-
21 gelegenheid
• facility• occasion• opportunity -
22 veroorzaken
• to cause• to occasion -
23 aanleiding
♦voorbeelden:er bestaat (geen) aanleiding om/tot • there is (no) reason to/foriemand (geen) aanleiding geven • give someone (no) causeaanleiding geven tot klachten • give cause for complaintsaanleiding vinden in • find excuse indit was voor ons aanleiding om … • this caused us to …aanleiding zijn/geven tot • give rise tobij de geringste aanleiding • at the slightest pretencenaar aanleiding van • as a result ofnaar aanleiding van uw schrijven • in reply to your letter -
24 bij deze of gene gelegenheid
bij deze of gene gelegenheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij deze of gene gelegenheid
-
25 bij voorkomende gelegenheid
bij voorkomende gelegenheidif/when the occasion arisesVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij voorkomende gelegenheid
-
26 bijwijlen
-
27 deze
♦voorbeelden:aan deze kant van het kanaal • on this side of the canalschrijver dezes • the present writer/authortoonder dezes • bearerwil je deze (hier)? • do you want this one?mocht deze of gene er naar vragen • if anyone should askbij deze of gene gelegenheid • on some occasion or otherdeze en gene heeft al gebeld • various people have rung alreadybij deze(n) meld ik u • I herewith inform youbij deze verklaar ik de tentoonstelling voor geopend • I hereby declare the exhibition openin dezen • in this matterde twaalfde dezer • the twelfth of this month -
28 een eenmalige gebeurtenis
een eenmalige gebeurtenisVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een eenmalige gebeurtenis
-
29 een feestelijke gelegenheid
een feestelijke gelegenheidVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een feestelijke gelegenheid
-
30 gebeurtenis
2 [evenement] event♦voorbeelden:de belangrijkste gebeurtenis van het jaar • the event of the yearlatere gebeurtenissen • later/subsequent events/developmentseen nationale gebeurtenis • an event of national importanceeen onvoorziene gebeurtenis • an unforeseen occurrence/incidenteen plan voor onvoorziene gebeurtenissen • a contingency plan -
31 gekleed
1 [zijn kleren aan hebbend] dressed3 [de voorgeschreven kleding dragend] dressed for the occasion♦voorbeelden:hij is slecht/slordig gekleed • he is badly dressed/a ragbagin het zwart gekleed • dressed in black -
32 geval
4 [vreemd voorwerp] affair ⇒ thing, 〈 techniek, technologie ook〉 contraption, 〈 techniek, technologie ook〉 device♦voorbeelden:neem het geval Jansen • take the Jansen affairvan geval tot geval • case by case2 dat is met hem ook het geval, hij zit met hetzelfde geval • he's in the same position, it's the same with himin uw geval zou ik het nooit doen • in your position I'd never do thaternstige/lichte gevallen • 〈 zieken, misdadigers〉 serious/minor casesin het gunstigste geval • at besttypisch geval • typical instancein het uiterste geval • at worst, if (the) worst comes to (the) worstals dit het geval is • if such is the caseik doe het in geen geval • I won't do it on any account/under any circumstancesin dat geval • in that casezelfs in dat geval • even then/soin elk/ieder geval • anyway, anyhowin geval van oorlog/brand/ziekte • in the event of war/fire/illnessin negen van de tien gevallen • nine times out of tenin voorkomende gevallen • as the occasion arisesin welk geval • in which casein enkele gevallen • in some casesvoor het geval dat • (just) in case5 wat wil nou het geval? • guess what, what do you think about this?het geval wilde • as luck would have it -
33 in voorkomende gevallen
in voorkomende gevallenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in voorkomende gevallen
-
34 omstandigheid
♦voorbeelden:zijn financiële omstandigheden • his financial positionin de gegeven omstandigheden • under/in the circumstancesonder normale omstandigheden • under normal conditions, ordinarilybehoudens onvoorziene omstandigheden • barring unforeseen circumstancesindien de omstandigheden het nodig maken • if need beals de omstandigheden het toelaten • conditions permittingnaar omstandigheden wel/redelijk • fine/all right, considering/under the circumstancestegen de omstandigheden opgewassen zijn • rise to the occasion -
35 opgewassen
♦voorbeelden:tegen de situatie opgewassen zijn • be able to cope with the situationergens niet tegen opgewassen zijn • 〈 ook〉 be unable to cope/deal with somethingtegen elkaar opgewassen zijn • be well-matchedzich tegen de moeilijkheden opgewassen tonen • rise to the occasionhij bleek niet opgewassen tegen die taak • the task proved beyond him/too much for him -
36 pas
pas1I 〈de〉2 [paspoort] passport3 [leger] pass4 [in gebergte] pass♦voorbeelden:1 een flinke/veerkrachtige pas • a brisk/buoyant stepgrote passen maken/nemen • strideiemand de pas afsnijden • cut/head someone offer (flink/stevig) de pas in houden • keep up a brisk pacede pas inhouden • check one's stepeen kreet deed mij de pas inhouden • a cry brought me up short/stopped me dead in my trackszijn pas versnellen • quicken one's stepin de pas lopen/blijven (met) • 〈 leger〉 be in step (with)/keep step (with); 〈 figuurlijk ook〉 be/stay in line (with)uit de pas raken/lopen • fall/be out of steptwee passen hier vandaan • just a few steps away2 een pas aanvragen/laten verlengen • apply for a passport, get one's passport extendedII 〈 het〉1 [gunstige gelegenheid] 〈zie voorbeelden 1〉2 [waterpas] level♦voorbeelden:bij/in iets te pas komen • enter into the matterjouw gedrag komt hier niet te pas • your conduct is unbecoming hereiemands naam te pas en te onpas noemen • bandy someone's name aboutgezien de sterke concurrentie, zal ik er wel niet aan te pas komen • the competition being so strong, I suppose I won't get a chancehet komt niet in zijn kraam te pas • it does not suit his purposehet kwam zo in het gesprek te pas • it just cropped up in the course of the conversationals het zo te pas komt, dan … • on occasion …, if required …het leger moest er aan te pas komen • the army had to step iner moest een sleepboot aan te pas komen om … • a tug had to be called in to …daar komt wat meer ervaring bij te pas • that requires a bit more experienceer komt meer bij te pas dan … • there's more to it than …goed te/van pas komen 〈 bijvoorbeeld geld〉 • come in handy/usefulvan pas • (just) in time, in the nick of timedat komt uitstekend van pas • that's just the thinghet komt nu niet erg van pas • it is inconvenient at the momentzijn cursus zelfverdediging kwam hem nu goed van pas • his self-defence classes stood him in good steadaltijd wel van pas komen • always come in handy¶ dat geeft geen pas • that is unbecoming/not donehet geeft geen pas voor een heer om … • it does not become a gentleman to …————————pas21 [juist zo groot als het zijn moet] fit2 [waterpas] level♦voorbeelden:II 〈 bijwoord〉2 [niet meer dan] only, just4 [in nog hogere mate] really♦voorbeelden:pas aangekomen gasten • new arrivalshij begint pas • he's just beginning, he's only just startedpas geplukt • freshly pickedeen pas getrouwd stel • a newly-wed couplepas geverfd • wet paintik heb pas nog een brief van haar gekregen • I received a letter from her only recentlyik werk hier nog maar pas • I'm new to the jobzo pas • only a minute ago, just nowhet is pas een jaar geleden • it's only/barely a year since it happenedhij is pas vijftig (jaar) • he's only fifty3 dan pas, nu pas • only then, only nowpas toen vertelde hij het mij • it was only then that he told mepas toen hij weg was, begreep ik … • it was only after he had left that I understood …, only after/not until he left did I understand …pas geleden/een paar dagen terug • only recently/only the other daydit is pas whisky • now this is what I call whisky!dat is pas leven! • this is the life!dat is pas hard werken! • now, that's what I call hard work! -
37 reden
♦voorbeelden:ik heb er mijn reden voor • I have my reasonsik zie geen reden om dit te doen • I can see no reason for doing thismet reden • with (good) reasonom die reden • for that reasonom welke reden ook • for any reason whatsoevergeen reden tot klagen hebben • have no cause/ground for complainten niet zonder reden! • and not without reason!, and quite right too!een reden te meer om … • all the more reason why …reden geven tot • give cause for -
38 tegen de omstandigheden opgewassen zijn
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > tegen de omstandigheden opgewassen zijn
-
39 ter gelegenheid van
ter gelegenheid vanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ter gelegenheid van
-
40 voor de gelegenheid droeg zij een feestjapon
voor de gelegenheid droeg zij een feestjaponVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor de gelegenheid droeg zij een feestjapon
См. также в других словарях:
occasion — [ ɔkazjɔ̃ ] n. f. • 1174; lat. occasio 1 ♦ Circonstance qui vient à propos, qui convient. Une occasion inespérée. C est « une belle occasion à saisir » (Martin du Gard). ⇒ aubaine, chance, fam. occase, opportunité. Loc. Saisir l occasion par les… … Encyclopédie Universelle
occasion — OCCASION. s. f. Rencontre, conjoncture de temps, de lieux, d affaires, propre pour quelque chose. L occasion presente. belle occasion. occasion favorable. occasion importante. prendre, embrasser l occasion. chercher l occasion. il faut fuir les… … Dictionnaire de l'Académie française
occasion — Occasion, f. acut. Occasio. Belle occasion, Lepida occasio. Occasion presentée, Ostentata occasio. L occasion se presenta, Facultas accidit. Soudaine occasion, Breuis occasio. L occasion s y offrant, Per occasionem. L occasion est preste, Occasio … Thresor de la langue françoyse
occasion — [ə kā′zhən, ōkā′zhən] n. [ME occasioun < OFr < L occasio, accidental opportunity, fit time < occasus, pp. of occidere, to fall < ob (see OB ) + cadere, to fall: see CASE1] 1. a favorable time or juncture; opportunity 2. a fact, event … English World dictionary
Occasion — Oc*ca sion ([o^]k*k[=a] zh[u^]n), n. [F. occasion, L. occasio, fr. occidere, occasum, to fall down; ob (see {Ob }) + cadere to fall. See {Chance}, and cf. {Occident}.] 1. A falling out, happening, or coming to pass; hence, that which falls out or … The Collaborative International Dictionary of English
occasion — ► NOUN 1) a particular event, or the time at which it takes place. 2) a suitable or opportune time. 3) a special event or celebration. 4) formal reason or justification: we have occasion to rejoice. ► VERB formal ▪ cause. ● … English terms dictionary
occasion — [n1] chance break*, convenience, demand, excuse, incident, instant, moment, need, occurrence, opening, opportunity, possibility, season, shot*, show, time, use; concept 693 occasion [n2] reason, cause antecedent, basis, call, circumstance,… … New thesaurus
Occasion — Oc*ca sion ([o^]k*k[=a] zh[u^]n), v. t. [imp. & p. p. {Occasioned} ([o^]k*k[=a] zh[u^]nd); p. pr. & vb. n. {Occasioning}.] [Cf. F. occasionner.] To give occasion to; to cause; to produce; to induce; as, to occasion anxiety. South. [1913 Webster]… … The Collaborative International Dictionary of English
occasion — When it means ‘reason, grounds’, the usual construction is with for + noun (or verbal noun) or with a to infinitive: • Yesterday was Schubert s birthday…suitable occasion for a Schubertiad Times, 1977. When the meaning is ‘opportunity’, it is… … Modern English usage
Occasion — Occasion, lat. deutsch, Gelegenheit; O. alismus, die Ansicht des Descartes von der unmittelbaren Einwirkung Gottes auf den Menschen, um die Verbindung des Leibes und der Seele zu bewerkstelligen … Herders Conversations-Lexikon
occasion — I noun advent, affair, chance, conjuncture, episode, event, experience, happening, incident, instance, juncture, moment, occasio, occurrence, opening, opportunity, point, situation, suitable time, tempus, time II verb breed, bring about, cause,… … Law dictionary