-
41 afspuiten
2 [door spuiten reinigen] hose (off/down) ⇒ spray (off/down)♦voorbeelden: -
42 afstoten
3 [biologie] reject♦voorbeelden:de poes stootte haar jong af • the cat rejected her youngtaken afstoten • give up duties1 [onaangenaam aandoen] repel2 [natuurkunde] repel♦voorbeelden: -
43 start
1 [sport] start♦voorbeelden:bij de start • at the startvan start gaan • 〈 opstijgen ook〉 take off; go ahead; 〈 van wal steken〉 proceed; 〈 leger, sport〉 jump off -
44 uit
uit1I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot een richting naar buiten] out2 [met betrekking tot een bestemming/beweging] 〈zie voorbeelden 2〉3 [met betrekking tot het doorlopen van een tijdruimte] out4 [+ er/daar] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:uit eten gaan • go out for dinnerAjax speelt volgende week uit • Ajax are playing away next weekuit werken gaan • go (out) to work2 moet je ook die kant uit? • are you going that way, too?voor zich uit zitten kijken • sit staring into space3 dag in, dag uit • day in, day out4 ik ben er uit • 〈 ik heb het opgelost〉 I've solved that problem; 〈 ik begrijp het helemaal〉 I'm in the picture nowik zou er graag eens uit willen • I would like to get away for a whilede aankoop heb je er na een jaar uit • the purchase will save its cost in a year¶ ik kan er niet over uit • I can't believe it/get over itII 〈bijvoeglijk naamwoord; niet attributief〉2 [afgelopen] over3 [niet brandend] (gone) out5 [ouderwets] out6 [verschenen, gepubliceerd] out7 [in bloei] out♦voorbeelden:de bal is uit • the ball is outdie vlek gaat er niet uit • that stain won't come outuit, goed voor u! • get away from it all!het is uit tussen hen • it is finished between themen nou is 't uit! • this has got to stop!het is uit met de pret • the game is over nowik doe het niet, punt uit! • I won't do it, and that's final!de lamp is uit • the light is out/off4 op iets uit zijn • be out for/after somethinghij is er alleen maar op uit om te winnen • his sole aim is to win————————uit2〈 voorzetsel〉2 [verwijderd van] off3 [te buiten, te boven gaand] out of4 [afkomstig van, door middel van] (out) of♦voorbeelden:uit het raam kijken • look out of the windoween speler uit het veld sturen • order a player off (the field)ik kan de tweeling niet uit elkaar houden • I can't tell which of the twins is which/the twins apartuit elkaar vallen • break to piecesuit één stuk • (all) of a piecekiezen uit drie mogelijkheden • choose from three possibilitieséén uit de twintig/duizend • one in twenty/a thousand5 uit bewondering • out of/in admirationuit betrouwbare bron is vernomen • we have it on good authorityzij trouwden uit liefde • they married for loveuit veiligheidsoverwegingen • for safety('s sake)uit voorzorg • by way of precaution -
45 uitgooien
v. kick off, kill off, snatch off, throw off -
46 uittrekken
v. extract, draw, take off, pull off, pull out, put off, off, destine, discard, vail, ordain, emigrate, earmark -
47 uitzetten
• to expand• to extend• to lay off• to lay out• to plot• to set off• to swell• to switch off• to turn off -
48 afbrengen
2 [met betrekking tot een onderwerp] put off♦voorbeelden:ze zijn er niet van af te brengen • they can't be put off/deterredhet er levend afbrengen • escape with one's lifehet er heelhuids afbrengen • come out of it unscathed -
49 afbrokkelen
1 [in brokjes losgaan] crumble (off/away) ⇒ fragment♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in brokjes afbreken] break bits/fragments off ⇒ crumble off♦voorbeelden: -
50 afknappen
-
51 afnemen
1 [van een plaats verwijderen] take off/away ⇒ remove (from)2 [van het hoofd nemen] take off3 [wegnemen] remove4 [reinigen] clean5 [afpakken] deprive8 [kaartspel] cut♦voorbeelden:het kleed van de tafel afnemen • take/remove the cloth from the table3 iemand bloed afnemen • take blood/a blood sampleeen gulden van het geld afnemen • subtract a guilderde tafel met een natte doek afnemen • wipe (off) the table with a damp clothmet zeep afnemen • wash (down) with soapiemand zijn rijbewijs afnemen • take away someone's driving licenceiemand een eed afnemen • administer an oath to someone; swear someone in 〈 bijvoorbeeld getuige, nieuw lid, bij ambtsaanvaarding〉iemand een examen afnemen • examine someone2 [korter/kleiner worden] shorten♦voorbeelden:bij afnemende wind • with subsiding windin gewicht afnemen • lose weight -
52 afronden
1 [rondmaken] round (off)2 [afmaken] wind up, round off3 [met betrekking tot getallen/bedragen] round off♦voorbeelden:2 wilt u (uw betoog) afronden? • would you like to wind up (what you have to say)?een afgerond geheel vormen • form a complete whole3 naar boven/beneden afronden • round up/downeen bedrag op hele guldens afronden • round off an amount to the nearest guilder -
53 afscheiden
♦voorbeelden:3 sommige bomen scheiden hars af • some trees secrete/produce resin -
54 afschepen
1 〈vaak met ‘met’〉 fob/palm (something) off on (someone), fob (someone) off with (something)♦voorbeelden:zich niet laten afschepen • not be fobbed off -
55 afschrappen
3 [doorstrepen] cross off/out♦voorbeelden: -
56 afschrikken
1 [schrik aanjagen] deter, put off ⇒ 〈 wegjagen〉 frighten/scare off2 [techniek, technologie] [met betrekking tot metaal] quench, chill♦voorbeelden:1 zo'n benadering schrikt de mensen af • such an approach scares/puts people offhij liet zich door niets afschrikken • he was not to be put off/deterred -
57 afspoelen
1 [luchtig afwassen van] rinse (off)2 [met water reinigen] rinse (down/off) ⇒ wash (down/off)3 [doen wegspoelen] wash away♦voorbeelden: -
58 afsteken
1 [sterk uitkomen] stand out♦voorbeelden:die fabrieken steken lelijk af tegen het landschap • the factories stick out like a sore thumb against the landscapeII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [doen ontbranden/afgaan] let off2 [uitspreken] deliver3 [door steken verwijderen] cut off/away4 [afbakenen] mark off/out♦voorbeelden:2 een speech afsteken • deliver/make a speecheen heideveld afsteken • remove the turf -
59 aftrekken
1 [rekenkundig] subtract♦voorbeelden:1 [inhouden] deduct2 [door trekken verwijderen] pull off4 [seksueel bevredigen] jerk/jack off ⇒ wank (off)5 [villen] strip♦voorbeelden:3 zijn ogen van iemand/iets aftrekken • turn one's eyes away from someone/something5 een haas/paling aftrekken • strip a hare, skin an eel -
60 afweken
1 [week worden en loslaten] come off ⇒ come unstuck/undone♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
off — off … Dictionnaire des rimes
off — [ ɔf ] adj. inv. et adv. • 1944; de l angl. off screen « hors de l écran » ♦ Anglic. 1 ♦ Adj. Cin., télév. Qui n est pas sur l écran, n est pas lié à l image; hors champ (opposé à in). Le narrateur est off. Une voix off commente la scène. Adv. En … Encyclopédie Universelle
Off — ([o^]f; 115), adv. [OE. of, orig. the same word as R. of, prep., AS. of, adv. & prep. [root]194. See {Of}.] In a general sense, denoting from or away from; as: [1913 Webster] 1. Denoting distance or separation; as, the house is a mile off. [1913… … The Collaborative International Dictionary of English
off — off1 [ôf, äf] adv. [LME var. of of,OF1, later generalized for all occurrences of of in stressed positions] 1. so as to be or keep away, at a distance, to a side, etc. [to move off, to ward off] 2. so as to be measured, divided, etc. [to pace off … English World dictionary
off — off; cast·off; off·en; off·ing; off·ish; off·let; off·scape; off·sid·er; off·spring; off·ward; stand·off·ish; off·hand·ed·ly; off·hand·ed·ness; off·ish·ly; off·ish·ness; off·wards; stand·off·ish·ly; stand·off·ish·ness; … English syllables
off — (izg. ȍf) prid. DEFINICIJA term. 1. koji nije aktiviran, izvan službe; isključen 2. koji je drugačiji od uobičajenog, normalnog, standardnog; osebujan 3. koji je izvan službenog dijela programa, rasprave, razgovora SINTAGMA offbeat (izg. offbȋt)… … Hrvatski jezični portal
Off! — Жанр Хардкор панк Годы с 2009 Страна … Википедия
Off — Off, prep. Not on; away from; as, to be off one s legs or off the bed; two miles off the shore. Addison. [1913 Webster] {Off hand}. See {Offhand}. {Off side} (Football), out of play; said when a player has got in front of the ball in a scrimmage … The Collaborative International Dictionary of English
Off — Off, a. 1. On the farther side; most distant; on the side of an animal or a team farthest from the driver when he is on foot; in the United States, the right side; as, the off horse or ox in a team, in distinction from the {nigh} or {near} horse… … The Collaborative International Dictionary of English
Off — steht für: Off Broadway oder Off Theater, Begriffe aus dem Theaterbereich Off camera, Erzählstimmen, Geräusche und Musik in einer visuellen Produktion, die zu hören, aber nicht zu sehen sind (aus dem Off) Die Abkürzung Off steht für: Offenbarung… … Deutsch Wikipedia
off — s.m.inv., agg.inv. ES ingl. {{wmetafile0}} 1. s.m.inv., agg.inv., in diciture su interruttori, apparecchiature spec. elettriche e sim., indica che non è attivato, che non è in funzione: l interruttore è sull off, posizione off, l amplificatore è… … Dizionario italiano