] prép. et adv. • XI e; davant fin Xe; de 1. de et avant I ♦ Prép. A ♦ Prép. de lieu … Encyclopédie Universelle
Par devant notaire — est une série télévisée française, diffusé la première fois le 30 mars 1979[1]. Elle se divise en quatre segments : Le Bout du monde (réalisé par Joseph Drimal), Succession veuve Bernier (réalisé par Daniel Georgeot), La Résidence… … Wikipédia en Français
Le Loup plaidant contre le Renard par-devant le singe — Auteur Jean de la Fontaine Genre Fable Pays d origine France Lieu de parution Paris … Wikipédia en Français
Le Loup plaidant contre le renard par-devant le singe — Auteur Jean de la Fontaine Genre Fable Pays d origine France Lieu de parution … Wikipédia en Français
par — 1. (par) prép. 1° À travers. Il a passé par Bordeaux. Voyager par eau. Jeter quelque chose par la fenêtre. Les idées qui nous viennent par les sens. • Et pour vous faire outrage Il faudrait que par moi son fer se fît passage, ROTROU Antigone … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
devant — Devant, quasi Deante, que le Portugais dit Diante, et le Castillan Delante, pro Ante. Interponitur autem u, ad vitandum hiatum. Comme fait aussi l Italien, disant, Devante et devanti. Devant quelqu un, Ante aliquem. Devant moy, Ante oculos, Coram … Thresor de la langue françoyse
par — Par, Est une preposition, qui vient de cette Latine Per, et signifie induction, industrie, et mediation de la chose signifiée par le mot qu elle regit en construction, comme, C est par moy que le Roy a esté remis en son Royaume, Per me, vel opera … Thresor de la langue françoyse
par — PAR. Preposition de lieu. En, dans. Dieu est par tout. cela se fait par tout païs, par toute terre. je ne sçaurois pas estre par tout. Il sert aussi à marquer le Mouvement & le passage. Il a passé par Paris, par Bordeaux. il se promene par la… … Dictionnaire de l'Académie française
par- — ou para préfixe Préfixe qui signifie à côté, et qui vient d une préposition grecque. En chimie l on a proposé de placer cette particule avant la dénomination des corps dits isomériques. SUPPLÉMENT AU DICTIONNAIRE PAR. Ajoutez : 26° Par ci… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
par-devants — ● par devant, par devants nom masculin Feuille du dessus d une carte à jouer, supportant l impression des figures ou des points … Encyclopédie Universelle