-
61 ervandoor
1 off♦voorbeelden:zij ging ervandoor met een zeeman • she ran off with a sailornou, het is tijd, we moeten ervandoor • it is time for us to be off -
62 hand
1 [lichaamsdeel] hand♦voorbeelden:in andere handen komen • change handsblote handen • bare handsdie zaak is in goede/slechte handen • that matter is in good/bad handsin goede/verkeerde handen vallen • 〈 figuurlijk〉 fall into the right/wrong handsiemand de helpende hand bieden • lend someone a (helping) handniet met lege handen komen • not come empty-handed〈 figuurlijk〉 uit de losse hand • roughly, in an improvised wayiets met vaste hand doen • do something with a sure touch〈 figuurlijk〉 met vaste/krachtige hand regeren • rule with a firm/iron handhij is in veilige handen • he is in safe handsiemand (de) handen vol werk geven • give someone no end of work/troublede handen vol hebben aan iemand/iets • have one's hands full with someone/somethinghij heeft de handen meer dan vol • he has enough/too much on his platedat kost handen vol geld • that costs lots of moneyiets aan vreemde handen toevertrouwen • entrust something to strangershij heeft de handen niet vrij • he does not have a free hand〈 figuurlijk〉 de vrije hand hebben/krijgen • have/acquire a free handergens zijn handen niet aan vuil willen maken • refuse to soil one's hands with something〈 figuurlijk〉 ik draai er mijn hand niet voor om • 〈 ik heb er geen moeite mee〉 I think nothing of it; 〈 het kan me niet schelen〉 I don't care a rap (for it)iemand de hand drukken/geven/schudden • give someone one's hand, shake hands with someonedan kunnen we elkaar de hand geven • we're in the same boat〈 figuurlijk〉 iemand de hand boven het hoofd houden • 〈 aan zijn kant staan〉 stand by someone; 〈 iemand beschermen die iets misdaan heeft〉 protect someone〈 figuurlijk〉 de handen op elkaar krijgen • earn/get applause〈 figuurlijk〉 de hand op iets/iemand leggen • lay hands on someone/somethingiemands hand lezen • read someone's palmde hand lichten met het reglement • disregard the regulationselkaar de hand reiken • hold out a hand to each other 〈 ook figuurlijk〉; 〈 figuurlijk〉 reach out to each otherhanden schudden • shake handshij steekt geen/nooit een hand uit • he never does a stroke of workde hand over het hart strijken • 〈 figuurlijk〉 be lenient/soft-heartedhij kan zijn handen niet thuishouden • he can't keep his hands to himselfdaar wordt vaak de hand mee gelicht • that is often skimped/not taken seriously(mijn) hand erop! • you have/here's my hand on it!handen omhoog! (of ik schiet) • hands up!/ 〈 informeel〉stick 'em up! (or I'll shoot)handen thuis! • hands off!〈 figuurlijk〉 iets aan de hand hebben • 〈 met iets bezig zijn〉 have something going/on; 〈 bij iets betrokken zijn〉 be involved in somethingaan de hand van deze berekeningen • on the basis of these calculationsiemand een middel aan de hand doen tegen huiduitslag • put someone on to a good remedy for a rashniks aan de hand! • there's nothing the matteraan de hand van deze ervaringen concludeer ik … • in view of these experiences I conclude …iets achter de hand hebben • 〈 figuurlijk〉 have something to fall back on; 〈 heimelijk〉 have something up one's sleevewat geld achter de hand houden • keep some money for a rainy dayik heb mijn gummetje altijd vlak bij de hand • I always have my rubber near at handin de handen klappen • clap one's handsiemand iets in handen spelen • put something someone's wayiemand iets in de hand duwen/stoppen • slip/thrust something into someone's hands; 〈 figuurlijk〉 palm/fob someone off with somethingeen bewijs in handen hebben • have evidencehet onderzoek is in handen van N. • the investigation is being conducted by N.de markt in handen hebben • control/have control of the marketde politie heeft de zaak nu in handen • the police have the case in handde macht in handen hebben • have powerde toestand in de hand hebben • have the situation in handin handen vallen van de politie/de vijand • fall into the hands of the police/enemy〈 figuurlijk〉 iets met beide handen aangrijpen • jump at something; 〈 aanbod, gelegenheid ook〉 seize (upon) somethingmet de hand gemaakt/geschreven • hand-made/handwritten〈 figuurlijk〉 iemand naar zijn hand zetten • force/mould/bend someone to one's will, manage someone, twist someone round one's (little) fingeriets om handen hebben • have something to do〈 figuurlijk〉 iemand onder handen nemen • take someone in hand/to taskiemand op (de) handen dragen • 〈 figuurlijk〉 worship/idolize someonehand over hand toenemen • increase hand over fist, gain ground rapidlyiemand iets ter hand stellen • hand something (over) to someoneiets ter hand nemen • take something up, take something in hand, undertake somethinger komt niets uit zijn handen • he doesn't get anything doneuit de hand lopen • get out of handiemand het werk uit (de) handen nemen • take work off someone's handsiets van de hand doen • sell/part with/dispose of somethingvan hand tot hand gaan • be passed from hand to handgoed/duur van de hand gaan • sell well/at high prices 〈 van koopwaren〉dat is de meest voor de hand liggende conclusie • that is the most obvious conclusiongeen hand voor iemand/iets uitsteken • not lift a finger for someone/somethinghij heeft er geen hand naar uitgestoken • 〈 niets aan gedaan〉 he hasn't done a stroke of work on it; 〈 niets van gegeten〉 he hasn't touched itgeen hand voor ogen kunnen zien • 〈 figuurlijk〉 not be able to see one's hand in front of one('s face)ik heb maar twee handen! • I have only (got) one pair of hands!een verhaal van de hand van • a story (written) by3 de zieke is aan de beterende hand • the patient is on the mend/getting betteraan mijn rechter/linker hand • on my right/left (hand/side)aan de winnende hand zijn • be winning〈 figuurlijk〉 iemand op zijn hand hebben/krijgen • have/get someone on one's side¶ wat is er daar aan de hand? • what's going on there?〈 figuurlijk〉 alsof er niets aan de hand was • as if nothing had happened/was wronger is iets aan de hand • there's something the matter/upiets/iemand in de hand werken • encourage something/someone; 〈 iets ook〉 make for something; 〈 iemand ook〉 play into someone's hands〈 van personen〉 zwaar op de hand zijn • be heavy/ponderousop handen zijn • be (near) at hand/imminent/forthcomingvan de hand in de tand leven • live from hand to moutheen verzoek/voorstel van de hand wijzen • refuse a request 〈 verzoek〉; turn down a proposal 〈 voorstel〉 -
63 kappen
1 [het hoofdhaar opmaken] do one's/someone's hair♦voorbeelden:2 bomen kappen • cut down/fell treesde kabel kappen • cut the cable4 klompen kappen • hew/cut out clogs/wooden shoes3 [voornamelijk (tafel)tennis] chop, cut♦voorbeelden:met iemand kappen • break off with someone -
64 ketsen
♦voorbeelden:1 het grind ketste tegen de achterruit van de auto • the gravel glanced off the rear window of the car -
65 kwijtschelden
2 [met betrekking tot straf] let off3 [met betrekking tot plicht] excuse (from)♦voorbeelden:iemand zijn zonden kwijtschelden • forgive someone his sinsiemand een straf kwijtschelden • let someone off a punishment3 dat deel van die taak zal ik je maar kwijtschelden • I'll excuse you from that (particular) part of the task -
66 opstijgen
1 [omhoogstijgen] ascend, rise ⇒ 〈 klimmen ook〉 go up, 〈 luchtvaart〉 take off, 〈 luchtvaart, ruimtevaart〉 lift off2 [te paard stijgen] mount♦voorbeelden:1 de ballon steeg op • the balloon rose/ascended/took off〈 figuurlijk〉 gejuich steeg op • cheers went up/rosehet vliegtuig steeg op • the plane took off -
67 uitdoen
♦voorbeelden:1 zijn kleren uitdoen • take/pull off one's clothes -
68 uittrekken
5 [uithalen] unpick6 [naar buiten trekken] pull out7 [langer maken] draw out♦voorbeelden:1 zijn kleren uittrekken • take off one's clothes, take one's clothes off, undress2 onkruid uittrekken • pull up weeds, do the weeding3 een bedrag op de begroting uittrekken voor • allocate/earmark part of the budget for, Aappropriate a sum foreen bedrag voor iets uittrekken • put/set aside a sum (of money) for somethingeen halve dag uittrekken voor iets • allot half a day for something1 [naar buiten trekken] go/march out ⇒ leave♦voorbeelden:1 de stad uittrekken • march out of/leave (the) townerop uittrekken om • set out to -
69 vandoor
♦voorbeelden:1 ik moet er weer vandoor • I have to be off, I must be goinghij is er met het geld vandoor • he has run off with the moneyer heimelijk vandoor gaan • steal away, sneak off -
70 weg
weg1〈de〉4 [doortocht] way♦voorbeelden:de grote weg • the main road, the motorwayeen kortere weg nemen • take a short cutopenbare weg • public highway/roadop de rechte/goede/verkeerde weg zijn • be on the right/wrong trackeen weg aanleggen • build a roadde weg afsnijden voor (onderhandelingen) • shut the door on (negotiations)de weg effenen voor iemand • pave the way for someonezijn eigen weg gaan • go one's own wayde weg weten • know the wayiemand de weg wijzen • show someone the wayaan de weg naar Delft • on the road to Delftflink aan de weg timmeren • be busy creating a distinct profile for oneselfzich op weg begeven • set/start outop weg gaan • set off (on a trip), set out (for), godat is de kortste/zekerste weg • that is the quickest/surest waylangs deze onsympathieke weg • even though I don't like this meanszich van slinkse wegen bedienen, slinkse wegen gaan • use devious ways and meansnieuwe wegen openen voor de handel • open new channels for tradenog een lange weg voor zich hebben/te gaan hebben • have a long way to go4 iemand de weg afsnijden • cut someone off, block someone's wayzich een weg banen • work/edge one's way through; 〈 met meer kracht〉 force/fight one's way through; 〈 in de wereld〉 carve one's (own) way (in the world)met zijn tijd/geld geen weg weten • not know what to do with one's time/money(iemand) in de weg staan • stand in someone's/the wayiemand iets in de weg leggen • put something in someone's way(voor) iemand uit de weg gaan • keep/get out of someone's way, avoid someoneproblemen uit de weg ruimen • get rid of/eliminate problemsiemand uit de weg ruimen • eliminate someone, get rid of someoneeen misverstand uit de weg helpen • clear up a misunderstanding————————weg2〈 bijwoord〉1 [afwezig; niet te vinden] gone2 [verrukt] crazy3 [verwijderd] away♦voorbeelden:de sleutel/de pijn/haar geld is weg • the key/pain/money is goneweg wezen! • 〈 plaats buiten〉 (let's) get away from here!; 〈 plaats binnen〉 (let's) get out of here!weg met … • away/down with …het heeft er veel van weg dat hij het met opzet deed • it looks very much as if he did it on purpose -
71 weglopen
1 [naar elders gaan] walk away/off3 [wegvloeien] run off/out4 [sport] break/pull away (from)5 [+ met] [veel ophebben met] be taken with/by ⇒ think much/the world of♦voorbeelden:1 hard weglopen • run away/offdat loopt niet weg • that can waitweglopen voor een hond • run away from a dogde weggelopen poes is terug • the lost cat has returned〈 figuurlijk〉 weggelopen lijken (uit een boek/film/periode) • look like someone who/something that has walked right out (of a book/film/period)hij was niet eens verrast dat zijn vrouw bij hem was weggelopen • he wasn't even surprised that his wife had walked out on himweggelopen: cyperse kat 〈enz.〉 • lost: tabby cater is wijn/olie uit het vat weggelopen • wine/oil has leaked out of the barrel -
72 wegrijden
-
73 welgesteld
♦voorbeelden:de welgestelden • the well-to-dode minder/meer welgestelden onder ons • those among us who are less well-off/are better-off -
74 afdraaien
v. turn off, screw off, reel off; lower, decrease -
75 afrukken
v. tear off, snatch off, pull off; masturbate (Vulgar Slang) -
76 afslaan
n. act of driving away, repulse, rejection--------v. turn the corner, veer, turn off; beat off, fight off, repel; refuse, reject, decline, turn down -
77 afweren
v. keep off, fight off, parry, ward off, repel, fend -
78 er vandoor gaan
v. slope, abscond, bundle away, smuggle off, scamper away, make off, mosey, make away, rat, hare away, streak off -
79 opstappen
v. step, push off, toddle off, off -
80 afknijping
• cutting-off• land flash• nipping-off• pinching-off
См. также в других словарях:
off — off … Dictionnaire des rimes
off — [ ɔf ] adj. inv. et adv. • 1944; de l angl. off screen « hors de l écran » ♦ Anglic. 1 ♦ Adj. Cin., télév. Qui n est pas sur l écran, n est pas lié à l image; hors champ (opposé à in). Le narrateur est off. Une voix off commente la scène. Adv. En … Encyclopédie Universelle
Off — ([o^]f; 115), adv. [OE. of, orig. the same word as R. of, prep., AS. of, adv. & prep. [root]194. See {Of}.] In a general sense, denoting from or away from; as: [1913 Webster] 1. Denoting distance or separation; as, the house is a mile off. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
off — off1 [ôf, äf] adv. [LME var. of of,OF1, later generalized for all occurrences of of in stressed positions] 1. so as to be or keep away, at a distance, to a side, etc. [to move off, to ward off] 2. so as to be measured, divided, etc. [to pace off … English World dictionary
off — off; cast·off; off·en; off·ing; off·ish; off·let; off·scape; off·sid·er; off·spring; off·ward; stand·off·ish; off·hand·ed·ly; off·hand·ed·ness; off·ish·ly; off·ish·ness; off·wards; stand·off·ish·ly; stand·off·ish·ness; … English syllables
off — (izg. ȍf) prid. DEFINICIJA term. 1. koji nije aktiviran, izvan službe; isključen 2. koji je drugačiji od uobičajenog, normalnog, standardnog; osebujan 3. koji je izvan službenog dijela programa, rasprave, razgovora SINTAGMA offbeat (izg. offbȋt)… … Hrvatski jezični portal
Off! — Жанр Хардкор панк Годы с 2009 Страна … Википедия
Off — Off, prep. Not on; away from; as, to be off one s legs or off the bed; two miles off the shore. Addison. [1913 Webster] {Off hand}. See {Offhand}. {Off side} (Football), out of play; said when a player has got in front of the ball in a scrimmage … The Collaborative International Dictionary of English
Off — Off, a. 1. On the farther side; most distant; on the side of an animal or a team farthest from the driver when he is on foot; in the United States, the right side; as, the off horse or ox in a team, in distinction from the {nigh} or {near} horse… … The Collaborative International Dictionary of English
Off — steht für: Off Broadway oder Off Theater, Begriffe aus dem Theaterbereich Off camera, Erzählstimmen, Geräusche und Musik in einer visuellen Produktion, die zu hören, aber nicht zu sehen sind (aus dem Off) Die Abkürzung Off steht für: Offenbarung… … Deutsch Wikipedia
off — s.m.inv., agg.inv. ES ingl. {{wmetafile0}} 1. s.m.inv., agg.inv., in diciture su interruttori, apparecchiature spec. elettriche e sim., indica che non è attivato, che non è in funzione: l interruttore è sull off, posizione off, l amplificatore è… … Dizionario italiano