-
1 dissiper
dissiper [diesiepee]2 verkwisten ⇒ verspillen, bederven♦voorbeelden:1 verdwijnen ⇒ zich oplossen, vervluchtigen♦voorbeelden:se dissiper en fumée • in rook opgaan1. v1) verdrijven, verjagen3) verkwisten4) afleiden, van het werk houden2. se dissiperv1) verdwijnen -
2 effervescent
-
3 turbulent
turbulent [tuurbuulã]1 onstuimig ⇒ wild, levendig, uitgelaten, onrustigadjonstuimig, wild, onrustig -
4 agité
agité [aazĵietee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 onrustig ⇒ woelig, gejaagd, opgewonden, hectisch♦voorbeelden:un(e) agité(e) • onrustige geestesziekeadjgejaagd, hectisch -
5 agiter
agiter [aazĵietee]2 verontrusten ⇒ opwinden, ophitsen3 bespreken ⇒ ter sprake brengen, behandelen♦voorbeelden:1 agiter la main • zwaaien, wuivenagiter la queue • kwispelenagiter avant de s'en servir • schudden voor het gebruik1 heen en weer gaan ⇒ heen en weer rennen, zich bewegen2 zich druk maken ⇒ zich opwinden, onrustig worden, zijn♦voorbeelden:1. v1) schudden2) ophitsen3) ter sprake brengen, behandelen2. s'agiterv2) zich druk maken, zich opwinden -
6 inquiet
inquiet [ẽkje],inquiète [ẽkjet]1 bezorgd ⇒ ongerust, onrustig, angstig♦voorbeelden:avoir l'esprit inquiet • zich zorgen makenêtre inquiet de qc. • ongerust zijn over ietsêtre inquiet pour l'avenir • bezorgd zijn over de toekomst= inquiète; adj1) bezorgd, ongerust2) ongedurig, rusteloos -
7 remuer
remuer [rəmuu.ee]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewegen ⇒ in beweging brengen, roeren, verplaatsen2 (om)roeren ⇒ (om)schudden, mengen♦voorbeelden:remuer l'ordure, la boue • een schandaal oprakelenremuer des souvenirs • (oude) herinneringen ophalenremuer la terre • de aarde omwerken, omspitten2 zich inspannen ⇒ zich druk maken, zich moeite geven♦voorbeelden:3 remue-toi un peu! • schiet eens een beetje op!v1) bewegen3) omroeren4) ontroeren -
8 troublé
trouble1 [troebl]〈m.〉1 verwarring ⇒ ontreddering, verstoring♦voorbeelden:se remettre de son trouble • zich herstellen2 jeter, porter, semer le trouble dans une famille • onenigheid zaaien in een gezin, familie————————trouble2 [troebl]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 troebel ⇒ onzuiver, onklaar2 troebel ⇒ onzuiver, duister♦voorbeelden:adj1) vertroebeld2) verward3) onrustig -
9 fébrile
fébrile [feebriel]1 koorts(acht)ig ⇒ onrustig, zenuwachtig♦voorbeelden:2 courbe fébrile • koortskromme, -curveêtre fébrile • (licht) koortsig zijn -
10 fiévreux
fiévreux [fjeevreu]♦voorbeelden: -
11 tourmenté
См. также в других словарях:
Youp van 't Hek — Joseph Jacobus Maria van t Hek, commonly known as Youp van t Hek, (born February 28, 1954 in Naarden) is a Dutch comedian and a columnist for NRC Handelsblad. Youp van t Hek is the brother of field hockey international Tom van t Hek. Biography… … Wikipedia