-
1 onderrichten
1 [onderwijzen] enseigner (qc. à qn.)2 [voorlichten] informer (qn. de qc.)♦voorbeelden:1 iemand onderrichten in het lezen • apprendre à lire à qn. -
2 onderrichten
-
3 onderrichten
(t)1) обучать, преподавать* * *гл.общ. извещать, обучать, преподавать, уведомлять, учить -
4 onderrichten
v. instruct, educate, lecture, school, inform, tell, apprize, apprise -
5 iemand onderrichten in het lezen
iemand onderrichten in het lezenapprendre à lire à qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand onderrichten in het lezen
-
6 преподавать
onderrichten, onderwijzen, les geven -
7 anleiten
-
8 обучать
leren, onderwijzen, onderrichten, opleiden -
9 обучить
leren, onderwijzen, onderrichten, opleiden -
10 извещать
vgener. aangeven, aankondigen, aanzeggen, onderrichten, (iets) bekend maken, aanmelden, annonceren, bekendmaken, berichten, boodschappen, mededelen, meedelen, verwittigen, waarschuwen -
11 обучать
v1) gener. africhten, instrueren, onderrichten, opleiden, bekwamen, leren, onderricht geven, onderwijzen, scholen2) milit. exerceren -
12 преподавать
vgener. bij het onderwijs zijn, doceren, onderrichten, onderwijzen -
13 уведомлять
vgener. waarschuwen, (iem.) op de hoogte brengen, (iem.) van (iets) kennis geven, aangeven, aanmelden, aanzeggen, annonceren, bericht stilren, bericht zenden, berichten, mededelen, meedelen, melden, onderrichten, verwittigen -
14 учить
vgener. drillen, leren, scholen, onderrichten, onderwijzen -
15 enlighten
-
16 instruct
v. instrukties geven; instrueren; les geven; leiding geven; onderleiden; opdracht geven; laten weten[ instrukt]1 onderwijzen ⇒ onderrichten, instrueren -
17 lecture
n. lezing; de les gelezen; toespraak, berisping--------v. lezing houden; voordragen; de les lezen; langdurig berispenlecture1[ lektsjə] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 lezing ⇒ verhandeling, voordracht3 preek ⇒ berisping, vermaning♦voorbeelden:1 give/read a lecture • een lezing geven/houden————————lecture2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
18 preinstruct
v. vooraf onderrichten; vooraf onderwijzen -
19 enseigner
-
20 извещать
vgener. aangeven, aankondigen, aanzeggen, onderrichten, (iets) bekend maken, aanmelden, annonceren, bekendmaken, berichten, boodschappen, mededelen, meedelen, verwittigen, waarschuwen
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Menno Simons — Stich aus dem 17. Jahrhundert zeigt Menno Simons mit Krückstock und Bibel Menno Simons (* 1496 in Witmarsum; † 23. oder 31. Januar 1561 in Wüstenfelde bei Bad Oldesloe) war ein niederländisch friesischer Theologe. Simons war einer der führenden… … Deutsch Wikipedia