-
1 omlaag
2 [naar beneden] down(wards)♦voorbeelden: -
2 omlaag
adv. below -
3 omlaag
• downwards -
4 omlaag drukken
• to force down -
5 omlaag houden
• to keep down -
6 als de prijzen omlaag gaan
als de prijzen omlaag gaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als de prijzen omlaag gaan
-
7 de prijzen naar omhoog/omlaag drijven
de prijzen naar omhoog/omlaag drijvenforce prices up/downVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de prijzen naar omhoog/omlaag drijven
-
8 het raampje omlaag draaien
het raampje omlaag draaienVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het raampje omlaag draaien
-
9 hoog/ver/omlaag springen
hoog/ver/omlaag springenjump high/far/downVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hoog/ver/omlaag springen
-
10 langs de regenpijp naar omlaag
langs de regenpijp naar omlaagVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > langs de regenpijp naar omlaag
-
11 naar omlaag
naar omlaag -
12 prijzen omhoog/omlaag jagen
prijzen omhoog/omlaag jagendrive prices up/downVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > prijzen omhoog/omlaag jagen
-
13 recht omhoog/omlaag
recht omhoog/omlaagstraight up/downVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > recht omhoog/omlaag
-
14 zichzelf omlaag halen
zichzelf omlaag halenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zichzelf omlaag halen
-
15 afwaarts
I 〈 bijwoord〉1 [van iets af] away2 [naar omlaag] down, downward(s)3 [stroomafwaarts] down(stream)II 〈 bijvoeglijk naamwoord〉1 [naar beneden gericht] downward♦voorbeelden: -
16 dalen
♦voorbeelden:1 zich in dalende lijn bewegen • be on the decline, show a downward tendencyhij is zeer in mijn achting gedaald • he has gone down considerably in my estimation〈 figuurlijk〉 in het graf dalen • sink into the/one's gravede temperatuur daalde tot beneden het vriespunt • the temperature fell below zerode koersen dalen • (the) prices are dropping/falling/are going down; 〈 figuurlijk〉 things are/business is going downhillde prijzen zijn sterk gedaald • prices have plummetediets in waarde doen dalen • devalue something -
17 drijven
1 [aan de oppervlakte blijven] float, drift2 [zweven] float, drift ⇒ glide♦voorbeelden:doen drijven • float〈 figuurlijk〉 de onderneming drijft op orders van het rijk • governmental orders are the mainstay of the enterprisedrijven van het zweet • be dripping with sweatII 〈 overgankelijk werkwoord〉5 [slaan] drive♦voorbeelden:de menigte uit elkaar drijven • break up the crowdde vijand uit het land drijven • drive the enemy out of the countryiemand in het nauw/een hoek drijven • drive someone to the wall/into a cornerde zaak op de spits drijven • bring the matter to a headdoor woede gedreven • driven by ragede spot met iemand drijven • make fun of someoneeen winkel drijven • run/manage a shop4 door stoom gedreven schepen • steam-driven/propelled shipsde prijzen naar omhoog/omlaag drijven • force prices up/down -
18 drukken
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [omlaag brengen] push down4 [drukwezen] print♦voorbeelden:1 iemand de hand drukken • shake someone's hand, shake hands with someoneiemand geld in de hand drukken • press money into someone's handin elkaar drukken • press/crush togetheriemand tegen de muur drukken • pin someone against the walliemand tegen zich aan drukken • hold someone close (to oneself)3 de lonen/prijzen/kosten/onkosten drukken • keep down wages/prices/costs/expenses4 10.000 exemplaren drukken • print/run off 10,000 copies(niet) geschikt om gedrukt te worden • (un)printableliegen of het gedrukt staat • lie through one's teeth♦voorbeelden:1 iemand die zich drukt • dodger, shirker -
19 jagen
3 [nalopen] chase♦voorbeelden:prijzen omhoog/omlaag jagen • drive prices up/downuiteen jagen • scatterzich een kogel door het hoofd jagen • put a bullet through one's headdie wet werd door de Tweede Kamer gejaagd • the law was rushed through parliamentiemand op kosten jagen • put someone to (great) expensevan school jagen • expel from schoolvoor zich uit jagen • drive before one2 [rusteloos streven] pursue3 [snel gaan] race♦voorbeelden:1 op patrijs jagen • hunt partridge, go (out) partridge-shootingop effect jagen • be after effectsde wolken joegen voorbij • the clouds scudded past -
20 langs
langs1〈 bijwoord〉1 [in de lengte naast] along2 [aan] round ⇒ in, by3 [voorbij] past4 [in de lengte/richting van] along♦voorbeelden:1 in een boot de kust langs varen • sail along the coast, skirt the coast2 ik kom nog wel eens langs • I'll drop in/round/by sometime¶ iemand ervan langs geven, ervan langs krijgen • let someone have it, (really) get/catch itiemand er ongenadig van langs geven • give someone hell————————langs2〈 voorzetsel〉1 [in de lengte van] along2 [via] via ⇒ by (way/means of)3 [voorbij] past4 [aan bij] in at♦voorbeelden:langs de rivier wandelen • go for a walk along the riverhier/daar langs • this/that waylangs elkaar heen praten/leven • talk at cross-purposes, live without (any) real contact4 wil jij even langs de bakker rijden? • could you just drop in at the bakery?
- 1
- 2