-
1 nick
n. snee; kerf; staat; bajes (slang)--------v. snijden; kerven; stelen; afzetten (slang)nick1[ nik]♦voorbeelden:1 gesteldheid ⇒ staat, vorm♦voorbeelden:1 in bad/poor nick • er slecht/belazerd aan toein good nick • in prima conditie————————nick2〈 werkwoord〉1 inkepen/kerven ⇒ kartelen, krassen -
2 Nick's name fell
Nicks naam viel/werd genoemd -
3 nick nack
klein artikel (vaak decoratief), snuisterij -
4 nick of time
nog net op tijd, op het nippertje -
5 vocals: Nick Cave
vocals: Nick Cavezang: Nick Cave -
6 Old Harry/Nick
Old Harry/Nick -
7 in bad/poor nick
in bad/poor nicker slecht/belazerd aan toe -
8 in good nick
in good nick -
9 in the nick of time
-
10 get there in the nick of time
op het kritieke moment aankomen -
11 vocal
adj. vokaal--------n. van de stem, stem-; mondeling, (uit)gesproken, vocaal; luid(ruchtig); zich uitend; weerkendvocal1[ vookl] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:2 vocals: Nick Cave • zang: Nick Cave————————vocal21 gesproken ⇒ mondeling, vocaal; gezongen2 zich (gemakkelijk/duidelijk) uitend ⇒ welbespraakt, luidruchtig♦voorbeelden:vocal group • zanggroepII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 stem- ⇒ met betrekking tot/van de stem♦voorbeelden: -
12 fall
n. buiteling; afgang, val; ineenstorting; lawine; herfst; waterval; verleiding; afdaling; (gedurende aanval) landing van elke raket (geworpen gedurende het conflict tussen Israël en de Hizbollah in juli-augustus 2006)--------v. vallen; dalen; verminderen; omkeren, dichtbij komen; ruimte makenfall1[ fo:l] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:ride for a fall • zijn ondergang tegemoet gaanthe Fall (of man) • de zondeval————————fall21 vallen ⇒ om/neervallen, invallen 〈 van duisternis〉; afnemen, dalen 〈 van prijzen, barometer, stem〉; aflopen, afhellen 〈 van land〉2 ten onder gaan ⇒ vallen; sneuvelen; ingenomen worden 〈 van stad, fort〉; zijn (hoge) positie verliezen; 〈 religie〉 zondigen, onteerd worden 〈 van vrouw〉6 raken♦voorbeelden:fall to pieces • in stukken/kapot vallen 〈 ook figuurlijk〉fall on one's sword • zich op zijn zwaard stortenit fell on my way • het kwam op mijn padthe wind fell • de wind nam af, ging liggen〈 informeel〉 fall about (laughing/with laughter) • omrollen/omvallen (van het lachen)something to fall back on • iets om op terug te vallenfall over • omvallen〈 informeel〉 fall over backwards • zich uitsloven, zich in allerlei bochten wringenfall through • mislukkenthe town fell to the enemy • de stad viel in handen van de vijandfall for • zich laten overtuigen door, erin trappen; vallen op, verliefd worden opit fell to me to put the question • het was aan mij de vraag te stellenfall from grace • uit de gratie rakenNick's name fell • Nicks naam viel/werd genoemdfall asleep • in slaap vallenfall flat • niet inslaan, mislukkenfall short (of) • tekortschieten (voor), niet voldoen (aan)fall in love (with) • verliefd worden (op)→ fall away fall away/, fall down fall down/, fall in fall in/, fall into fall into/, fall in with fall in with/, fall off fall off/, fall out fall out/, fall to fall to/, let let/1 worden♦voorbeelden:fall silent • stil worden/vallen -
13 name
adj. iemand met een reputatie; beroemd; betreffende een naam--------n. naam; "nick"-: koosnaam; reclame; gewaardeerd iemand; titel--------v. benoemen, noemen; opnoemen; thuisbrengenname1[ neem] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 reputatie ⇒ naam, faam♦voorbeelden:1 enter/put down one's name for • zich opgeven/laten inschrijven voorcould you leave your name, please? • zou u uw naam willen opgeven?take someone's name in vain • iemands naam ijdel gebruikenwhat's-his/her/its-name? • hoe heet hij/zij/het ook al weer?, dingeswhat's in a name? • wat zegt een naam?he knows all his students by name • hij kent al zijn studenten bij naamI know him by name • ik ken hem van naama man by/of the name of Jones • iemand die Jones heet, een zekere Jonestake one's name off the books • zich laten uitschrijven (als lid)keep one's name on the books • ingeschreven blijven staanhe hasn't a penny to his name • hij heeft geen centI can't put a name to him • ik kan hem niet precies thuisbrengenI can't put a name to it • ik weet niet precies hoe ik het moet zeggenfirst name • voornaam〈 voornamelijk Brits-Engels〉 second name • familienaam, achternaamhe has a name for avarice • hij staat als gierig bekenddrag someone's name through the mire • iemands naam door het slijk halencall someone names • iemand uitschelden/beschimpena name to conjure with • een naam die wonderen verricht, een invloedrijke naamlend one's name to • zijn naam lenen aanin the name of • in (de) naam van, omwille van→ big big/————————name2〈 werkwoord〉1 noemen ⇒ benoemen, een naam geven♦voorbeelden:she was named after her mother, 〈 Amerikaans-Engels ook〉she was named for her mother • ze was naar haar moeder genoemd5 name the day • de trouwdag/huwelijksdatum vaststellen6 the victim has been named as John Smith • de naam van het slachtoffer is vrijgegeven; het is J.S. -
14 old
adj. oud; bejaard; oud (niet nieuw); antiek; van vroeger; op de leeftijd--------n. leeftijd--------n. ouderen, bejaardenold1[ oold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:heroes of old • helden uit het verleden————————old2〈older; ook elder, eldest〉1 oud ⇒ bejaard, antiek2 versleten ⇒ gebruikt, vervallen, afgedankt4 ervaren ⇒ bekwaam, gerijpt5 verouderd ⇒ ouderwets, in onbruik geraakt♦voorbeelden:1 old age • ouderdom, hoge leeftijd(not) make old bones • (niet) oud worden〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 old boy/girl • vadertje, moedertje, oudjeold gold • donker goud, bruingoud(en kleur)old maid • oude vrijsteras old as the hills • zo oud als de weg naar Romean old name • een gevestigde naamthe oldest profession • het oudste beroepan old retainer • een oude trouwe dienaar〈 spreekwoord〉 you cannot teach an old dog new tricks • oude beren dansen leren is zwepen verknoeien; oude honden leert men moeilijk pootje gevenyoung and old • jong en oud, iedereenthe old • de bejaarden, de ouderenan old hand at poaching • een doorgewinterde stroperan old offender • een recidivistold stager • oude rot, veteraan〈 spreekwoord〉 you cannot put old heads on young shoulders • grijze haren groeien op geen zotte bollenbe old in knavery • een doortrapte schurk zijnthe old guard/school • mensen van de oude stempel, traditionalistenhe worked like old boots • hij werkte berehard/steenharda chip off the old block • helemaal zijn/haar vader/moederOld Glory • nationale vlag van de USAold maid • oud wijfold moon • laatste kwartier van de maanmoney for old rope • iets voor niets, gauw/gemakkelijk verdiend geldold salt/sweat • zeerotcome/play the old soldier (over someone) • de baas spelen (over iemand) 〈op basis van grotere ervaring/vaardigheid〉〈 informeel〉 old woman • lastige/vitterige vrouw→ grand grand/II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 voormalig ⇒ vroeger, gewezen, ex-, oud-♦voorbeelden:the (same) old story • hetzelfde liedjeold stuff • oud nieuws, oude koekold Etonian • oud-leerling van Eton¶ 〈Brits-Engels; slang〉 old bean/cock/egg/fruit/stick/thing • ouwe/beste (jongen/meid)old boy/girl • oud-leerling(e) (van Engelse school)the old man • 〈 informeel〉 de ouwe 〈 ook scheepskapitein〉; de baas 〈 ook echtgenoot〉; mijn ouweheer/ouweold master • (schilderij van) oude meesterthe old sod • het vaderland〈 informeel〉 any old thing will do • alles is goed/bruikbaarthe Old World • de Oude Wereld, de oostelijke hemisfeer; 〈 Amerikaans-Engels〉(continentaal) Europa, de Oude Wereld〈 informeel〉 any old how • om het even hoe, hoe ook→ high high/ -
15 Nolte
n. familienaam, Nolte; Nolte, Nick (geboren 1941), Amerikaanse filmacteur (bekend om zijn rollen in "48 Hours" en "The Thin Red Line")
См. также в других словарях:
NICK — bezeichnet: Nickname, einen Benutzernamen bzw. Spitznamen im Internet Nick (Fernsehsender), einen Kinderfernsehsender als Ortsname: Gemeinde Nick im ungarischen Komitat Vas, siehe Nick (Ungarn) als literarische Figur: Nick (Comic), eine deutsche… … Deutsch Wikipedia
Nick 13 — playing on the Warped Tour 2007. Background information Origin Ukiah, California, U.S. Occupations … Wikipedia
Nick — may refer to: A short form for Nicholas or Nikhil Nick (DNA), an element of DNA structure Nickelodeon (TV channel), a television network Nickelodeon (around the world), for other versions of Nickelodeon and their sister channels around the globe … Wikipedia
Nick Jr. — Tipo de canal Cable, Sat Programación Pre Escolar Infantil Propietario MTV Networks País … Wikipedia Español
Nick Jr. 2 — Senderlogo Allgemeine Informationen Empfang: Kabel … Deutsch Wikipedia
Nick Jr. — Nick Jr. ist der Name folgender Fernsehsender: Nick Jr. (Vereinigte Staaten) Nick Jr. (Deutschland) Nick Jr. (Vereinigtes Königreich) Nick Jr. (Australien) Nick Jr. 2 Nick Jr. (Italien) Nick Jr. (Niederlande) Nick Jr. (Belgien) Nick Jr.… … Deutsch Wikipedia
Nick Ut — Taken June 8, 1972, this photograph earned Ut the Pulitzer prize, and Kim Phuc, center, a great deal of attention for many years. (© Nick Ut/The Associated Press) Born March 29, 1951 (1951 03 29) (age 60) … Wikipedia
Nick — Nick, v. t. [imp. & p. p. {Nicked} (n[i^]kt); p. pr. & vb. n. {Nicking}.] 1. To make a nick or nicks in; to notch; to keep count of or upon by nicks; as, to nick a stick, tally, etc. [1913 Webster] 2. To mar; to deface; to make ragged, as by… … The Collaborative International Dictionary of English
Nick — bezeichnet: Nick (Name), ein Vor und Familienname, siehe dort für Namensträger Nickname, einen Benutzernamen bzw. Spitznamen im Internet Nickelodeon, einen Kinderfernsehsender mit weltweit mehreren Ablegern Nick (Ungarn), eine Gemeinde im… … Deutsch Wikipedia
Nick — Nick, n. [Akin to {Nock}.] 1. A notch cut into something; as: (a) A score for keeping an account; a reckoning. [Obs.] (b) (Print.) A notch cut crosswise in the shank of a type, to assist a compositor in placing it properly in the stick, and in… … The Collaborative International Dictionary of English
Nick Ut — Nick Út, eigentlich Huynh Cong Út (* 29. März 1951 in Long An), ist ein vietnamesischer Fotograf. Er machte 1972 als Kriegsreporter in Vietnam ein Foto, das vor einem irrtümlichen südvietnamesischen Napalmangriff fliehende vietnamesische Kinder… … Deutsch Wikipedia